Na afloop van de cursus:

• heeft de student diepgaande kennis van en inzicht in belangrijke uitgangspunten en kernbeginselen van het strafprocesrecht.
• heeft de student diepgaande kennis van en inzicht in leerstukken van strafprocesrecht, het systeem van de strafvordering en de rechten en de positie van de raadsman in strafzaken.
• heeft de student kennis van en inzicht in de betekenis van mensenrechten voor de strafrechtspleging zoals die via het EVRM en de Europese Unie doorwerken in de nationale rechtsorde.
• kan de student wet- en regelgeving toepassen op concrete casusposities en casus oplossen.
• Kan de student kennis, ideeën, oplossingen en conclusies alsmede de argumenten, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen begrijpelijk, gestructureerd, correct en overtuigend communiceren in de vorm van een betoog.

Voor strafrechtjuristen is het van belang, zeker met het oog op de rechtspraktijk, dat zij gedegen kennis hebben van het strafprocesrecht. De functie en taakuitoefening van beoefenaren van deze togaberoepen wordt immers bepaald door het strafprocesrecht. De cursus behandelt dan ook kernbeginselen en uitgangspunten van het strafprocesrecht diepgaand en legt daarmee een stevige basis voor deelname aan de rechtspraktijk. Nadrukkelijk zal aan de orde komen de doorwerking van mensenrechten (EVRM en Europese Unie) in de nationale strafrechtspleging. Onderwerpen die in de cursus aan bod kunnen komen zijn:
- verdedigingsrechten in strafzaken
- het ne bis in idem beginsel
- het nemo teneturbeginsel
- opsporingsbevoegdheden en het recht op privacy
- vormverzuimen
- betekenis van het EVRM en de rechtspraak van het EHRM voor de strafrechtspleging, inclusief de wijze van doorwerking en convergentie alsmede overlap met rechtsinstrumenten van Unierecht, waaronder het EU-handvest