SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: RGBUSBR001
RGBUSBR001
Grondslagen van recht
Cursus informatie
CursuscodeRGBUSBR001
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
1. Kennis, begrip en inzicht
Na afloop van de cursus:
  • heeft de student, vanuit een rechtsfilosofisch en rechtstheoretisch perspectief, kennis en begrip van, en inzicht in, de fundamentele weten­schappelijke vragen betreffende: de aard van het recht, de relatie tussen recht en moraal, het hoe en het waarom van rechtsvorming, noties van rechtvaardigheid, de betekenis van en relatie tussen vrijheid en gelijkheid in de Nederlandse rechtsorde.
  • beschikt de student tevens over parate juridische kennis betreffende de betekenis van rechtsregels, rechtsgebieden, rechtsbronnen, de rechterlijke organisatie, wetgeving, jurisprudentie en de beginselen van een eerlijk proces en procesrecht.
2. Contextuele inbedding
Na afloop van de cursus heeft de student, vanuit een rechtsfilosofisch en rechts­theoretisch perspectief:
  • inzicht in de vier typen van wetenschappelijke vragen met een focus op conceptuele en normatieve vragen.
  • inzicht in de maatschappelijke context van de fundamentele vragen.
  • inzicht in de wetenschappelijke verdieping van de vragen op basis van primaire wetenschappelijke literatuur (al dan niet in aansluiting op de maatschappelijke context).
3. Algemene academische en juridische vaardigheden
Na afloop van de cursus:
  • is de student in staat om wetenschappelijke literatuur te waarderen, te verwerken en te ordenen (inclusief bronvermelding).
  • is de student in staat om een (meta)juridisch onderzoek uit te voeren op basis van een onderzoeksvraag, met een daarbij passende onderzoeksmethode en –structuur (annotatie).
  • is de student in staat om rechtspraak te analyseren en te evalueren.
  • beschikt de student over algemene academische analytische vaardigheden.
  • heeft de student geoefend met argumentatievaardigheden.
  • heeft de student kennisgemaakt met reflectieve en professionele vaardigheden.
Inhoud
Inhoud
 
In de cursus Grondslagen van recht verkrijgen studenten kennis, begrip en inzicht in achterliggende beginselen en waarden van het recht. Deze waarden en beginselen worden als fundamentele (wetenschappelijke) vragen gepresenteerd. Deze vragen zijn normatief en conceptueel van aard en worden vanuit rechtstheoretisch en rechtsfilosofisch perspectief belicht. Studenten maken kennis met deze twee typen van vragen en krijgen inzicht in het belang van het onderscheid tussen de typen vragen.
 
De fundamentele wetenschappelijke vragen waarover studenten kennis, begrip en inzicht verkrijgen hebben betrekking op de vraag wat recht is, in hoeverre recht noodzakelijk is voor sociale orde, wat de relatie is tussen recht en moraal, over de bepaaldheid en onbepaaldheid van het recht en de rol van de rechter, en wat de verhouding is tussen recht en rechtvaardigheid tegen de achtergrond van de kernwaarden vrijheid en gelijkheid die aan het Nederlandse recht ten grondslag liggen. De vragen worden geplaats in de hedendaagse maatschappelijke context. Deze context is méér dan alledaagse kennis en wordt verwetenschappelijkt op basis van primaire wetenschappelijke literatuur.
 
Het onderwijs wordt aangeboden in een vaste structuur. Een onderwijsweek start op de maandag met een hoorcollege, gevolgd door een werkgroep op de dinsdag of woensdag en een seminar op de donderdag en wordt afgesloten met een evaluatiecollege op de vrijdag. De spreiding van de contacturen in een onderwijsweek wordt gefaciliteerd door een online omgeving die als brug fungeert tussen die contacturen. In die omgeving kunnen studenten terecht voor het studiemateriaal (de literatuur en de opdrachten), kennisclips en videoregistraties van de hoorcolleges, en digitale zelftoetsing. Het verleidt studenten elke dag met de cursus bezig te zijn en zo in een studieflow te komen.
 
De cursus heeft twee toetsmomenten: een schrijfopdracht (30%) en een eindtoets, bestaande uit open kennis- en inzichtvragen (70%). De diagnostische zelftoets is niet summatief maar formatief en stelt studenten in staat op het juiste niveau van parate kennis te komen.
 
Studenten bekwamen zich, op niveau 1, in waardering, verwerking en ordening (inclusief bronvermelding) van wetenschappelijke literatuur; het uitvoeren van een (meta)juridisch onderzoek, met een daarbij passende onderzoeksmethode, een daarop aansluitende structuur en beantwoording van de vraag; algemene academische analytische vaardigheden; het analyseren en evalueren van rechtspraak; argumentatievaardigheden; en reflectieve en professionele vaardigheden.
 
De cursus krijgt zijn vervolg in Perspectieven op recht. Daar wordt voortgebouwd op de thematiek van recht en rechtvaardigheid tegen de achtergrond van de drie kernwaarden en worden naast de normatieve en conceptuele typen van vragen ook de empirische en rechtsinterpretatieve vragen geïntroduceerd.

Literatuur:
De volgende literatuur van de cursus wordt aangeboden via een digitale leeromgeving: de boeken Hoofdlijnen, Achtergronden, Vaardigheden uit de serie Grondslagen van het recht. Studenten ontvangen nadere informatie over het verkrijgen van toegang tot de digitale leeromgeving van de cursus Grondslagen van recht.
 
De structuur van het onderwijs
Het onderwijs kent een vaste structuur. Een typische onderwijsweek bestaat uit een hoorcollege (twee uur) op maandag, een werkgroep (twee uur) op dinsdag of woensdag, een seminar (een uur) op donderdag en een afsluitend evaluatiecollege (een uur) op vrijdag.
 
Op het hoorcollege wordt de hoofdvraag van die week geïntroduceerd, toegelicht en uitgediept. Voorafgaand aan het hoorcollege kan de student een of twee korte kennisclips bekijken. Deze clipjes behandelen een juridisch leerstuk, ter voorbereiding op het hoorcollege. Het hoorcollege is opgebouwd uit mini-colleges. Na een korte inleiding worden er drie a vier thema’s besproken in de vorm van een mini-college, onderbroken door pauzes. Het hoorcollege wordt afgesloten met een korte samenvatting. De aparte mini-colleges komen aan het einde van de week (donderdagmiddag) online te staan. Deze kan student dan nogmaals bekijken ten behoeve van het evaluatiecolle op vrijdag.   
 
In de werkgroep gaan wij met de fundamentele vraag aan de slag op basis van de voorgeschreven literatuur en opdrachten. De literatuur wordt voorafgaande aan de werkgroep bestudeerd en de opdrachten worden voorbereid en worden vervolgens in de werkgroep besproken. Het seminar wordt gebruikt voor discussie,  training van vaardigheden en andere activiteiten ten einde studenten voor te bereiden op de twee toetsen: het schrijven van een paper en het tentamen ter afsluiting van de cursus.
 
In het evaluatiecollege op vrijdag vatten we de thematiek samen en trekken we conclusies: wat hebben we geleerd en wat is de relevantie ervan? Tevens worden in dit college voorbeelden gegeven van mogelijke tentamenvragen. Dit hoorcollege duurt een uur. Voorafgaande aan dit college kan de student zichzelf toetsen met behulp van de digitale toetsvragen (mc) die donderdagmiddag open worden gesteld.
 
Deze onderwijsstructuur wordt ondersteund door de digitale leeromgeving, specifiek ontworpen voor de cursus Grondslagen van recht. In deze omgeving wordt het (fysieke) onderwijs (colleges, werkgroepen en seminars)ondersteund door kennisclips, videominicolleges en digitale zelftoetsing. In deze omgeving staan ook de weekthema’s verder uitgewerkt met de verplichte literatuur, opdrachten en ander aanvullend materiaal. De weekstructuur kan schematisch vorm worden gegeven als een leercontinuum.
 
Plaats van de cursus in het curriculum:
  • Verplichte cursus in bachelor Rechtsgeleerdheid.
Aanvullende eisen per cursus:
Eventuele aanvullende eisen van de cursus staan vermeld in de Leidraad van de betreffende cursus.
 
SluitenHelpPrint
Switch to English