SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: RGMUSCNRSM
RGMUSCNRSM
Onderzoeks- en scriptietraject strafrecht
Cursus informatie
CursuscodeRGMUSCNRSM
Studiepunten (EC)15
Cursusdoelen
Na afloop van het onderzoeks- en scriptietraject:
  • heeft de student diepgaande kennis van en inzicht in een zelfgekozen onderdeel van het door de master bestreken gebied.
  • is de student in staat om zelfstandig bestaande wetenschappelijke kennis op integere en methodologisch verantwoorde wijze te vergaren, deze op waarde te schatten en daarop kritisch te reflecteren en deze op systematische wijze te verwerken en te ordenen, ongeacht of de bronnen van deze kennis in het Nederlands of in het Engels zijn gesteld.
  • kan de student zelfstandig een schriftelijk of mondeling betoog van een ander kritisch analyseren en waarderen, mede door het betoog af te zetten tegen algemeen aanvaarde kennis van en inzichten in het desbetreffende onderwerp.
  • kan de student een beargumenteerd standpunt innemen in de voortgaande publieke discussie over de ontwikkeling van een zelfgekozen onderdeel van het door de master bestreken gebied en geeft daarbij blijk zich bewust te zijn van de werking en de grenzen van het recht en van multidimensionale en internationale aspecten die bij de rechtsvorming en de rechtshandhaving een rol spelen.
  • kan de student kennis, ideeën, oplossingen en conclusies alsmede de argumenten, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, schriftelijk begrijpelijk, gestructureerd, correct en overtuigend communiceren aan een publiek van specialisten en niet-specialisten.
  • kan de student reflecteren op eigen (professioneel) functioneren.
Inhoud
Het Onderzoek- en Scriptietraject (OST) beoogt de studenten voor te bereiden op het schrijven van een masterscriptie die voldoet aan de daartoe gestelde wetenschappelijke eisen. Om die reden bestaat het OST uit een traject in vier fasen, waarbij de verschillende vormen van kennis en vaardigheden voor het schrijven van een scriptie aan bod komen. Onderdeel van het OST is een verplichte module van 2,5 ECTS over het schrijven van een onderzoeksopzet binnen de cursus Capita Selecta II. Uiteindelijk moet het OST resulteren in een goedgekeurde masterscriptie.

Fase 1: Hoe bepaal ik een goed onderwerp voor een scriptie?
De student leert te beoordelen welke onderwerpen bij zijn/haar belangstelling en beoogd carriereperspectief passen (dus arbeidsmarktoriëntatie is hier van belang), welke onderwerpen maatschappelijk en wetenschappelijk relevant zijn, welke onderwerpen innovatief en vernieuwend zijn en welke onderwerpen voldoende omvatten om er een masterscriptie over te kunnen schrijven.  Fase 1 moet leiden tot het bepalen van het scriptieonderwerp door iedere student. Het scriptieonderwerp moet begin december zijn bepaald en te zijn opgegeven aan de scriptiecoördinator. Fase 1 opent met een basiscollege over de do's en don'ts van het schrijven van een scriptie. Vervolgens komen de studenten in kleine groepen onder leiding van een docent maandelijks bijeen in zgn. peer group meetings. De studenten vullen de peer group meetings in naar eigen behoeften; de docent begeleidt en bewaakt het proces en treedt coachend op.

Fase 2: Welke vaardigheden zijn benodigd voor het schrijven van een scriptie?
De student wordt inzicht geboden in wat in meer algemene zin de vaardigheden zijn waarover hij/zij moet beschikken om een goede scriptie te kunnen schrijven. In dat verband zal aandacht worden besteed aan de volgende onderwerpen:
- Wat is de betekenis van een goede onderzoeksopzet en hoe ziet die er uit?
- Hoe formuleer ik een goede onderzoeksvraag met adequate deelvragen?
- Hoe ga ik op zoek naar de voor mijn scriptie relevante rechtspraak, literatuur e.a.?
- Waar vind ik mijn bronnen en hoe ga ik daarmee om?
- Hoe structureer ik een betoog?
- Hoe presenteer ik de onderzoeksresultaten adequaat schriftelijk en mondeling?
Aldus beoogt Fase 2 inzicht in deze vaardigheden bij te brengen met het oog op het verwezenlijken van de doelstelling in Fase 3. Het onderwijs hierin bestaat uit peer group meetings onder leiding van een docent, waarbij vanaf januari de studenten worden ingedeeld in een groepje onder leiding van de eigen scriptiebegeleider. Dan kan begeleiding meer aansluiten bij de individuele behoeften van de student en meer inhoudelijk zijn gericht op het inmiddels vastgestelde scriptieonderwerp. De scriptiebegeleider treedt meer op als docent.

Fase 3: Het formuleren van een adequate onderzoeksopzet
In deze fase leert een student een goede probleemstelling te formuleren over het onderwerp van zijn keuze, met een uitwerking in adequate deelvragen, welke bronnen voor het beoogde onderzoek relevant zijn, en op welke wijze een goede structuur en indeling voor de scriptie kan worden gerealiseerd. Het onderwijs hierin wordt aangeboden in de vorm van de verplichte module "Het schrijven van een scriptieopzet" die binnen de cursus Capita Selecta II wordt aangeboden. Deze module kent een basiscollege en een aantal werkgroepen als werkvormen. Daarnaast komen studenten in periode 3 om de 3 weken in peer group meetings bijeen onder leiding van hun scriptiebegeleider. Zij bespreken elkaars ervaringen met het uitwerken van een scriptieopzet, geven elkaar feedback daarop, en ontvangen begeleiding en feedback van hun scriptiebgeleider. Het eindresultaat van Fase 3 is een goedgekeurde uitgebreide scriptieopzet die het startpunt vormt voor het schrijven van de masterscriptie in periode 4. Daarmee is tevens aande genoemde module voldaan.

Fase 4: Het schrijven van een masterscriptie
In deze fase werkt de student zelfstandig, doch onder individuele begeleiding van een docent, aan zijn masterscriptie conform de goedgekeurde scriptieopzet. De student en de docent stellen op basis van die scriptieopzet en de gebleken behoeften van de student een individueel begeleidingstraject vast met afspraken over wanneer welk onderdeel van de scriptie moet worden ingeleverd en wordt besproken. Het eindresultaat is een goedgekeurde en becijferde masterscriptie, waarmee aan de masterscriptieverplichting van het masterprogramma is voldaan en de student, bij het behalen van alle cursussen, kan afstuderen.




SluitenHelpPrint
Switch to English