Doelstelling en inhoud
- Kennis maken met de kindergeneeskunde en met name de denk- en werkwijze van de kinderarts
- De student een aantal basisvaardigheden van de kindergeneeskunde leren verrichten onder supervisie van de kinderarts op de polikliniek.
Werkvormen en weekstramien
Elk groepje studenten heeft gedurende 5 weken een dagdeel per week studentenpolikliniek kindergeneeskunde.
Aanvankelijk observeert de student hoe de kinderarts de patiënt behandelt. In de loop van de studentenpolikliniek gaat hij/zij participeren in de behandeling en neemt bepaalde aspecten van de behandeling (het afnemen van een anamnese, het verrichten van een lichamelijk onderzoek, het geven van uitleg over onderzoek, diagnose en therapie, de statusvoering) over. De docent blijft altijd aanwezig, geeft de student advies en levert na afloop commentaar.
De student maakt korte patiëntverslagen en houdt een overzicht bij van de bijgewoonde en zelf uitgevoerde verrichtingen.
Plaats in het curriculum
De Studentenpolikliniek Kindergeneeskunde vindt plaats in jaar 2.
Voorbereiding:
E-module anamnese en lichamelijk onderzoek kind.
Literatuur
Optioneel leerboek:
Illustrated textbook of paediatrics [ed. By] Tom Lissauer, GrahamClayden. – 3rd ed., - Edinburgh [etc.] : Mosby, 2003; ISBN: 0723431787
Onderwijsmateriaal
Voor deelname aan de studentenpolikliniek moet de student beschikken over een eigen stethoscoop, een (oog)lampje, een horloge met secondewijzer en een reflexhamer.
Toetsing
Tijdens de studentenpolikliniek wordt tweemaal getoetst. Het eerste toetsmoment, na twee weken, is een gesprek waarin de lacunes gedefinieerd worden. De eindtoetsing is een afsluitende beoordeling van het praktisch functioneren van de student.
Contactpersoon
Dr. K. Koop via K.Koop@umcutrecht.nl of onderwijskg1-2@umcutrecht.nl
|
|
|