SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: RGMUSTR101
RGMUSTR101
Capita selecta strafrecht: Materieel strafrecht: Preventief strafrecht
Cursus informatie
CursuscodeRGMUSTR101
Studiepunten (EC)2,5
Cursusdoelen
Na afloop van de module: 
  • heeft de student kennis van en inzicht in de verschillende (algemene en specifieke) strafbaarstellingen in de voorbereidingsfase.
  • is de student in staat om zelfstandig en in korte tijd diepgaande kennis en inzicht te verwerven in een vraagstuk of onderwerp op het terrein van het preventief strafrecht.
  • heeft de student inzicht in de argumenten en de argumentatiestructuur van een wetenschappelijke tekst.
  • kan de student materiaal (o.m. regelgeving, literatuur en rechtspraak) verzamelen en beoordelen.
  • kan de student een uitspraak van de strafkamer van de Hoge Raad op het terrein van voorbereidingshandelingen en/of andere strafbaarstellingen met een preventief karakter analyseren en evalueren, onder meer met het oog op de betekenis daarvan voor de (veronderstelde) subjectivering van het strafrecht (van een daadstrafrecht naar een intentiestrafrecht).
Inhoud
Aanvankelijk waren voorbereidingshandelingen in het Wetboek van Strafrecht slechts bij hoge uitzondering strafbaar gesteld. Het uitgangspunt van de wetgever van 1881 is geweest dat de voorbereidingsfase buiten het bereik van het strafrecht valt. Dit uitgangspunt is definitief verlaten toen in 1994 in art. 46 Sr een algemene strafbaarstelling van de voorbereiding van ernstige misdrijven werd opgenomen. Mede op basis van twee wetswijzigingen (van 2002 en 2007) en de (recente) jurisprudentie – en de discussies die daarover in de wetenschappelijke literatuur zijn gevoerd – zal binnen deze module worden onderzocht hoe deze strafbaarstelling thans precies moet worden afgebakend.
 
De strafbaarheid van (individuele) voorbereidingshandelingen is in de loop der jaren steeds verder uitgebreid. De opvatting van de ontwerpers van het wetboek dat de veiligheid van de staat afdoende wordt beschermd door de strafbaarstelling van collectieve voorbereidingshandelingen (samenspanning, deelneming aan een criminele organisatie) is daarbij gaandeweg verlaten. Zo is in het kader van de terrorismebestrijding art. 134a Sr ingevoerd, waarin onder meer strafbaar is gesteld het zich of een ander opzettelijk (trachten te) verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen, voorbereiden of vergemakkelijken van een terroristisch misdrijf, dan wel het verwerven of bijbrengen van kennis of vaardigheden daartoe (kort gezegd: training voor terrorisme). Voorts kan worden gewezen op de strafbaarstelling van ‘grooming’ in art. 248e Sr. In de derde plaats is als gevolg van de zogenoemde Voetbalwet een bijzondere strafbaarstelling ingevoerd van de voorbereiding van het plegen van geweld tegen personen of goederen (art. 141a Sr). Buiten het Wetboek van Strafrecht treffen we ook strafbaarstellingen inzake voorbereiding aan, zoals art. 11a Opiumwet dat de strafbaarstelling van voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt omvat. Al deze strafbaarstellingen stellen gedrag strafbaar in de fase voorafgaand aan het uiteindelijke delict en zien daarmee op de strafrechtelijke aansprakelijkheid in de voorfase. Het doel is het begaan van het uiteindelijke delict te voorkomen; om die reden spreken we over preventief strafrecht.
 
De (verruiming van de) strafbaarstelling(en) van voorbereidingshandelingen past bij een maatschappij die wel wordt getypeerd als een ‘risicosamenleving’. In dit verband wordt ook wel gesproken over een ‘voorzorgstrafrecht’. Een mogelijk bezwaar tegen deze ontwikkeling is dat niet langer gedragingen en handelingen, maar intenties het uitgangspunt gaan vormen voor strafrechtelijke aansprakelijkheid. Mede vanuit die invalshoek zal binnen deze module kritisch worden gekeken naar de grenzen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid in de voorfase.

Algemene informatie over Capita Selecta I en Capita Selecta II

Doelstellingen van Capita Selecta I en Capita Selecta II

Capita Selecta I (10 EC) en Capita Selecta II (5 EC) bestaan uit verdiepingsmodules waarvan u in totaal zes modules volgt.

Capita Selecta I begeeft zich wat onderwerpen betreft in de kern van het strafrecht en het strafprocesrecht. Daarnaast biedt de cursus ruimte om op actualiteiten in te gaan dan wel thema’s multidimensionaal te benaderen. De master Strafrecht wil studenten goed voorbereiden op de arbeidsmarkt. Beroepen als advocaat, officier van justitie en rechter vergen een gedegen en diepgaande kennis van zowel het materiële strafrecht als het strafprocesrecht. Capita Selecta I bevat daartoe een cluster van vijf materieelstrafrechtelijke modules en een cluster van zes strafprocesrechtelijke modules, waarbij u verplicht bent om twee materieelstrafrechtelijke modules en twee strafprocesrechtelijke modules te volgen en met goed gevolg af te ronden.

Alle modules duren drie weken, waarvan twee weken onderwijs en één toetsweek. De onderwijsvormen en de toetsing verschilt per module en is aangepast op het thema en de opzet van de module. In de twee weken onderwijs gaat u meteen de diepte in in het specifieke, afgebakende thema van de module. Daarbij wordt van u verwacht dat u zelf materiaal verzamelt (er zijn geen readers, wel studiebulletins), dat u actief en goed voorbereid participeert in het onderwijs, dat u zichzelf bijspijkert als bepaalde basiskennis zou blijken te ontbreken. Een module vergt daarmee veel zelfstudie. Aldus wordt u in elke module kort, maar diepgaand ‘ondergedompeld’ in een bepaald thema. Daarmee verwerft u op specifieke terreinen veel kennis, alsmede de vaardigheid om op een bepaald thema snel in te werken en de diepte in te gaan. Dat is iets wat u later als advocaat, rechter, officier van justitie e.d. ook moet kunnen.

Doordat binnen het verband van Capita Selecta meer modules op materieelstrafrechtelijk en strafprocesrechtelijk terrein worden aangeboden, kunt u modules kiezen die aansluiten bij persoonlijke belangstellingen. De modules kunnen jaarlijks wisselen. Elke module is 2,5 ECTS. Dit jaar worden de volgende modules aangeboden:

Het cluster van modules op materieelstrafrechtelijk terrein (waaruit twee modules moeten worden gekozen):
Module 1 Sr: Materieel strafrecht: Materieelstrafrechtelijk legaliteitsbeginsel (RGMUSTR100)
Module 2 Sr: Materieel strafrecht: Preventief strafrecht  (RGMUSTR101)
Module 3 Sr: Materieel strafrecht: Witwassen (RGMUSTR102)
Module 4 Sr: Materieel strafrecht: Voordeelsontneming (RGMUSTR111)
Module 5 Sr: Materieel strafrecht: Neurowetenschap en strafrecht: focus op forensische psychiatrie (RGMUSTR113)
 
Het cluster van modules op strafprocesrechtelijk terrein (waaruit eveneens twee modules moeten worden gekozen):
Module 1 Sv: Strafprocesrecht: De positie van het slachtoffer (RGMUSTR107)
Module 2 Sv: Strafprocesrecht: Voorarrest (RGMUSTR105)
Module 3 Sv: Strafprocesrecht: Modernisering wetboek van strafvordering (RGMUSTR106)
Module 4 Sv: Strafprocesrecht: Buitengerechtelijke afdoening (RGMUSTR114)
Module 5 Sv: Strafprocesrecht: Ne bis in idem beginsel (RGMUSTR115)
Module 6 Sv: Strafprocesrecht: Bijzondere opsporingsbevoegdheden (RGMUSTR116)
 
Capita Selecta II ziet op het verwerven van verschillende soorten vaardigheden. Het betreft vaardigheden die voor de rechtspraktijk van groot belang zijn. Daarbij wordt uitgesplitst naar de rechtspraktijk in de vorm van de togaberoepen en de rechtspraktijk in de vorm van onderzoeksfuncties. Voor beoefenaren van de togaberoepen is van groot belang dat zij beschikken over uitstekende mondelinge vaardigheden vooral in de vorm van pleiten. Dat is wat advocaten doen bij hun pleidooi en wat officieren van justitie doen bij hun requisitoir. Daarom wordt in Capita Selecta II een module over het schrijven en het houden van een pleidooi en/of requisitoir aangeboden, de module Praktijkopdracht.

Echter, niet alle studenten komen uiteindelijk in togaberoepen terecht. Zij verwerven vaak functies met een onderzoekscomponent of beleidscomponent. Bovendien hebben studenten soms belangstelling voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. Om die reden wordt ook een module onderzoeksopdracht aangeboden. Maar ook hier is het geven van een presentatie onderdeel van de toetsing.

Ten slotte maakt de module Onderzoeksopzet scriptie onderdeel uit van Capita Selecta II. Hierna komt deze voor alle studenten verplichte module verder aan bod.

Cursusdoelen Capita Selecta I

Na afloop van Capita Selecta I:
  • heeft de student diepgaande kennis van en inzicht in een aantal deelterreinen van het straf(proces)recht.
  • heeft de student kennis van en inzicht in de wisselwerking tussen Europese en internationale ontwikkelingen en van het straf(proces)recht,  en is in staat om de internationale en nationale maatschappelijke context van het straf(proces)recht mee te wegen in de analyse van dat rechtsgebied.
  • is de student in staat om zelfstandig en in korte tijd diepgaande kennis en inzicht te verwerven in een vraagstuk of onderwerp op het terrein van het straf(proces)recht, mede met het oog op het professioneel functioneren op de arbeidsmarkt.
  • is de student in staat om zelfstandig bestaande wetenschappelijke kennis op integere en methodologisch verantwoorde wijze te vergaren, deze op waarde te schatten en daarop kritisch te reflecteren en deze op systematische wijze te verwerken en te ordenen, ongeacht of de bronnen van deze kennis in het Nederlands of in het Engels zijn gesteld.
  • kan de student kennis, ideeën, oplossingen en conclusies alsmede de argumenten, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, zowel schriftelijk als mondeling begrijpelijk, gestructureerd, correct en overtuigend communiceren aan een publiek van specialisten en niet-specialisten.
  • is de student is in staat theorie en praktijk met elkaar te verbinden in het bijzonder door een analyse te maken van en oplossingen aan te dragen voor juridische kwesties die in de praktijk spelen aan de hand van de theoretische kennis en inzichten die zijn verkregen.
 
Cursusdoelen Capita Selecta II

Na afloop van Capita Selecta II:
  • heeft de student kennis van en inzicht in een onderwerp behorend tot het straf(proces)recht.
  • kan de student een straf(proces)rechtelijk leerstuk in context plaatsen.
  • kan de student een onderzoeksvraag formuleren en uitwerken in deelvragen en heeft hij een goedgekeurde opzet voor zijn scriptie opgesteld.
  • kan de student materiaal (o.m. regelgeving, literatuur en rechtspraak) verzamelen en beoordelen.
  • kan de student een opzet voor zijn masterscriptie structureren en opstellen, en de opzet schrijven in helder en correct Nederlands.
  • kan de student een coherent betoog opbouwen, schrijven en presenteren, op basis van  een heldere juridische argumentatie, uitdrukken.
  • kan de student juridisch redeneren en schrijven (duidelijke opbouw, structuur en conclusies) en daarvan schriftelijk verslag doen in een paper geschreven in helder en correct Nederlands waarbij men zich doeltreffend kan uitdrukken.
  • kan de student individueel of groepsgewijs een luisterwaardig betoog houden, op basis van een zelf geschreven processtuk of paper.

Afwijkende module: Module Onderzoeksopzet scriptie

Een module heeft een andere opzet en moet door iedereen worden gevolgd. Dat is de module Onderzoeksopzet scriptie (RGMUSTR010). Deze module strekt tot het schrijven van een definitieve, goedgekeurde opzet voor de masterscriptie. De module vormt het sluitstuk van het OST-traject. Het is het eindresultaat van de derde fase in het OST-traject (zie het document Onderzoeks- en scriptietraject Master Strafrecht 2018-2019, te vinden op de Blackboardomgeving van de module). Voor de module Onderzoeksopzet scriptie ontvangt u geen cijfer, maar een voldoende of een onvoldoende.  Als u een voldoende haalt, kunt u aanvangen met het schrijven van de masterscriptie onder begeleiding van de scriptiebegeleider die u in het OST-traject in december wordt toegewezen. Bij een onvoldoende kunt u niet beginnen met het schrijven van de masterscriptie. U zal de module Onderzoeksopzet scriptie moeten repareren door alsnog een scriptieopzet in te leveren die met een voldoende kan worden beoordeeld. Voor meer informatie over de module zie het Studiebulletin van de module Onderzoeksopzet scriptie dat op de Blackboardomgeving van de module beschikbaar is gesteld.

Wanneer is aan de vereisten van Capita Selecta I en Capita Selecta II voldaan?

Aan de vereisten van Capita Selecta I (10 EC) is voldaan zodra uit Osiris blijkt dat u twee materieelstrafrechtelijke en twee strafprocesrechtelijke modules met succes heeft behaald. Aan de vereisten van Capita Selecta II (5 EC) is voldaan, zodra uit Osiris blijkt u een voldoende heeft behaald voor de module Onderzoeksopzet scriptie alsmede een voldoende heeft behaald voor ofwel de module Praktijkopdracht, ofwel de module Onderzoeksopdracht.

Rooster en inschrijving

Periode 3 is onderverdeeld in drie blokken van drie weken. De modules van Capita Selecta I en Capita Selecta II worden verspreid over deze blokken van drie weken aangeboden. De module Onderzoeksopzet scriptie wordt alleen in het eerste blok van drie weken aangeboden en moet, als gezegd, door iedereen worden gevolgd. Voor de andere modules geldt dat daarvoor kan worden ingeschreven. Vanwege de verplichting om twee materieelstrafrechtelijke modules en twee strafprocesrechtelijke modules met goed gevolg af te ronden, moet u een zodanige keuze maken uit het aanbod van modules dat u in staat bent om aan deze verplichting te kunnen voldoen. Dat kan betekenen dat u in een blok drie modules moet volgen, terwijl u in een ander blok twee modules volgt.

Let op: voor de meeste modules geldt een maximumcapaciteit van 25 studenten. Schrijf derhalve zo snel mogelijk in en geef voorkeuren aan. U wordt in modules geplaatst. Het kan zijn dat u niet kan worden geplaatst in de module van uw eerste voorkeur.
Reparatie of inhalen van een module

Voor elke module geldt dat een reparatie- of inhaalmogelijkheid bestaat. Voor deze reparatie- of inhaalmogelijkheid geldt een algemene regeling die op Blackboardomgeving van het OST bekend wordt gemaakt. Deze reparatie- of inhaalmogelijkheid komt er in de kern op neer dat binnen de module waarvoor een onvoldoende is behaald een vervangende schriftelijke toets moet worden afgelegd. De docent van de desbetreffende module bepaalt wat de reparatie- of inhaalmogelijkheid inhoudt en wanneer die plaatsvindt (dat kan in periode 4 zijn, vooral bij modules van het derde blok). Raadpleeg derhalve de genoemde algemene regeling en neem contact op met de docent van de module over de reparatie- of inhaalmogelijkheid.
Mocht u in periode 4 gebruik (moeten) maken van een reparatie- of inhaalmogelijkheid, dan heeft dat invloed op uw scriptieplanning. Eventuele vertraging die u oploopt bij het schrijven van uw scriptie is uw eigen verantwoordelijkheid. De scriptiedeadline blijft onverkort gelden.

 
SluitenHelpPrint
Switch to English