Na afloop van Capita Selecta:
- heeft de student diepgaande kennis van en inzicht in een aantal deelterreinen van het ondernemingsrecht, het arbeidsrecht en het mededingingsrecht;
- heeft de student kennis van en inzicht in de wisselwerking tussen Europese en internationale ontwikkelingen en (onderdelen van) deze rechtsgebieden, en is in staat om de internationale en nationale maatschappelijke context van (onderdelen van) het ondernemingsrecht, het arbeidsrecht en het mededingingsrecht mee te wegen in de analyse van deze rechtsgebieden.
- is de student in staat om zelfstandig en in korte tijd diepgaande kennis en inzicht te verwerven in een vraagstuk of onderwerp op het terrein van het privaatrecht, mede met het oog op het professioneel functioneren op de arbeidsmarkt;
- is de student in staat om zelfstandig bestaande wetenschappelijke kennis op integere en methodologisch verantwoorde wijze te vergaren, deze op waarde te schatten en daarop kritisch te reflecteren en deze op systematische wijze te verwerken en te ordenen, ongeacht of de bronnen van deze kennis in het Nederlands of in het Engels zijn gesteld;
- kan de student kennis, ideeën, oplossingen en conclusies alsmede de argumenten, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, zowel schriftelijk als mondeling begrijpelijk, gestructureerd, correct en overtuigend communiceren aan een publiek van specialisten en niet-specialisten;
- is de student is in staat theorie en praktijk met elkaar te verbinden in het bijzonder door een analyse te maken van en oplossingen aan te dragen voor juridische kwesties die in de praktijk spelen aan de hand van de theoretische kennis en inzichten die zijn verkregen.
|
 |
|
In dit onderdeel worden de socialezekerheidsregelgeving en jurisprudentie onderzocht die van toepassing zijn bij grensoverschrijdend verkeer van werknemers: waar moet men premie betalen, op welke uitkeringen heeft men recht bij werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom.
Leerdoelen:
Na deze module doorlopen te hebben (dat wil zeggen: de opdracht uitgevoerd te hebben, de colleges gevolgd te hebben en de literatuur bestudeerd te hebben):
- heeft de student verdiepte kennis van en inzicht in een (aantal) deelterrein(en) van het ondernemingsrecht.
- is de student in staat om een ondernemingsrechtelijk leerstuk in een ruimere context te plaatsen.
- kan de student zelfstandig relevante literatuur en jurisprudentie uitzoeken en bestuderen.
- kan de student een adequate probleemstelling formuleren.
- kan de student op heldere wijze zijn onderzoeksresultaten verwoorden, zowel mondeling als schriftelijk.
- is de student in staat om zelfstandig en in korte tijd diepgaande kennis en inzicht te verwerven in een ondernemingsrechtelijk vraagstuk of onderwerp, mede met het oog op het professioneel functioneren op de arbeidsmarkt.
Algemeen
Capita Selecta Onderneming en Recht zijn zogenoemde "carrouselvakken", waarbinnen u in totaal zes modules volgt.
We bieden op deze wijze een jaarlijks wisselend palet aan van actuele en interessante ondernemingsrechtelijke, commercieel vermogensrechtelijke, arbeidsrechtelijke en mededingingsrechtelijke vakken in de vorm van kortlopende modules van drie weken. Zo'n module is een korte, hevige ‘onderdompeling’ in een juridisch probleem of kwestie van beperkte omvang. Elke module vergt veel zelfstudie en is flexibel ingevuld (onder meer qua onderwerp, toetsvorm en taal). Capita Selecta heeft als belangrijk voordeel dat het een student in staat stelt om aansluiting te zoeken bij zijn of haar eigen persoonlijke voorkeuren. Het inhoudelijke aanbod zal per jaar wisselen. Inhoudelijk kan dus alles dat met een van de hierboven genoemde rechtsgebieden van doen heeft aan de orde komen.
Binnen een module moet een student grotendeels zelf, maar goed begeleid, de diepte in gaan op een beperkt terrein. Een student krijgt niet alleen op het specifieke terrein van de module veel kennis, maar ontwikkelt ook de vaardigheid om zich in een bepaald thema snel in te werken. Daarmee wordt een situatie nagebootst die studenten na hun afstuderen ook zullen tegenkomen. Voor verdieping is begrip van de basis nodig; indien nodig zal een student dit zelf moeten bijspijkeren.
Er is echter één module die een andere opzet heeft en die door iedereen moet worden gevolgd: de onderzoeksmodule. Tijdens deze module wordt de opzet voor de scriptie geschreven. Na de oriënterende fase van het OST-traject in periode 1 en 2 van het collegejaar moeten studenten bij de onderzoeksmodule zelfstandig aan de slag met hun scriptieonderwerp. De opzet voor de scriptie bevat minimaal de probleemstelling, onderzoeksvraag, voorlopige inhoudsopgave, literatuurlijst en wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van het onderzoek.
Voor deze onderzoeksmodule ontvangt een student geen cijfer, maar een voldoende of een onvoldoende. Als je een voldoende haalt, kan je onder begeleiding van de scriptiebegeleider de scriptie gaan schrijven. Als een student een onvoldoende haalt voor de onderzoeksmodule, kan hij of zij (nog) niet starten met het schrijven van de scriptie. De student zal dan een nieuwe onderzoeksmodule moeten opstellen. De vertraging die de student hierdoor oploopt, kan consequenties hebben voor de studieplanning.
Periode 3 is onderverdeeld in drie blokken van drie weken, hetgeen tot gevolg heeft dat studenten ieder blok twee modules volgen. Als je een onvoldoende haalt voor een module is het aan de docent in welke vorm en op welk moment deze gerepareerd kan worden. Als je een module moet repareren, kan je voor die module nog maximaal een 6 halen. Mocht in periode 4 een module moeten worden gerepareerd, dan heeft dat invloed op de scriptieplanning. Eventuele vertraging komt voor eigen rekening van de student. De scriptiedeadline blijft onverkort gelden.
|
|
|