SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: RGBUSBR019
RGBUSBR019
Grondrechten in Europa
Cursus informatie
CursuscodeRGBUSBR019
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
1. Kennis, begrip en inzicht

Na het volgen van dit vak heb je kennis van en inzicht verworven in een aantal kernonderwerpen van grondrechtenbescherming in Europa, namelijk over:
  • Institutionele onderwerpen (bijv. de relatie tussen het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en het Hof van Justitie van de EU (HvJ EU); de relatie tussen het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het EU Handvest voor de Grondrechten (Handvest); de betekenis en werking van centrale beginselen zoals die van subsidiariteit, effectiviteit en attributie; de procedure voor het EHRM en de relevante verschillen met de procedures voor het HvJ EU; ontvankelijkheidsvereisten bij het EHRM).
  • De belangrijkste beginselen en juridische aspecten van Europese grondrechtenbescherming (met name de structuur van grondrechten; positieve en negatieve verplichtingen; interpretatiemethoden; voorwaarden voor legitieme beperking).
  • De belangrijkste maatschappelijke, politieke wetenschappelijke debatten over grondrechten (met name proliferatie van grondrechten en de relatie tussen burger- en politieke rechten en sociale en economische grondrechten)
  • Een aantal specifieke grondrechten en de daaraan gerelateerde juridische en normatieve vraagstukken (recht op leven en integriteit; non-refoulement; privéleven en persoonsgegevensbescherming; godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en demonstratievrijheid; internetvrijheid; gelijke behandeling en non-discriminatie).
2. Contextuele inbedding en normatieve perspectieven
Na het volgen van dit vak ben je in staat om:
  • Verbindingen te leggen tussen juridische vragen die verband houden met Europese grondrechten en politieke en institutionele debatten over  soevereiniteit en verantwoordelijkheid (bijv. doordat je begrijpt waarom bepaalde ontvankelijkheidseisen worden gesteld of waarom een ‘margin of appreciation’-doctrine wordt gehanteerd.
  • Verbindingen te leggen tussen Europese grondrechten en filosofische, morele en theoretische grondslagen van grondrechtenbescherming (bijv. menselijke waardigheid, persoonlijke autonomie, democratie).
  • Politieke en academische discussies te begrijpen over de interactie tussen EVRM, EU en nationale grondrechtenbescherming, en een bijdrage te leveren aan deze discussies.
  • Niet-juridische argumenten te identificeren en aan te dragen die relevant zijn voor het vinden van een juridisch antwoord op concrete grondrechtenvragen (bijv. institutionele en ethische argumenten over de vrijheid van meningsuiting van politici).
  • De kern te begrijpen van filosofische en theoretische discussies over, onder meer, het concept van fundamentele rechten en de proliferatie daarvan.
3. Algemene academische en juridische vaardigheden en competenties
Na het volgen van dit vak ben je in staat om:
  • De relatie uit te leggen tussen complexe juridische onderwerpen en ontwikkelingen, en een geïnformeerde mening uit te dragen over grondrechtenkwesties, gebaseerd op zowel juridisch-doctrinaire argumenten als argumenten ontleend aan de rechtstheorie, de rechtsfilosofie, politieke en sociale wetenschappen, en internationale betrekkingen.
  • Ingewikkelde casus op te lossen waarin elementen worden gecombineerd van nationaal, EVRM- en EU-recht, moeilijke vragen te beantwoorden over structuur en interpretatie van grondrechten; en om te gaan met ‘moeilijke zaken’ (‘hard cases’) die een waardeoordeel vergen als onderdeel van een juridische argumentatie.
  • Een standpunt te verdedigen (zowel mondeling als schriftelijk) op basis van juridisch deugdelijke en overtuigende argumenten in complexe debatten over Europese grondrechten.
  • Samen te werken in het vinden van argumenten om complexe grondrechtenvragen op te lossen en een standpunt te verdedigen in grondrechtendiscussies.
  • Kritisch te reflecteren op je eigen standpunt en mening in relatie tot moeilijke en controversiële grondrechtenkwesties
Inhoud
Het beschermen van grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, de privacy en het discriminatieverbod, is essentieel in een democratische rechtsstaat. Tegelijkertijd is het bieden van die bescherming juridisch, institutioneel en ethisch gezien bijzonder ingewikkeld. Verschillende systemen van grondrechtenbescherming bestaan in Europa namelijk naast elkaar: de Grondwet, EU-bescherming en bescherming door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dat levert lastige vragen op over hun onderlinge verhouding, die naast andere moeilijke vragen zijn komen te staan: wat zijn grondrechten nu eigenlijk, wat is hun waarde en betekenis, en hoe en in welke mate moeten ze worden beschermd?

In dit vak staat dit soort vragen centraal. In het eerste deel krijg je kennis over een aantal belangrijke grondslagen en beginselen van grondrechten. Een goed begrip daarvan kan helpen bij het voeren van concrete discussies over grondrechten, bijvoorbeeld over de vraag welke grondrechten beperkt mogen worden om verspreiding van het coronavirus in te dammen. Je besteedt daarom aandacht aan de vraag welke grondrechten we nu eigenlijk kennen, waarom juist die grondrechten extra worden beschermd, wie die bescherming kan inroepen en hoe deze bescherming in Europa vorm heeft gekregen. Ook krijg je dieper inzicht in een aantal centrale vraagstukken, bijvoorbeeld in de structuur van grondrechten, de interpretatie van die rechten, en de mogelijkheden en voorwaarden voor de beperking van grondrechten. Daarnaast krijg je grondige kennis van de twee hoofdsystemen van Europese grondrechtenbescherming: de EU en het EVRM. Daarbij leer je ook hoe die systemen zich verhouden tot elkaar en tot het Nederlandse recht

In het tweede deel van het vak ga je in op een aantal specifieke grondrechten. In vier weken krijg je grondig begrip van (1) het recht op leven en lichamelijke integriteit; (2) de vrijheid van meningsuiting, religie en demonstratie; (3) non-discriminatie en sociale en economische rechten; en (4) privacyrechten. In dit deel van het vak komen ook vragen aan de orde rondom de werking van deze grondrechten in relaties tussen private partijen, botsingen van grondrechten, proportionaliteit, positieve verplichtingen, etc. Zowel in de hoorcolleges als in de werkgroepen maken we veel gebruik gemaakt van actuele casus en voorbeelden uit de rechtspraak van het EHRM en het HvJ EU.

Plaats van de cursus in het curriculum
       Keuzecursus bachelor 
 
SluitenHelpPrint
Switch to English