SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: RGBUSBR004
RGBUSBR004
Bestuursrecht
Cursus informatie
CursuscodeRGBUSBR004
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
1. Kennis, begrip en inzicht
Na afloop van de cursus:
  • heeft de student kennis, begrip en inzicht in de grondslagen, begrippen, beginselen, systeem, samenhang en de ontwikkelingen in het bestuursrecht.
2. Contextuele inbedding
Na afloop van de cursus:
  • heeft de student kennis van en inzicht in de politieke en maatschappelijke context van het bestuursrecht.
3. Algemene academische en juridische vaardigheden
Na afloop van de cursus:
  • is de student in staat om met zelf gekozen trefwoorden de meest voor de hand liggende jurisprudentie en wetgeving te zoeken.
  • is de student in staat de verschillende thema’s met elkaar in verband te brengen, alsmede op onderdelen een verband te leggen met het privaatrecht en het strafrecht (met inbegrip van Verdragsrechtelijke eisen).
  • heeft de student geoefend met de toepassing van verschillende soorten (soms conflicterende) regelgeving, met het toepassen van rechtsregels uit jurisprudentie en met het selecteren van relevante gegevens uit een minder gestructureerde en complexe casus.
  • heeft de student geoefend met het opbouwen van een begrijpelijk en gestructureerd betoog in een paper. 
  • heeft de student geoefend met tot (tussen)conclusies komen en het formuleren en waarderen van tegenargumenten.
  • heeft de student zich verder bekwaamd in het presenteren van juridisch onderbouwde ideeën en oplossingen voor een actuele juridische kwestie. 
  • heeft de student aangetoond in een team groepswerk te kunnen plannen, leiden en reguleren. 
Alle vaardigheden zijn op niveau 2.
Inhoud
Inhoud
De overheid neemt een belangrijke plaats in de hedendaagse samenleving in. Zij bemoeit zich met allerlei aspecten van het maatschappelijk leven. Via belastingheffing wordt inkomenspolitiek gevoerd, tal van mensen zijn voor hun bestaansmiddelen van de overheid afhankelijk. De overheid draagt onder meer zorg voor de aanleg van dijken en de bouw van infrastructurele voorzieningen, bemoeit zich met de inrichting van het land, stelt voorwaarden aan het uitoefenen van allerlei bedrijvigheden (onder meer ter bescherming van arbeidsomstandigheden en milieu) en bewaakt de kwaliteit van producten en diensten (denk aan voedsel en gezondheidszorg, maar ook: telecommunicatie en openbaar vervoer).
De cursus Bestuursrecht gaat over het recht dat betrekking heeft op de overheid, meer in het bijzonder het openbaar bestuur. Daarbij gaat het zowel om de organisatie van het openbaar bestuur als om hetgeen het openbaar bestuur in de maatschappij kan bewerkstelligen.
In de cursus Inleiding staats- en bestuursrecht werd stilgestaan bij de fundamenten van het staats- en bestuursrecht. In dat kader werd aandacht besteed aan de basisprincipes van rechtsstatelijkheid en aan de vraag waar de belangrijkste uitgangspunten van het staats- en bestuursrecht zijn verankerd. Ook werd in die cursus ingegaan op de organisatie van het openbaar bestuur.
In de cursus Bestuursrecht komt de organisatie van het openbaar bestuur nog kort aan de orde. Vervolgens wordt ingegaan op de instrumenten en bevoegdheden van de verschillende overheidsinstanties. In dit kader komen vragen aan de orde als: Hoe komen overheidsinstanties aan hun bevoegdheden en wat kunnen ze met die bevoegdheden bewerkstelligen? Waarom is het onderscheid tussen verschillende soorten overheidsbesluiten van belang? En wanneer mag de overheid gebruik maken van instrumenten uit het privaatrecht? Wanneer komen burgers in aanmerking voor compensatie bij rechtmatig handelen door de overheid?
Verder komen de eisen en beperkingen die aan het handelen van de overheid wordt gesteld aan de orde: de normering van het overheidshandelen. In de cursus Constitutioneel recht komt onder meer aan de orde dat de burger bescherming kan ontlenen aan grondrechtenbepalingen. In de cursus Bestuursrecht zal meer aandacht worden besteed aan de normering op grond van wettelijke voorschriften (met name: de Algemene wet bestuursrecht) en ongeschreven rechtsbeginselen (met name: algemene beginselen van behoorlijk bestuur).
Voorts komt de handhaving aan bod. Aan de orde komen de instrumenten die de overheid in het bestuursrecht ter beschikking staan om ervoor te zorgen dat wettelijke voorschriften worden nageleefd.
Tot slot wordt ingegaan op de uitgangspunten van het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming. Met in het bijzonder dat thema wordt een verdere basis gelegd voor de cursus Burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht.
 
Context
Wetenschappelijke context
Op een aantal onderdelen wordt in de cursus Bestuursrecht over de grenzen van dat recht heengekeken. Zo is er aandacht voor de instrumenten die de overheid in het privaatrecht ter beschikking staan, zoals de verwerving en het gebruik van eigendom het sluiten van overeenkomsten en de actie uit onrechtmatige daad. De vraag rijst, in hoeverre de bijzondere positie en de taak van de overheid grenzen stellen aan het gebruik van privaatrechtelijke instrumenten. Daarbij zal tevens stil worden gestaan bij het vergoeden van schade ten gevolge van rechtmatige overheidsbesluiten (nadeelcompensatie). Een ander onderdeel waarbij over de grenzen van het bestuursrecht wordt heengekeken komt aan de orde bij bestuursrechtelijke handhaving. Hierbij zal aandacht worden gegeven aan de ook in het strafrecht geldende verdragsrechtelijke eisen zoals het zwijgrecht (nemo-tenetur-beginsel), ne bis in idem, en full jurisdiction.
Maatschappelijke context
De maatschappelijke context wordt inzichtelijk gemaakt via de casus die studenten worden aangeboden. Deze zullen worden ontleend aan de politieke en rechterlijke actualiteit.
 
Vaardigheden
Wetenschappelijke en juridische informatievergaring en verwerking (niveau 2)
De studenten dienen voornamelijk bij de tussentoets, die bijvoorbeeld bestaat uit het in groepsverband schrijven van een annotatie, met zelf gekozen trefwoorden de meest voor de hand liggende jurisprudentie en wetgeving te zoeken. Daarbij wordt verwacht dat de studenten zelf met trefwoorden op zoek gaan naar relevante wetenschappelijke bronnen ter verdieping van de door ons aangeboden bronnen.
Algemene academische analytische vaardigheden (niveau 2)
De cursus Bestuursrecht is zodanig opgebouwd dat studenten in staat worden geacht de verschillende thema’s met elkaar in verband te brengen, alsmede door op onderdelen een verband te leggen met het privaatrecht en het strafrecht (met inbegrip van Verdragsrechtelijke eisen).
Juridisch-analytische vaardigheden (niveau 2)
De aangedragen casus zijn complexer dan het geval was bij vergelijkbare casus in het eerste jaar. Hierdoor worden studenten in staat gesteld te oefenen met de toepassing van verschillende soorten (soms conflicterende) regelgeving, met het toepassen van rechtsregels uit jurisprudentie en met het selecteren van relevante gegevens uit een minder gestructureerde en complexe casus.
Argumentatievaardigheden (niveau 2)
Studenten worden in staat gesteld om argumentaties helder op te bouwen en deze zowel schriftelijk als mondeling, zie hieronder, te presenteren en te komen tot (tussen)conclusies. Dienaangaande is er ook aandacht voor het formuleren en waarderen van tegenargumenten.
Communicatievaardigheden (niveau 2)
Studenten dienen schriftelijk hun eigen ideeën en oplossingen begrijpelijk en gestructureerd aan de docent en aan de medestudent te presenteren. De tussentoets, die bijvoorbeeld bestaat uit het schrijven van een annotatie, wordt geschreven in groepen van maximaal drie studenten. Studenten oefenen daarmee in het in groepsverband reflecteren op en oplossen van een actueel juridisch vraagstuk en het schriftelijk presenteren van de uitkomsten.

Plaats van de cursus in het curriculum:
  • Verplichte cursus in bachelor Rechtsgeleerdheid.
Aanvullende eisen per cursus:
Eventuele aanvullende eisen van de cursus staan vermeld in de Leidraad van de betreffende cursus.
 
SluitenHelpPrint
Switch to English