 | | | Cursuscode | | RGMUSBR125 |
| | | |
| | | | | |
Leerdoelen
Na afloop van de cursus:
• Kunt u alle kennis opgedaan in de hele opleiding – bachelor én master - inzetten in een voor u nieuw of onbekend rechtsterreinen met de daaraan gekoppelde juridische vraagstukken.
• Bent u in staat om zelfstandig en in korte tijd diepgaande kennis en inzicht te verwerven in een vraagstuk of onderwerp op het terrein van het staats-, bestuurs-, omgevingsrecht en rechtstheorie, mede met het oog op het professioneel functioneren op de arbeidsmarkt van de rechtspraktijk.
• Heeft u verdiepte kennis van en inzicht in een aantal specifieke deelterreinen van het staats-, bestuurs-, omgevingsrecht en rechtstheorie. Daarbij wordt een internationaalrechtelijke context en/of een multidisciplinaire benadering niet uitgesloten.
• Bent u in staat om snel publiekrechtelijke of rechtstheoretische leerstukken in een ruimere juridische en/of sociaal maatschappelijke context te plaatsen.
• Kunt u zelfstandig relevante literatuur, wetgeving en jurisprudentie zoeken, bestuderen, analyseren en kritisch erop reflecteren. Deze kennis kunt u vervolgens snel omzetten in de verwerking van uiteenlopende soorten opdrachten.
• Kunt u een adequate wetenschappelijk probleemstelling formuleren en aan de hand van een concreet probleem een beargumenteerde juridische oplossing vorm geven.
• Kunt u op heldere wijze uw onderzoeksresultaten verwoorden, zowel mondeling als schriftelijk.
|
|
|
This course is about the transboundary aspects of EU Water Law. In 2001 the Water Framework Directive (WFD) entered into force. This Directive, in its famous Article 4, holds environmental standards for the chemical and ecological quality of all surface water bodies on EU Territory. These standards are to be considered 'obligations of result', which means that they have to be met by the Member States within a given time frame; only few (exhaustively listed) exemptions can be made to these requirements. Building upon the 1992 Helsinki Treaty, the WFD also introduced the so-called 'river basin approach', dividing the EU Territory into a number of catchment areas (referred to as 'river basin districts') on the basis of hydrological, instead of institutional criteria. Most river basin districts are transboudary in nature; they partly cover the territory of two or more Member States. Essentially a promising approach, it has not yet proven to be as effective as desired: many surface water bodies in the EU still do not yet meet the legally required quality standards. In literature, this was partly attributed to the fact that the river basin approach in conjuction with the environemtal quality standards creates a common goal in the pursuit of which Member States are only individually, and not collectively, responsible. In other words, especially down-stream Member States (such as the Netherlands) receive water that is already 'too polluted', but are nonetheless responsible for meeting the chemical and ecological standards, leaving little room for economic activities that potentially affect water quality. Taking this problem as a starting point, the aim of this course is to discover and discuss potential coordinative, cooperative or other arrangements for bettering this situation. The course is open to students of both the SBR and EU Law Master's Programs up to a maximum of 25. Organized in the context of the SBR Master's Program, students of that program get priority over other students in case of over-registration. This course will be taught in English.
Algemeen
Capita Selecta SBR is een vak (10 EC), waarbinnen u in totaal 4 korte modules (2,5 EC) volgt in periode 3. Een daarvan – Onderzoek en scriptie traject is verplicht voor alle masterstudenten. De andere drie zijn keuze-modules. Het is de bedoeling om dat aanbod elk jaar deels te vernieuwen om zo in te kunnen spelen op actuele thema’s en de rechtsontwikkelingen. Inhoudelijk dekt het aanbod het staatsrecht, het bestuursrecht, het omgevingsrecht en rechtstheorie met, uiteraard, kruisverbanden tussen deze publiekrechtelijke vakken. Zo kunnen wij een wisselend aanbod van actuele onderwerpen vorm geven in de kortlopende modules voor de duur van drie weken.
Het vak Capita Selecta is er op gericht om een aantal onderwerpen in zeer korte tijd nader te verdiepen. Bij de keuze van de onderwerpen spelen de actualiteit alsmede ontwikkelingen in literatuur en rechtspraak een grote rol. De onderwerpen worden in verband gebracht met de fundamenten van het staats- en bestuursrecht zoals het legaliteitsbeginsel, bevoegdheden, uitvoering en bestuurlijk handelen - zowel centraal als decentraal - alsmede grondrechten en andere normering van overheidsoptreden.
Een module is een korte, maar hevige ‘onderdompeling’ in een juridisch probleem of kwestie van beperkte omvang waarbij u alle reeds opgedane kennis en vaardigheden op het gebied van het staats- en bestuursrecht, omgevingsrecht en rechtstheorie inzet. Elke module vergt veel inzet, werk en zelfstudie, en is flexibel ingevuld (zowel qua onderwerp; groepsgrootte [maximaal 25 studenten]; toetsvormen en taal). Het vak Capita Selecta biedt u de gelegenheid om binnen het vak een keuze te maken voor modules die onderwerpen behadelen die aansluiten op uw eigen persoonlijke voorkeuren, interesses en/of de door u gevolgde track.
Binnen de genoemde modules kweekt u niet alleen op dat specifieke terrein veel kennis, maar ook de vaardigheid om u in een bepaald thema snel in te werken en tot juridische oplossingen te komen, net zoals u dat, na uw opleiding, in de rechtspraktijk ook zult moeten kunnen doen.
Opzet
Er is één module die een andere opzet heeft en die door iedereen verplicht moet worden gevolgd. U volgt het hele masterjaar het Onderzoeks- en scriptietraject (OST) ter voorbereiding van uw master-scriptie. Periodes 1 en 2 staan in het teken van onderzoeksvaardigheden en het werken aan een onderzoeksopzet. In periode 3 is het afronden van de onderzoeksopzet één van de modules van Capita Selecta. Deze module is verplicht. Dit betekent onder andere dat het afronden van de onderzoeksopzet niet in een andere periode kan plaatsvinden, ook niet als de scriptie niet in periode 4 wordt geschreven in verband met bijvoorbeeld een stage. Ook dan moet u deze module verplicht volgen! Tijdens deze module wordt gewerkt aan de afronding van onderzoeksvraag en onderzoeksopzet van de masterscriptie. Na het OST gaat u zelfstandig, doch onder begeleiding van een ervaren onderzoeker, aan de slag met uw masterscriptie. Periode 4 is dan volledig vrij geroosterd voor het schrijven van de scriptie. Voor deze onderzoeksmodule ontvangt u geen cijfer, maar een voldoende of een onvoldoende. Als u een voldoende haalt, kunt u verdergaan met het schrijven van uw masterscriptie. Als u een onvoldoende haalt, kunt u niet verder gaan met uw scriptie. De vertraging die u hierdoor oploopt, zal consequenties hebben voor uw studieplanning.
Aan de vereisten van Capita Selecta SBR (10 EC) is voldaan zodra uit Osiris blijkt dat u drie modules met succes hebt behaald en ook aan de vereisten van de module voor het Onderzoek en scriptie traject is voldaan.
Periode 3 is onderverdeeld in drie blokjes van drie weken, hetgeen tot gevolg heeft dat u ieder blok twee modules volgt (1 module OST gedurende de hele periode 3 + 1 module per blokje). Elke module is, administratief gezien, een apart vak.
Toetsing
Voor elke module die u volgt moet u een toets afleggen en die in beginsel in de laatste week van de module inleveren. De toetsvorm kan verschillen: het kan zijn het doen van een onderzoek en verslaglegging (paper); het schrijven van een advies (over wetgeving of anderszins); het schrijven van processtukken (een bezwaar- of beroepschrift of een verweerschrift); het becommentariëren van jurisprudentie; het formuleren van opinies; het behandelen van een juridisch dossier in een rechtszaak- of practicum-situatie; het deelnemen aan een simulatie of iets vergelijkbaars; het maken van vlog e.d. Houdt u rekening dat ook actieve participatie (bij een simulatie of deelnemen aan een debat) of een mondelinge bijdrage – bijvoorbeeld een presentatie - onderdeel kan uitmaken van de toetsing.
Bij die modules waar de voertaal Engels is, zal de tentaminering ook in het Engels zijn.
Men gaat er van uit dat u kunt slagen in uw opdrachten. Het kan natuurlijk voorkomen dat u een onvoldoende haalt voor de opdracht die u in een bepaalde module moet maken. Het is niet op voorhand mogelijk om een specifieke vorm te kiezen voor een inhaal- of reparatievoorziening. Als het aantal studenten dat (een) onvoldoende(s) heeft gehaald in een module laag zijn, dan zal een reparatieopdracht binnen de met een onvoldoende afgesloten module gemaakt moeten worden. Als relatief veel studenten onvoldoendes halen, kan het zo zijn dat in periode 4 aan hen een speciale “reparatiemodule” wordt aangeboden. Welke keuze gemaakt zal worden, hangt dus van de omstandigheden af en kan wellicht pas tegen het einde van de cursus Capita Selecta duidelijk zijn. Op grond van de tot nu toe opgedane ervaring, is een reparatieopdracht binnen de gevolgde module de gangbare modaliteit gebleken.
Mocht u in periode 4 gebruik (moeten) maken van de inhaal- of reparatiemogelijkheid, in welke vorm dan ook, dan heeft dat invloed op uw scriptieplanning. Eventuele vertraging die u oploopt bij het schrijven van uw scriptie is uw eigen verantwoordelijkheid. De scriptiedeadlines – inleveren concept en eindversie conform het OER - blijven onverkort gelden.
|
|
|
|
|
| | | |
|
| |
| |