De leerdoelen voor de cursus AV worden samengevat in de 3 categorieën (rollen):
• Redenatie en oordeelsvorming (Kritische denker)
• Onderzoekvaardigheden (Beginnend onderzoeker)
• Samenwerking in Academisch kader (Academisch teamspeler)
1. Redenatie en oordeelsvorming (Kritische denker)
Student
- kent kernconcepten uit wetenschapsleer en belangrijke fasen en ontwikkelingen in de wetenschapsgeschiedenis.
- reflecteert over en wetenschappelijke vragen en bevindingen met aandacht voor theoretische inbedding, ondersteunend bewijs, validiteit, generaliseerbaarheid, klinische en maatschappelijke relevantie, aanvaardbaarheid en wetenschappelijke integriteit
- kan zich verplaatsen in verschillende ethische posities en perspectieven van verschillende betrokkenen (patiënten, professionals, beleidsmakers) en is in staat op een gestructureerde wijze over ethische vragen te reflecteren en te overleggen,
- beoordeelt de kwaliteit van eigen en andermans werk en is in staat beargumenteerd en op een constructieve wijze beweringen ter discussie stellen
2. Onderzoekvaardigheden (Beginnend onderzoeker)
Student
- kan ter onderbouwing van een onderzoeksvoorstel op een verantwoorde manier wetenschappelijke literatuur selecteren en synthetiseren
- kan een relevante onderzoeksvraag formuleren en voor de beantwoording ervan geschikte onderzoeksmethoden en statistische technieken toepassen
- rapporteert onderzoeksresultaten op wetenschappelijk verantwoorde wijze (zowel schriftelijk als mondeling), reflecteert op de betekenis ervan in de context van bestaande kennis en trekt passende conclusies;
- presenteert zijn onderzoek voor publiek, op een overzichtelijke en overtuigende manier, waarbij de boodschap inhoudelijk afgestemd is op de doelgroep en waarbij effectief gebruik gemaakt wordt van audiovisuele media.
3. Samenwerking in Academisch kader (Academisch teamspeler)
Student
- kan in een team constructief samenwerken: effectief communiceren en afstemmen, een creatief denkproces en kwaliteitsbewustzijn stimuleren, bijdragen aan consensusvorming, een goede werksfeer en een feedback cultuur bevorderen, verantwoordelijkheid geven en nemen.
- kan in teamverband planmatig werken: in overleg met betrokkenen het eindresultaat definiëren, het proces optimaliseren door taken te faseren en te verdelen, communicatie en beslismomenten te structureren, de planning te bewaken en kwaliteitseisen borgen.
- draagt bij aan kennisontwikkeling en kennis-deling met collega-onderzoekers en beheerst uitdrukkingsvaardigheden en omgangsvormen om te participeren in academische netwerken
- kent relevante wet- en regelgeving met betrekking tot de wetenschapsbeoefening en dataverzameling
|
 |
|
Het premasterprogramma van de opleiding Klinische Gezondheidswetenschappen is er op gericht de studenten te laten functioneren op een academisch denk- en werkniveau. Doelstelling van de cursus Academische Vorming is het verwerven van onderzoeksgebonden en algemene academische vaardigheden, zoals het vertalen van een zorgprobleem in een onderzoeksvraag, het systematisch vergaren en kritisch beoordelen van wetenschappelijke literatuur, het opzetten en uitvoeren van een onderzoek, argumenteren, het schriftelijk en mondeling presenteren van onderzoeksresultaten, het geven en ontvangen van feedback en het samenwerken binnen een projectgroep.
De cursus wordt enerzijds gevormd door theoretische vorming onder andere binnen het vakgebied van de medical humanities, en anderzijds door praktische toepassing van opgedane kennis in een beroepsspecifieke (verpleegkundige, fysiotherapeutische of andere paramedische) onderzoekssituatie door middel van het uitvoeren van twee groepsprojecten en een individueel project (casestudy).
In het eerste groepsproject voeren de studenten stapsgewijs een systematische literatuurstudie uit over een zorgprobleem of zorginnovatie op het terrein van de eigen professies. Deze opdracht wordt afgesloten met een mondelinge presentatie.
In het tweede groepsproject schrijven de studenten een onderzoeksvoorstel. Na goedkeuring wordt het project uitgevoerd. De resultaten worden gerapporteerd in een short report en een mondelinge presentatie..
Het individuele project (case report) beschrijft de student een case uit de eigen beroepspraktijk. Het klinisch redeneren, het formuleren van een onderzoeksvraag en het systematisch en methodisch data verzamelen staan centraal. De student bediscussieert zijn bevindingen in de context van de stand van de wetenschap en hij reflecteert kritisch op de gevolgde aanpak. Hij formuleert een conclusie en aanbevelingen voor zowel de kliniek als voor verder onderzoek.
In zowel het gezamenlijke als de individuele projecten maken studenten kennis met onderzoeksvaardigheden en de beoordeling en toepassing van wetenschappelijke kennis (en methoden) in de dagelijkse praktijk. De thema’s waarop de projecten gericht zijn, worden bedacht door de studenten en getoetst bij de docenten.
|
|
|