|
De student
- heeft kennis (op gevorderd niveau) van eerste en tweede taalverwerving in relatie tot cognitieve vermogens;
- is bekend met taalstoornissen in relatie tot (stoornissen in) cognitieve vermogens;
- heeft begrip van de wijze waarop wetenschappelijke vragen op de genoemde terreinen geformuleerd en gemotiveerd worden;
- heeft inzicht in de wijze waarop wetenschappelijk onderzoek op genoemde gebieden de klinische zorg (diagnostiek en interventie) kunnen informeren.
|
|
Het proces van eerste en tweede taalverwerving is op een complexe manier verweven met diverse cognitieve vermogens en de ontwikkeling daarvan. In deze cursus gaan we specifiek in op de relaties tussen taalverwerving en (1) Theory of Mind, (2) geheugen (lange-termijn en korte-termijn), en (3) executieve functies. Deze (complexe) relaties kunnen mede opgehelderd worden door te kijken naar stoornissen in ontwikkeling van taal en/of cognitie. Vanuit dat perspectief zal in de cursus aandacht besteed worden aan primaire taalontwikkelingsstoornissen, en taalstoornissen die secundair zijn aan bijvoorbeeld autisme. De mogelijke klinische relevantie hiervan wordt aan de orde gesteld.
Deze cursus maakt deel uit van de minor Taalontwikkeling.
Luistertaal
In deze cursus is Luistertaal mogelijk. Deze cursus wordt aangeboden in het Nederlands. De cursus staat ook open voor studenten die deze taal vooral receptief beheersen (als luistertaal). Deze studenten kunnen desgewenst in het Engels deelnemen, en ook toetsonderdelen in die taal afleggen. Als je van luistertaal gebruik wilt maken, neem dan direct na inschrijving contact op met de docent. Let op: als je van luistertaal gebruik maakt, dan wordt deze cursus opgenomen in de profileringsruimte van je opleiding. De cursus kan dan niet gelden als taalspecifieke cursus binnen het major of minor onderdeel van je opleiding.
|
 |
|