De student :
Vormgever en begeleider van leerprocessen
-
kan op grond van zelf vastgestelde doelen en de beginsituatie van de leerlingen een systematische planning van leeractiviteiten van leerlingen maken en uitvoeren, verschillende werkvormen adequaat hanteren en indien daartoe aanleiding is de plannen bijstellen.
-
kan leerlingen het hoe en waarom van de les duidelijk maken en kan omgaan met verschillen tussen leerlingen.
-
kan op een adequate manier de vorderingen van de leerlingen evalueren en toetsen.
-
kan diverse media, zoals ICT, gebruiken en weet deze effectief in te zetten.
Vakdidactische deskundige
-
kan vanuit een expliciet geformuleerde visie op het vak en de plaats ervan in de maatschappij, effectieve en leuke vaklessen vormgeven en durft te experimenteren.
Opvoeder
-
beschikt over voldoende zelfkennis, zelfwaardering, verantwoordelijkheidsgevoel en persoonlijk identiteitsbesef om jongeren pedagogisch te kunnen begeleiden in hun persoonlijke groei en ontwikkeling.
-
kan een pedagogische relatie met jongeren aan gaan in een sfeer van erkenning, gemeenschappelijkheid en respect, die jongeren het gevoel geeft dat ze er toe doen.
Manager van de werksfeer
-
beschikt over het gedragsrepertoire om communicatieprocessen op verschillende manieren te beïnvloeden en kan deze in een wenselijk richting te sturen.
-
is in staat om in uiteenlopende omstandigheden een relatie met een groep leerlingen en met individuele leerlingen te onderhouden.
-
kan een ordelijke en plezierige werksfeer realiseren.
Docent in brede context
-
toont zich betrokken bij de brede context van het onderwijs.
-
kan en wil in de schoolorganisatie les-, klas- en vakoverstijgende taken uitvoeren en heeft zicht op die aspecten van school- en onderwijsbeleid die van invloed zijn op het eigen functioneren.
-
is zij bereid om haar invloed aan te wenden om verbeteringen in dat beleid door te voeren. Zij doet dit door op een constructieve manier met collega’s en overige betrokkenen bij het onderwijs samen te werken.
Eindverantwoordelijk voor eigen groei
-
Neemt initiatieven om het eigen handelen adequaat te analyseren: in verschillende schoolsituaties en vanuit verschillende (theoretische) invalshoeken, terwijl deze rekening houdt met de eigen persoonlijke ontwikkeling.
-
Is op basis van deze analyse in staat zichzelf te verbeteren in een continue ontwikkelingsproces.
|
 |
|
Het grootste deel van de cursus (12 ec) vindt plaats op de stageschool. Deze stage is een individuele eindstage met een duur van vier à vijf maanden en kan als betaalde baan voldaan worden. In stage moeten minimaal 100 lessen (uitgaande van lessen van 50 minuten) gegeven worden waarvan minimaal 60 in de bovenbouw. De student is tenminste 2½ dag per week op school. Op school wordt de student begeleid door een stagebegeleider.
De docent van de cursus of de vakdidacticus bezoekt minimaal één les en bespreekt deze na.
Naast de stagebegeleiding op de school zijn er tweewekelijks bijeenkomsten in een vaste basisgroep. In dit gedeelte reflecteren de studenten op hun docentgedrag, ontwikkelen zij een eigen docentstijl en een eigen praktijktheorie. De in Masterstage 1 opgedane integratie van diverse kennisbronnen en kennis over het leren van docenten, gelden als basis voor het ontwikkeling van de praktijktheorie.
Meer concreet:
- stellen zij leerdoelen op
- wisselen zij eigen ervaringen uit, geven en verwerken doelgericht feedback
- ontwikkelen studenten een professionele identiteit
- krijgen zij inzicht in hun eigen leren en koppelen dat aan het leren van docenten in algemene zin
- integreren studenten in deze bijeenkomsten diverse soorten kennis en ontwikkelen een eigen praktijktheorie.
- analyseren zij hun eigen professionele ontwikkeling en werken (middels een portfolio) gewerkt aan vastlegging van de ontwikkeling en competenties.
- expliciteren zij de eigen vaardigheden van de docent in opleiding en koppelen deze aan Theorie
- verwerven vaardigheden voor toekomstige leerlingbegeleiding, de student krijgt ervaring en (werk)vormen om leerlingbegeleiding en stimuleren eigen groei van de leerling.
Het is verplicht de cursussen Didactiek 2 en Masterstage 2 naast elkaar te volgen.
|
|
|