SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: USG4160
USG4160
Arbeid, management en maatschappelijke vraagstukken
Cursus informatie
CursuscodeUSG4160
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen

Na afloop van deze cursus heeft de student:
  • kennis van en inzicht in de invloed van maatschappelijke en culturele ontwikkelingen op de rol van arbeid in onze samenleving;
  • vanuit deze kennis en inzichten leren reflecteren op de eigen toekomstige werkloopbaan;
  • inzicht in het analyseren van arbeidsvraagstukken vanuit verschillende niveaus (individu, management, overheid);
  • geoefend met een aantal vaardigheden (presenteren, samenwerken, discussie leidenprobleemanalyse, recenseren). 

Inhoud

In onze samenleving speelt arbeid een belangrijke rol. Arbeid wordt gezien als de toegangspoort tot een volwaardige positie in de samenleving: arbeid geeft zin aan het leven, biedt een inkomen, heeft een positieve invloed op het welbevinden van mensen en is bij uitstek de manier waarop individuen hun steentje bijdragen aan de samenleving. Tegelijkertijd is arbeid ook het domein waar tal van maatschappelijke vraagstukken zich manifesteren. Toegang tot arbeid is niet voor alle groepen in de samenleving gelijk: sommige groepen ervaren veel meer problemen om de arbeidsmarkt te betreden dan anderen. Ook binnen de arbeidsmarkt zelf doen zich vormen van sociale ongelijkheid voor: denk aan de doorstroom van vrouwen, allochtonen of mensen in parttime banen naar hogere posities binnen arbeidsorganisaties. Arbeid is ook een domein waar de toenemende individualisering en diversiteit binnen de samenleving zichtbaar worden. Dat biedt arbeidsorganisaties mogelijkheden, maar roept ook allerlei problemen op: denk aan de balans tussen arbeid en zorg of aan de positie van oudere werknemers in arbeidsorganisaties. En omgekeerd leiden ontwikkelingen in de arbeid zelf tot maatschappelijke vraagstukken. Denk aan de toenemende wereldwijde concurrentie, die gevolgen heeft voor de zekerheid die arbeid mensen kan bieden. Of aan de flexibilisering, die mensen kansen kan bieden, maar ook nieuwe eisen aan ze stelt.
In deze cursus gaan we op een aantal van die maatschappelijke vraagstukken dieper in. Aan de hand van een aantal bekende en spraakmakende boeken en studies komen de volgende vraagstukken aan de orde: de ‘nieuwe’ revolutie die gaande is in de manier waarop we werken en die de toekomst van werk sterk zal veranderen (denk maar aan het toenemend aantal zzp-ers in Nederland en de groei van de ‘sharing economy’ (Uber, Airbnb)); tweedeling op de arbeidsmarkt tussen mensen met een flexibel en vast contract; de onderkant van de arbeidsmarkt; de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt en de manier waarop we omgaan met de organisatie van zorg voor kinderen, ouderen en zieken. Daarbij staan telkens drie niveaus of perspectieven centraal: de overheid en het overheidsbeleid (waarbij we met name ingaan op hervormingen in de verzorgingsstaat), arbeidsorganisaties en hun personeels- of HRM-beleid, en individuen. Hierbij kijken we enerzijds naar de betekenis van die vraagstukken vanuit het perspectief van de overheid, arbeidsorganisaties en individuen. Anderzijds komt de vraag naar de verantwoordelijkheden voor het omgaan met of het 'managen' van die vraagstukken aan de orde: wat zijn de verantwoordelijkheden van de overheid, van arbeidsorganisaties, van individuen?
In de cursus gaan we in op deze maatschappelijke vraagstukken en analyseren we hoe in de publieke en politieke arena over de aard ervan en de verantwoordelijkheidskwestie gedacht wordt. We zullen ontdekken dat wat positieve gevolgen heeft voor het ene niveau, negatief kan uitpakken op een ander niveau. Door casusbespreking, discussie en zelfstudie leer je verschillende standpunten herkennen en te onderzoeken op hun consequenties voor (overheids- en organisatie)beleid én voor de eigen toekomstige werkloopbaan.
 
In de onderwijsbijeenkomsten en bij de opdrachten zal geoefend worden in een aantal vaardigheden (presenteren, samenwerken, discussie leiden, probleemanalyse, recenseren).
Aan de hand van literatuur en casussen wordt aandacht besteed aan analyseren van vraagstukken op verschillende niveaus. Daarnaast vindt verdieping plaats doordat je in subgroepjes een les over een thema verzorgt. Je schrijft een recensie over één van de boeken die we lezen en de cursus wordt afgesloten met een individuele opdracht waarin de inzichten die je tijdens de cursus opdoet verwerkt worden in een zelfgekozen vraagstuk of thema.
 
Aanwezigheid is bij deze cursus belangrijk.
Studenten die vaker dan twee keer afwezig zijn, maken een vervangende opdracht.
 
Studenten die niet de bachelor Bestuurs- en Organisatiewetenschap volgen raden we aan zich vooraf kennis van de beginselen van Bestuurs- en Organisatiewetenschap eigen te maken. Je kunt dit doen door bijvoorbeeld de cursus Inleiding Bestuur en Organisatie (USG5020) te volgen.
SluitenHelpPrint
Switch to English