SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: FA-BA201
FA-BA201
Infectie en afweer
Cursus informatie
CursuscodeFA-BA201
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Aan het einde van deze cursus is de student in staat:
1. de processen die betrokken zijn bij de verdedigingsmechanismen van het lichaam tegen virus of bacterie chronologisch te overzien (B3);
2.de immuuncellen (macrofagen, mestcellen, NK-cellen, dendritische cellen) en processen (complementsysteem, acute inflammatie) betrokken bij de aangeboren afweer te beschrijven (B3);
3.de immuuncellen (APC, T-cel, B-cel, antilichaam) en processen (primaire respons en secundaire respons (memory)) betrokken bij het adaptief immuunsysteem te beschrijven (B3);
4.de karakteristieke kenmerken van virussen en bacteriën te relateren aan hun pathogeniciteit (B3);
5.de determinering van micro-organismen uit te voeren (B4);
6.microbiële afdodingscurves en desinfectie- en steriliteitsmethoden uit te leggen (B3);
7.chronologisch de processen te rapporteren die leiden tot ziekteverschijnselen na een infectie met een virus of bacterie (B3);
8.de meest voorkomende virale en bacteriële ziekteverwekkers van luchtweg- en urineweginfecties te duiden (B2);
9. de principes van het opwekken van immuniteit door middel van vaccins, en het belang van adjuvantia daarbij, te schetsen (B3);
10.het werkingsmechanisme  antivirale middelen en antibiotica (bèta-lactamantibiotica, fluorchinolonen, macroliden, tetracyclines en co-trimoxazol) tot op moleculair niveau uit te leggen (B3);
11.de behandeling van bacteriële luchtweg- en urineweginfecties te beargumenteren (B4);
12.de farmacokinitiek van herhaalde toediening van geneesmiddelen te interpreteren (B3);
13.verstoringen in afweerprocessen bij immuundeficiënties te analyseren (B4).
Inhoud
In de cursus wordt de basis gelegd van de immunologie en de microbiologie en de farmacotherapeutische behandeling van infectieziekten. De student zal het immuunsysteem leren kennen aan de hand van een chronologische weergave van gebeurtenissen na het eerste contact met een virus of bacterie. In de eerste twee weken wordt de werking van het immuunsysteem bestudeerd. De nadruk zal hierbij liggen op de processen tot op celniveau: welke typen cellen en factoren worden geactiveerd, welke cellen communiceren met elkaar en welke processen worden geactiveerd om het infectieuze agens te bestrijden?
De student moet vervolgens ook kennis vergaren over een aantal infectieuze micro-organismen met hun karakteristieke eigenschappen en hun schadelijke effecten op het menselijk lichaam (week 3-4). Binnen dit kader werkt de student ook aan microbiële laboratoriumvaardigheden, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan desinfectie en sterilisatie. In week 5-9 staat de behandeling van infecties centraal als de immunologische afweer niet afdoende is. Aan de hand van (de preventie van) enkele infectieziekten (luchtweg-, urineweg- en herpesinfecties) komt vaccinatie en farmacotherapie met antibiotica en antivirale middelen aan de orde. De farmacotherapie beperkt zich tot het toepassen van farmaca op basis van hun werkingsmechanisme in relatie tot de specifieke eigenschappen van de micro-organismen. Hierbij komen tevens de verschillende resistentiemechanismen van micro-organismen aan bod. Hiernaast biedt de farmacotherapie een relevante context om de farmacokinetische aspecten van meervoudige toedieningen in vergelijking tot enkelvoudige toediening te bestuderen en deze concepten uit te bouwen met betrekking tot specifieke eigenschappen van antibiotica (wel of geen weefselpenetratie). Tijdens het projectonderwijs in week 5-9 zal aandacht worden besteed aan andere relevante en actuele problemen op het gebied van infectieziekten waarbij ook gekeken zal worden naar verschil in ziekteontwikkeling tussen een verzwakt (of onontwikkeld) en gezond immuunsysteem.
SluitenHelpPrint
Switch to English