SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: B-B3PLAA05
B-B3PLAA05
Planten, adaptatie en afweer
Cursus informatie
CursuscodeB-B3PLAA05
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Leerdoelen
Doel van deze cursus is te begrijpen hoe planten functioneren in, en zich aanpassen aan, de voortdurend veranderende en vaak levensbedreigende omgeving. In de cursus leer je op verschillende integratieniveaus de relatie tussen signaalmoleculen, genen, en adaptieve/defensieve reacties van planten te beredeneren en te verklaren.
Tijdens de cursus bereid je je theoretisch en praktisch voor op het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek in de Plantenbiologie. Daarbij doorloop je een volledige experimentele cyclus of research proposal cyclus , dit laatste is afhankelijk van het totale aantal inschrijvingen.
Na afloop van de cursus kun je:
  • de karakteristieken beschrijven van verschillende vormen van abiotische stress,
  • de belangrijkste mechanismen beschrijven van aanpassing aan abiotische stress,
  • de karakteristieken beschrijven van verschillende vormen van biotische stress,
  • de belangrijkste mechanismen beschrijven van afweer tegen biotische stress,
  • verklaren hoe mechanismen van adaptatie en afweer zich gedurende de evolutie hebben ontwikkeld,
  • verklaren hoe externe stress-stimuli op cellulair niveau worden omgezet in specifieke mechanismen van adaptatie of afweer,
  • de belangrijkste functies beschrijven van plantenhormonen in stress signaaltransductie,
  • wetenschappelijke experimenten bedenken, plannen, en uitvoeren,
 
Vaardigheden
  • Het analyseren van wetenschappelijke publicaties,
  • aan de hand van wetenschappelijke literatuur een complex biologisch probleem systematisch analyseren,
  • plannen en timemanagement,
  • het uitvoeren van de onderzoekscyclus of cyclus van een onderzoeksvoorstel,
  • resultaten interpreteren en kritisch bediscussiëren,
  • het formuleren van een onderzoeksvraag,
  • het mondeling en schriftelijk rapporteren van resultaten en/of syntheses.
Inhoud
Studiepad
Deze cursus is een kerncursus van de studiepaden Plantenbiologie en Microbiologie en geeft een goede voorbereiding voor het masterprogramma Environmental Biology.

Inhoud
Planten staan onder voortdurende bedreiging van veel abiotische en biotische stressfactoren als droogte, overstroming, beschaduwing door buurplanten, pathogenen, herbivore insecten etc. Om te overleven hebben planten gedurende de evolutie zeer effectieve mechanismen voor adaptatie en afweer ontwikkeld. In de cursus stellen en behandelen we hierover de volgende vragen:
Abiotische stress
  • Hoe passen planten zich aan aan overstroming?
  • Hoe reageren planten op beschaduwing door buurplanten?
  • Hoe communiceren planten met elkaar?
Biotische stress
  • Waarom zijn sommige micro-organismen schadelijke ziekteverwekkers en zijn andere voordelig voor een plant?
  • Hoe verdedigen planten zich tegen ziekteverwekkers?
  • Wat heeft de immuunrespons van planten gemeen met dat van mens en dier?
Tijdens de cursus staat de individuele plant centraal, maar worden processen die betrokken zijn bij afweer en adaptatie geanalyseerd tot op het cellulaire en moleculaire niveau. We gaan in gaan op de volgende vragen:
  • Hoe herkent een plant een bepaalde vorm van stress en hoe wordt deze herkenning op cellulair niveau vertaald in de juiste adaptieve of defensieve respons?
  • Wat is de rol van plantenhormonen in deze processen?
  • De cursus bestrijkt een multidisciplinair vakgebied, waarbinnen je ecologie, plantenfysiologie, fytopathologie, microbiologie, (bio)chemie en moleculaire genetica geïntegreerd bestudeerd. De samenhang tussen de verschillende integratieniveaus (molecuul, gen, cel, plant) in relatie tot het functioneren in, en aanpassen aan, de voortdurend veranderende en vaak levensbedreigende omgeving van planten is een belangrijk aspect van de cursus.
Werkvormen
Je krijgt hoorcolleges, werkcolleges, practica (eerste helft van de cursus) en een eigen onderzoeksproject (tweede helft van de cursus). Je werkt tijdens de practica en het onderzoeksproject in groepen van twee. De resultaten van de practica en die van het eigen onderzoeksproject (minisymposium) presenteer je aan je collega-studenten.
 
Toetsing
Actieve deelname aan practica en presentatieopdrachten is verplicht. Het eindcijfer bestaat uit een gewogen gemiddelde van tussentoets, eind-tentamen, practica en eigen onderzoek en wordt als volgt berekend:
Tentamen (40%), Tussentoets (30%), practica (10%) en eigen onderzoek (20%).
Voor elk van de onderdelen moet je minimaal een 5,5 halen.
SluitenHelpPrint
Switch to English