Na afloop van de cursus hebben de studenten kennis van de hoofdlijnen van de geschiedenis van de wijsbegeerte van de Oudheid en hebben zij enige vaardigheid in de omgang met antieke filosofische teksten.
|
|
De student krijgt een compleet historisch overzicht op hoofdlijnen, vanaf het ontstaan van de filosofie rond 600 v. C. bij Thales en andere Ionische ‘natuurfilosofen’ tot aan de pagane filosofie van de late oudheid (de vroegchristelijke filosofie wordt in de vervolgcursus Geschiedenis van de wijsbegeerte II samen met de middeleeuwse wijsbegeerte behandeld). Vanzelfsprekend krijgen grote en zeer invloedrijke denkers zoals Plato en Aristoteles veel aandacht. Bij elke periode en denkrichting komt de filosofie in haar volle breedte aan de orde: natuurfilosofie, ontologie en metafysica, kennisleer, logica en semantiek, ethiek en politieke filosofie, vrije wil en determinisme. Deze inleiding in de geschiedenis van de Wijsbegeerte van de Oudheid staat mede ten dienste van de overige historische en van de systematische vakken.
|
|