Na afronding van deze cursus heeft de student aantoonbaar:
-
kennis van en inzicht in actuele debatten over publieke maatschappelijke dienstverlening in de context van een veranderende verzorgingsstaat;
-
kennis van en inzicht in actuele perspectieven op inrichting en management van organisaties op het terrein van publieke maatschappelijke dienstverlening in de context van veranderende verhoudingen tussen overheid en burger en tussen organisaties en cliënten;
-
kennis van en inzicht in verschillende bestuurs- en organisatiewetenschappelijke aspecten die hierbij een rol spelen;
-
vaardigheden ontwikkeld om actuele ontwikkelingen op het terrein van publieke maatschappelijke dienstverlening te kunnen analyseren, te beoordelen en te becommentariëren.
|
|
De wereld van organisaties die op het terrein van publieke en maatschappelijke dienstverlening actief zijn, is op alle fronten aan het veranderen. Bestaande solidariteitsverbanden in de samenleving, zoals gezin, geloof en arbeid, worden minder belangrijk en nieuwe verbanden komen tot ontwikkeling. De eisen die door overheid en burger worden gesteld aan organisaties met een publieke en maatschappelijke dienstverlenende functie, nemen toe in omvang en variatie. Het betreft alle terreinen van maatschappelijke dienstverlening; of het nu gaat om zorg, onderwijs, volkshuisvesting, sport of veiligheid. Het gaat zowel om wat ze doen, hoeveel ze doen als om hoe ze dit doen. De vraag naar dienstverlening op maat, vraagsturing en klantgerichtheid staat naast de roep om sterkere activering en een grotere eigen verantwoordelijkheid van burgers. Het pleidooi voor meer marktwerking staat naast het pleidooi voor een herwaardering van de verantwoordelijkheid van de staat. Naast toenemende eisen van verantwoording door organisaties en professionals wordt gepleit voor meer ruimte voor professionals op de werkvloer.
Deze actuele ontwikkelingen roepen een hele reeks vragen op. Is de verzorgingsstaat voorbij of zijn we op weg naar een nieuwe invulling daarvan? Wat betekent dit voor de publieke functie, de vormgeving en het management van de dienstverlenende organisaties die daar een rol in vervullen? Op welke wijze geven geprivatiseerde, publieke en vrijwillige organisaties en hun medewerkers vorm en inhoud aan deze nieuwe situatie? Wat betekent dit voor de professionals, ambtenaren en vrijwilligers die daarbinnen werkzaam zijn, hoe kunnen zij bijdragen aan het realiseren van de publieke verantwoordelijkheid van de overheid en hoe kunnen zij voldoen aan de verwachtingen vanuit de samenleving? Welke verantwoordelijkheden hebben overheidsfunctionarissen en managers van publieke organisaties in het vormgeven van deze nieuwe eisen en verantwoordelijkheden? Wat kunnen burgers eisen, maar wat zijn ook nieuwe verantwoordelijkheden van burgers? Wat mag door de overheid en door die organisaties van de burgers verwacht worden? In hoeverre zijn inzichten uit de Bestuurs- en Organisatiewetenschap behulpzaam bij het duiden en becommentariëren van deze ontwikkelingen of zelfs bij het ondersteunen van de richting en de invulling van die ontwikkelingen?
Deze vragen in het maatschappelijk, politieke en wetenschappelijk debat vormen het vertrekpunt voor deze cursus.
De kern van de cursus bestaat uit zeven bijeenkomsten met inleidingen door en discussies met onderzoekers en docenten, die zich in hun onderzoekspraktijk richten op de wereld van wetenschap, beleid en politiek, advies en dienstverlenende organisaties. Geregeld zijn diezelfde onderzoekers ook zelf actief in het maatschappelijke en wetenschappelijke debat over de druk op publieke dienstverlening aan de hand van bijdrage in de vorm van opinieartikelen, lezingen en oraties. De bijeenkomsten worden ondersteund door recente literatuur.
De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen over de voorgeschreven literatuur en het schrijven van een column waarin je beredeneerd stelling neemt over één van de behandelde thema's of ontwikkelingen. Deze column wordt voorgedragen en bediscussieerd in de slotbijeenkomst van de cursus.
Studenten die niet de bachelor Bestuurs- en Organisatiewetenschap volgen raden we aan zich vooraf kennis van de beginselen van Bestuurs- en Organisatiewetenschap eigen te maken. Je kunt dit doen door bijvoorbeeld de cursus Inleiding Bestuur en Organisatie (USG5020) te volgen.
|
 |
|