De cursus heeft de volgende doelen:
- je bekwaamt je verder in het theoretisch plaatsen en methodologisch beoordelen van persuasie-onderzoek;
- je leert een (replicatie)experiment opzetten, uitvoeren, analyseren en rapporteren;
- je leert om praktische adviezen af te leiden uit empirisch onderzoek, en om een wetenschappelijk antwoord te zoeken op praktische vraagstukken.
|
|
In de cursus Gedragsbeïnvloeding gaat het om communicatie met klanten, burgers of cliënten die een organisatie ergens toe wil overhalen. We bestuderen gedragsbeïnvloeding binnen het commerciële domein, maar ook in non-profit contexten zoals de gezondheidszorg en overheidscampagnes. Daarbij staat steeds de vraag centraal wat voor soort gedrag er beïnvloed zou moeten worden, en op welke manier communicatie daar wel of geen effect op heeft.
Vervolgens kijken we naar een reeks factoren die de overtuigingskracht van persuasieve uitingen bepalen:
- de bron (de auteur en/of de organisatie);
- het medium (blog, facebookbericht, banner, papier);
- het al dan niet personaliseren van de boodschap;
- de persuasieve strategie: staat bijvoorbeeld inhoudelijke argumentatie centraal, wordt verwezen naar een merkidentiteit of wordt gerefereerd aan de sociale norm;
- het taalgebruik (met name framing);
- en het visuele ontwerp van de uiting.
Ten slotte gaan we in op morele aspecten van persuasieve communicatie: welke persuasietechnieken kennen ethische bezwaren?
In het eerste deel van de cursus lezen we literatuur over deze onderwerpen. Dit deel wordt afgesloten met een individueel paper over de cursusliteratuur. In het tweede deel van de cursus doe je een experimenteel persuasie-onderzoek, dat voortborduurt op een van de thema’s die in de literatuur zijn aangesneden. Je kiest daartoe uit een reeks thema’s die door de docent worden aangereikt.
Arbeidsmarktoriëntatie:
De cursus betreft een van de vier domeinen van organisatiecommunicatie die in de MA centraal staan. Naast theoretische literatuur zullen ook cases uit de praktijk worden behandeld.
|
 |
|