De cursus Educatieve Praktijk II is de tweede helft van de educatieve minor. In deze cursus wordt de kennis op het terrein van algemene en vakdidactiek verder uitgebouwd en geven de studenten op de stageschool in hoge mate zelfstandig les aan leerlingen/klassen uit de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Studenten die de educatieve minor afronden, krijgen bij hun bachelordiploma Economie, Geografie, Geschiedenis of Religiewetenschap een tweedegraads lesbevoegdheid VMBO-T en onderbouw HAVO/VWO.

Het cursorisch onderwijs bestaat net zoals bij Educatieve Praktijk I uit colleges en werkgroepen over algemene didactiek en vakdidactiek. In Educatieve Praktijk II is het centrale thema 'zelfstandig voor de klas'.

De stage bij Educatieve Praktijk I is het vervolg op de stage van Educatieve Praktijk II. Je loopt in principe stage op dezelfde school. Je brengt weer minimaal 26 dagen op de school door (ongeveer anderhalve dag per week). In deze stage wordt van je verwacht, dat je zelfstandig lessen verzorgt voor minimaal één klas in de onderbouw van havo/vwo of in het vmbo-t3. In minorstage 2 zal je 40 lessen zelfstandig verzorgen. Daarnaast observeer je minimaal 5 en maximaal 10 lessen bij je stagebegeleider en collega’s / medestudenten uit je sectie of daarbuiten; bij voorkeur in een ander onderwijstype dan hetgeen waarin je lessen geeft. Je neemt bovendien in overleg met de mentor deel aan 3 buitenschoolse activiteiten.
 
N.B. Het programma van Educatieve Praktijk II [EP II] begint eerder dan het academische collegejaar. De lessen op de stagescholen gaan eind augustus of begin september 2015[afhankelijk van de regio] van start en de voorbereidingen van het docententeam beginnen meestal een week voor het begin van het schooljaar.