1. Kennis, begrip en inzicht
Na afloop van de cursus:
- heeft de student kennis van en inzicht in de regelgeving uit de rechtsbronnen verdragen, wetgeving en jurisprudentie inzake het huwelijksvermogensrecht en het recht dat geldt voor samenwoners.
- kent de student recente wetsvoorstellen en het wetenschappelijke discours rond familierechtelijke thema's.
- kan de student complexe casusposities oplossen.
- heeft de student een gestructureerd beeld van het familierecht in zijn geheel, kan daarin mogelijke leemtes en onduidelijkheden aanwijzen en vanuit dit brede kader mogelijke oplossingen of alternatieven formuleren.
- beoordeelt de student, in een schriftelijk betoog, kritisch argumenten van anderen (spoort hiaten, eenzijdige perspectieven en fouten op).
2. Contextuele inbedding
Na afloop van de cursus:
- heeft de student kennis van en inzicht in de maatschappelijk context van het relatievermogensrecht en de rechtshistorische ontwikkeling van het relatievermogensrecht,
- ziet de student in dat het relatievermogensrecht rekening moet houden met niet-juridische aspecten van relaties, wil zij als instrument van gedragsbeïnvloeding effectief zijn
3. Algemene academische en juridische vaardigheden
Na afloop van de cursus:
- kan de student een complexe casus oplossen aan de hand van een diepgaande analyse en reflectie (juridisch-analytische vaardigheden niveau 3)
- kan de student oplossingen voor complexe casus helder beargumenteren (argumentatievaardigheden niveau 3)
- kan de student gezaghebbende bronnen selecteren en de informatie verwerken in een voor vakgenoten toegankelijk product (wetenschappelijke informatievergaring niveau 3)
- kan de student in een schriftelijk betoog argumenten van anderen kritisch en diepgaand beoordelen en spoort daarbij hiaten, eenzijdige perspectieven en fouten op (argumentatievaardigheden niveau 3)
- heeft de student zijn schriftelijke vaardigheden verder ontwikkeld op bachelor 3 niveau
- kan de student creatieve en/of multidimensionale verbanden leggen en alternatieve verklaringen geven of nieuwe perspectieven ontwikkelen (algemene academische analytische vaardigheden niveau 3).
|
 |
|
|
Welke gevolgen hebben affectieve relaties op de vermogensrechtelijke positie van beide partners? En welke gevolgen heeft dit voor de relatie met derden? Deze vragen staan centraal in de cursus Relatievermogensrecht. Ingegaan wordt op de drie meest voorkomende relaties: huwelijk, geregistreerd partnerschap en ongehuwd samenleven. De gevolgen van deze relaties lopen uiteen en worden in deze cursus uiteengezet. Een belangrijke ontwikkeling is de inwerkingtreding van het nieuwe huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2018. Daarnaast blijft het ‘oude’ huwelijksvermogensrecht bestaan. De cursus behandelt beide stelsels. Een aantal maatschappelijke ontwikkelingen roepen vragen op: hoe verhoudt het toenemende aantal ongehuwd samenlevende partners zich tot het relatierecht? Steeds meer landen in Europa hebben specifieke wetgeving voor deze ‘informele’ relaties, maar de Nederlandse wetgever wil hier (nog?) niets van weten. Dat vraagt om een kritische reflectie. Een tweede ontwikkeling betreft de vraag naar de balans tussen partijautonomie en bescherming. In welke opzichten zijn partners vrij zelf de gevolgen te kiezen en waar is dat niet het geval?
In het onderwijs worden de rechten en plichten van echtgenoten en partners besproken, wordt veel aandacht geschonken aan het oude wettelijk stelsel van algehele gemeenschap van goederen, het nieuwe wettelijk stelsel en komen huwelijkse- en partnerschapsvoorwaarden alsmede samenlevingscontracten uitvoerig aan bod. In de praktijk is ook de problematiek van de niet-uitgevoerde inkomstenverrekenbedingen van groot belang, net als vermogensverschuivingen tussen partners en zaaksvervanging. Onderwerpen die aldus de nodige aandacht krijgen in het onderwijs. Naast ‘the law in the books’ wordt tijdens de cursus uitvoerig ingegaan op ‘the law in action’: de wijze waarop het relatievermogensrecht in de (notariële) praktijk wordt beoefend alsmede de door de wetgever gemaakte rechtspolitieke keuzen op dit terrein van het recht.
Niet in het examenprogramma in te brengen naast RGBOI0161 Relatievermogensrecht.
Plaats van de cursus in het curriculum:
- Verplichte cursus in Notarieel traject
- Juridische keuzecursus bachelor in overige trajecten
Aanvullende eisen per cursus:
Eventuele aanvullende eisen van de cursus staan vermeld in de Leidraad van de betreffende cursus.
|
|
|