Leerlijn inhoud van besturen en organiseren van publieke vraagstukken
De student

1. heeft kennis en begrip van de voor bestuurs- en organisatiewetenschap relevante basistheorieën over organisaties en organisatieprincipes, in het bijzonder van 4 theoretische frames van waaruit organisaties bestudeerd kunnen worden, te weten het structural, human resource, political en symbolic frame;
2. heeft kennis en begrip van de voor de studie van organisaties relevante bijdrage van verschillende steundisciplines, te weten sociologie, psychologie, politicologie, economie, recht en filosofie;
3. kan deze theoretische ondergrond en de reflectie daarop in delen (bijv. bij de Structuurdiagnose) en in zijn geheel (bijv. bij de WYSIWYG-simulatie) gebruiken bij het analyseren van organisatiepraktijken en deze analyse omzetten in theoretisch onderbouwde handelingsrichtingen.

Leerlijn professioneel handelen bij besturen en organiseren van publieke vraagstukken
De student

1. kan – over het functioneren van organisaties – een kritisch oordeel vormen op basis van inzichten uit de verschillende frames (waaronder een reflectie op relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten), en op basis daarvan eventueel reframen;
2. heeft zich ontwikkeld richting een houding die getuigt van oog voor de waarde van diversiteit in benaderingen van (organistie)vraagstukken en getuigt van waardering voor de rol die diverse achtergronden daarin spelen binnen de organisatiecontext;
3. heeft zich ontwikkeld richting een houding die getuigt van sensitiviteit voor de omgeving van professioneel handelen en bewustzijn van de eigen rol daarin en de gevolgen van het eigen handelen, zoals dat tot uiting komt bij het rolgedrag van studenten tijdens de WYSIWYG-simulatie;
4. heeft zich ontwikkeld richting een houding die getuigt van een gevoel voor de ethische verantwoordelijkheden en het belang van integriteit die passen bij organisaties die zich bezig houden met het besturen en organiseren van publieke vraagstukken.

In deze cursus gaat het om het bestuderen van de kenmerken en het functioneren van organisaties. Het accent ligt op de variëteit aan organisaties die betekenis hebben voor maatschappelijke vraagstukken; de zogenoemde organisaties met een publieke functie. Voorbeelden van dit soort organisaties zijn overheidsorganisaties als ministeries, particuliere organisaties op het terrein van dienstverlening – denk aan ziekenhuizen en scholen - private organisaties zoals verzekeraars, energiebedrijven, projectontwikkelaars en adviesbureaus en zelforganisaties van burgers, zoals belangenorganisaties of sportverenigingen.

Om hier naar te kijken wordt gebruik gemaakt van inzichten die breed van toepassing zijn.
Het vertrekpunt vormt een viertal theoretische frames waarmee naar organisaties gekeken wordt. We bestuderen vanuit deze frames o.a.de structuren van organisaties, de betekenis van mensen in organisaties, machtsverhoudingen en politieke strijd binnen organisaties en de cultuur van organisaties.

In het verlengde hiervan besteden we aandacht aan de specifieke bijdrage van verschillende wetenschappelijke disciplines aan de bestudering van organisaties, zoals rechtswetenschap, sociologie, economie, politicologie, antropologie en psychologie.
 
Via opdrachten, simulatie en cases pas je deze inzichten toe op de analyse van organisaties en van problemen in organisaties. Bovendien bekijken we hoe vanuit deze inzichten een bijdrage geleverd kan worden aan het ‘beter’ laten functioneren van organisaties met een publieke functie.

Sociale en Professionele Vaardigheden

Het trainingsonderdeel 'Formele en informele organisatie: dynamiek ervaren' maakt deel uit van deze cursus.