Na afloop van deze cursus
1. ken je de beschrijving van de beweging van planeten, hemelcoördinatensystemen, zonne- en sterrentijd, astronomische parallax, en astronomische eenheid en kun je hiermee werken.
2. kun je de wetten van Kepler afleiden (tweelichamenprobleem) en die op verschillende situaties in de sterrenkunde toepassen.
3. ken je voor de sterrenkunde belangrijke aspecten van de interactie van straling en materie, de stralingswetten en de wetten van Boltzmann en Saha, en kun je dit op sterren toepassen.
4. ken je de eigenschappen van (dubbel)sterren (afstand, lichtkracht, magnitude, effectieve temperatuur, afmeting, massa, periode) en kun je werken met relaties tussen deze grootheden.
5. ken je de beschrijving van steratmosferen ( stralingsveld & -overdracht, opaciteit) en van spectraallijnen (classificatie, lichtkrachtklassen, Hertzsprung-Russell (HR)-diagram).
6. ken je de beschrijving van het sterinwendige (druk, temperatuur, dichtheid en hun relaties), relevante kernfysica en het energietransport en kun je hiermee een eenvoudig model voor een ster in evenwicht opstellen (de sterstructuurvergelijkingen) en ermee werken.
7. ben je bekend met aspecten van vorming, (protoster, Jeans-criterium, evolutionaire sporen), evolutie (hoofdreeks, late stages, pulserende sterren) en einde (novae) van sterren.
8. ben je bekend met steroverblijfsels (witte dwergen, neutronensterren, pulsars, etc) en de fysische beschrijving van deze lichamen (ontaarde materie, Chandrasekhar-limiet).
|