SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: FA-305
FA-305
Biotechnologie
Cursus informatie
CursuscodeFA-305
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
1. U kunt de belangrijkste technieken beschrijven die nodig zijn om een biopharmaceutical te maken. Het gaat hierbij zowel om het maken van recombinante eiwitten, als ook om het maken van therapeutische antilichamen (bv. M.b.v. hybridoma¿s), plasmiden, RNAi moleculen en virussen voor gentherapie en vaccines.
2.U moet op het internet en m.b.v. de wetenschappelijke literatuur relevante biotechnologische en medische informatie over een gen of een eiwit kunnen vinden. U moet kennis hebben van degenoom databases (bv. www.ncbi.nlm.nih.gov), zoals die op het internet beschikbaar zijn.
3.U kunt een gefundeerde keuze maken uit de verschillende gastheer systemen voor recombinante eiwitproductie.
4.U bent in staat om een zuiveringsmethode (downstream processing, DSP) te ontwikkelen, waarbij specifiek rekening moet worden gehouden met virale clearance, LPS contaminatie, en de mate van zuiverheid. Met andere woorden u moet een DSP kunnen ontwikkelen waarbij de kwaliteit van het eindproduct gewaarborgd is.
5.U moet de manieren kennen waarlangs biopharmaceuticals kunnen worden gestabiliseerd en vervolgens aan de patiënt kan worden toegediend (formulering en delivery). Met andere woorden u moet weten hoe een bepaald biopharmaceutical moet worden behandeld om te kunnen worden bewaard en vervolgens hoe het moet worden behandeld om te kunnen worden toegepast in de patiënt.
6.U moet weten hoe een biopharmaceutical geregistreerd wordt voor humaan gebruik in Nederland en in Europa.
7.U moet inzicht hebben in de fysische grootheden die de stabiliteit van biopharmaceuticals bepalen.
8.U moet een gefundeerde keuze kunnen maken uit de verschillende virale en niet-virale delivery systems voor gentherapie. U moet zich terdege bewust zijn van de risico’s die aan gentherapie zijn verbonden.
9. U moet inzicht hebben in de ethische en economische aspecten die aan het gebruik van biopharmaceuticals (inclusief gentherapie) zijn verbonden.
10. U moet de belangrijkste technieken kennen om gen- en eiwitexpressie in cellen en weefsels te bestuderen.
11. U moet een willekeurig biomedisch wetenschappelijk artikel wat betreft de biotechnologische/moleculaire biologische aspecten kunnen begrijpen. U moet inzicht hebben waarom een bepaalde techniek wordt gebruikt.
Inhoud
In het blok FA305 wordt kennis gemaakt met de (farmaceutische) biotechnologie en moleculaire biologie. Onder een biopharmaceutical wordt verstaan een eiwit, DNA of RNA molecuul met therapeutische activiteit en geproduceerd met moderne moleculair biologische technieken.
Therapeutische eiwitten (en mogelijk gentherapie) spelen een steeds belangrijker rol in de behandeling van patiënten. Biopharmaceuticals verschillen op een aantal punten met de reguliere “small molecule” geneesmiddelen, waaronder:
1) de manier van fabriceren,
2) de aard van de onzuiverheden in het preparaat (b.v. eiwitten of DNA),
3) risico’s op contaminatie met pathogenen,
4) de eisen die worden gesteld aan de opslag en toediening,
5) een unieke set van mogelijke bijwerkingen (b.v. immunogeniciteit) en
6) de prijs.
Het onderwijs in het blok zal met name ingaan op deze punten.
SluitenHelpPrint
Switch to English