Toen John F. Kennedy in 1961 aantrad als president van de Verenigde Staten liet hij alle Amerikanen weten wat zijn doel was. Hij wilde als eerste een
man op de maan zetten om zo de
ruimtewedloop met de
Sovjet Unie te winnen. En dat lukte. Waar president Obama taal vooral strategisch gebruikte, lijkt president Trump vrijwel uitsluitend te communiceren via Twitter. In 140 tekens laat hij direct weten wat zijn mening is, vaak in hoofdletters en met veel uitroeptekens. Krijgt hij daarmee voldoende medestanders om zijn beleidsagenda uit te voeren?
Niet alleen politici maar ook bestuursvoorzitters, experts en projectleiders gebruiken taal om hun plannen te realiseren. Zij framen hun plannen op zo’n manier dat zij voldoende medestanders krijgen die achter hun plannen staan. Lukt het agenderen van de plannen, dan vergroten zij de kans om die daadwerkelijk uit te kunnen voeren.
In de keuzecursus Beïnvloeden en Overtuigen gaan we in op mechanismen en technieken die het gedrag van mensen (kunnen) beïnvloeden. Aan de hand van drie onderzoeksinstrumenten, frame-, metafoor- en discoursanalyse, krijg je inzicht in de wijze waarop beïnvloeding en overtuiging in beleid vorm krijgt.
De keuzecursus start met een introductie waarbij theorieën aan bod komen die inzicht geven in hoe mensen beïnvloed en overtuigd worden. Je houdt een blog bij waarbij je deze inzichten toepast. Daarna kies je een actueel onderwerp en ga je in een kleinschalig onderzoek analyseren hoe agendasetting aan de hand van Kingdon’s
Agendas, alternatives and public policies heeft plaatsgevonden
. Je krijgt toelichting op de drie onderzoeksinstrumenten aan de hand van de literatuur, geïllustreerd met documenten en video-fragmenten. Vervolgens krijg je opdrachten om de drie onderzoeksmethoden toe te passen (met behulp van kranten, radio/tv, websites, social media zoals YouTube). De focus ligt daarbij op de manier waarop organisaties met een publieke functie via taal proberen draagvlak voor hun (beleids- of actie)plannen te krijgen om zo de kans op uitvoering van deze plannen te vergroten. Als aanvulling op de eigen analyses wordt een diepte-interview gehouden met een sleutelinformant. Op deze manier krijg je inzicht in de wijze waarop organisaties plannen agenderen en draagvlak creëren om deze te realiseren.
In deze cursus wordt basiskennis van de beginselen van Bestuurs- en Organisatiewetenschap verondersteld. We raden je aan hiervoor de cursus Inleiding Bestuur en Organisatie (USG5020) te volgen, maar dit is niet verplicht.