SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: GNS101115
GNS101115
Clinical Skills & Clinical Encounter
Cursus informatie
CursuscodeGNS101115
Studiepunten (EC)6
Cursusdoelen
Inhoud en doelstelling
De inhoud van CSCE richt zich op het aanleren en trainen van medisch-technische vaardigheden (Clinical Skills) en communicatieve vaardigheden (Clinical Encounter). Dit onderwijs bestaat uit twee delen: deel 1 in de periode tot en met de Entreetoets Studentenpolikliniek en deel 2 in de periode tot en met de Eindtoets.
 
Clinical Skills (medisch technische vaardigheden) 
 
Doelstellingen:
Na het volgen van het CS-onderwijs kan de student:
  • Het basislichamelijk onderzoek in de kliniek systematisch verrichten bij patiënten .
  • De bevindingen van het lichamelijk onderzoek op juiste wijze verslaan in een patiëntendossier (status)
  • De basale reanimatie volgens de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)-protocollen uitvoeren.
  • Vaardigheid verwerven in aanvullende verrichtingen zoals injecteren en wondverzorging.
 
Belangrijke basiseisen aan de uitvoering van het lichamelijk onderzoek die in het jaar steeds terug zullen komen zijn:
  • Professioneel gedrag: een professionele omgang van de arts gedurende het patiëntencontact; gesimuleerd in de onderwijsgroepen.
  • Anatomie in vivo: oriëntatie op de anatomie van het levende lichaam;
  • Betrouwbaarheid van de bevindingen.
  • Interpretatie van bevindingen.
  • Herkennen van pathologische bevindingen.
 
Clinical Encounter (communicatieve vaardigheden):
 
Doelstellingen:
Na het volgen van het CE-onderwijs kan de student:
  • Belangrijke communicatieve vaardigheden zoals exploreren, structureren, hanteren van
emoties en begeleiden van het arts-patiëntgesprek toepassen in de verschillende faseringen van het consult: hulpvraagverheldering, diagnostiek en beleid.
  • In een consult de relatie met een patiënt  op professionele wijze vormgeven, zodat er vertrouwen ontstaat en weerstand gehanteerd kan worden.
  • Blijk geven van inlevingsvermogen en respect voor opvattingen en emoties van patiënten.
  • Komen tot een gelijkwaardige arts-patiëntrelatie, waarbij de arts met behoud van eigen verantwoordelijkheid de patiënt invloed geeft op overleg en besluitvorming.
 
Werkvormen
CS-onderwijs
Het CS-onderwijs telt 19 bijeenkomsten. Tijdens de bijeenkomsten wordt zoveel mogelijk tijd besteed aan het praktisch oefenen. Theorie wordt voorbereid door middel van E-modules. De vaardigheden worden aangeleerd met medestudenten als proefpersoon en met speciale oefenmodellen (fantomen). Er wordt van uit gegaan dat elke student zich beschikbaar stelt als proefpersoon. Studenten zullen zich als proefpersoon gedeeltelijk dienen te ontkleden. Ter voorbereiding op zowel de Entreetoets Studentenpolikliniek (SP) als de Eindtoets CSCE worden proeftoetsen georganiseerd.
De meeste bijeenkomsten hebben een duur van drie uur. De groepen bestaan wisselend uit 10 of 20 studenten. De docent is een arts/docent van het Klinisch Vaardigheidsonderwijs.
 
Er bestaat voor studenten, gedurende het studiejaar, gelegenheid om zelfstandig vaardigheden te oefenen (docent onafhankelijk trainen, DOT) in hiertoe ingerichte onderwijsruimtes op de afdeling KVO. Hiervoor dient digitaal te worden ingeschreven via Blackboard.
 
Daarnaast bestaat er een keer per maand een CS-inschrijfspreekuur waarbij inhoudelijke vragen van een student besproken kunnen worden met een KVO-docent. Een student kan zich hiervoor inschrijven aan de balie van het KVO (derde verdieping van het Hijmans van den Berghgebouw). Ook is het mogelijk om inhoudelijke vragen te stellen aan medestudenten en aan KVO-docenten via het digitale discussieforum van Blackboard.
 
CE onderwijs
Het CE onderwijs telt tien bijeenkomsten van drie uur. Thema's binnen de cursus zijn o.a.: het tonen van respect en het scheppen van vertrouwen, het stellen van vragen, het vaardig luisteren en begrijpen, het onderkennen van non-verbale communicatie en interactiepatronen, het verhelderen van de klacht en hulpvraag, het exploreren en hanteren van emoties en het voeren van uitslaggesprekken (o.a. slecht nieuws en gedragsverandering).
De vaardigheden worden aangeleerd door middel van  rollenspelen in subgroepen en plenair met medestudenten en simulatiepatiënten. Ook worden er gesprekken gevoerd in een spreekkamer, deze gesprekken worden opgenomen. De docent is een gedragswetenschapper. De groepen bestaan uit 10 personen. Ter voorbereiding op de Eindtoets CSCE wordt een proeftoets georganiseerd.
 
Daarnaast wordt er één keer per maand  een CE-inschrijfspreekuur aangeboden, waarin inhoudelijke vragen van een student besproken kunnen worden met een KVO-docent. Een student kan zich hiervoor inschrijven aan de balie van het KVO (derde verdieping van het Heijmans van den Berghgebouw).
 
CSCE Integratielessen
In december (na de entreetoets en aan het begin van de studentenpoli) vindt  een tweetal integratielessen (CSCE) plaats, waarin de CS- en CE-vaardigheden worden geïntegreerd tot een geheel (diagnostisch) arts-patiënt contact. In deze bijeenkomsten wordt in oefensituaties met elkaar en/of met simulatiepatiënten het gehele medisch consult geoefend. Dit betreft zowel het anamnese gesprek als het lichamelijk onderzoek met samenvatten, diagnose stellen en klinisch redeneren. Bij deze lessen zijn een arts-docent en een gedragswetenschapper aanwezig. 
 
Plaats in het curriculum
Het CSCE-onderwijs wordt gegeven vanaf week 1 (kalenderweek 36) in jaar 1 en maakt onderdeel uit van de Lijn Klinisch handelen.
 
Literatuur
Voor het CS-onderwijs is het Lijnboek met checklisten, voorbeeld verslagen en E-modules beschikbaar op Blackboard. Het CS- vaardigheidsonderwijs is inhoudelijk gebaseerd op:
  • De Jongh TOH, Buis J (red.). Fysische diagnostiek. 2015, Bohn, Stafleu van Loghum  ISBN 978 90 313 5226 5. Met filmpjes (verplicht boek)
  • De Jongh TOH, Buis J, Daelmans HEM, Dekker MJ, De Loor JD. Praktische vaardigheden 2012; Stafleu van Loghum  ISBN 9789031388974. Met filmpjes (aanbevolen boek)
  • Daarnaast vindt u in het Lijnboek andere aanbevolen bronnen per les.
 
Voor het CE-onderwijs is het Lijnboek beschikbaar op Blackboard. Het CE-onderwijs is inhoudelijk gebaseerd op:
Silverman J, Kurtz S en Draper J. Vaardig communiceren in de gezondheidszorg: een evidence-based benadering. Lemma, 2014 ISBN 978‐94‐6236‐359
 
Toetsing CSCE
Om te kunnen deelnemen aan de CS en CE (deel)toetsen moet aan de aanwezigheids- en studieverplichtingen voldaan zijn tot aan het moment van toetsing.
Toetsing vindt op twee momenten in het jaar plaats: de Entreetoets voor de studentenpolikliniek (SP) (1e deel CSCE) en de Eindtoets CSCE (2e deel CSCE). De toetsing is praktisch: studenten demonstreren de aangeleerde vaardigheden en worden geobserveerd en beoordeeld door docenten. Gedetailleerde informatie over opzet, inhoud (met toetsinstructie) en organisatie van de vaardigheidstoetsen is beschikbaar via Blackboard.   
 
Contactpersonen:
Drs. Linda van de Bunt Docent CS/Medisch Technische Vaardigheden afdeling Klinisch Vaardigheidsonderwijs, mail: l.vandebunt@umcutrecht.nl; Drs. Maaike Kok, Coördinator en docent CE/ Communicatie & Attitude afdeling Klinisch Vaardigheids Onderwijs, mail: M.Kok-5@umcutrecht.nl
Inhoud
Inhoud en doelstelling
De inhoud van CSCE richt zich op het aanleren en trainen van medisch-technische vaardigheden (Clinical Skills) en communicatieve vaardigheden (Clinical Encounter). Dit onderwijs bestaat uit twee delen: deel 1 in de periode tot en met de Entreetoets Studentenpolikliniek en deel 2 in de periode tot en met de Eindtoets.
 
Clinical Skills (medisch technische vaardigheden) 
 
Doelstellingen:
Na het volgen van het CS-onderwijs kan de student:
  • Het basislichamelijk onderzoek in de kliniek systematisch verrichten bij patiënten .
  • De bevindingen van het lichamelijk onderzoek op juiste wijze verslaan in een patiëntendossier (status)
  • De basale reanimatie volgens de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)-protocollen op fantomen uitvoeren.
  • Vaardigheid verwerven in aanvullende verrichtingen zoals injecteren en wondverzorging.
 
Belangrijke basiseisen aan de uitvoering van het lichamelijk onderzoek die in het jaar steeds terug zullen komen zijn:
  • Professioneel gedrag: een professionele omgang van de arts gedurende het patiëntencontact; gesimuleerd in de onderwijsgroepen;
  • Anatomie in vivo: oriëntatie op de anatomie van het levende lichaam;
  • Betrouwbaarheid van de bevindingen.
  • Interpretatie van bevindingen.
  • Herkennen van pathologische bevindingen.
 
Clinical Encounter (communicatieve vaardigheden):
 
Doelstellingen:
Na het volgen van het CE-onderwijs kan de student:
  • Belangrijke communicatieve vaardigheden zoals exploreren, structureren, hanteren van
emoties en begeleiden van het arts-patiëntgesprek toepassen in de verschillende faseringen van het consult: hulpvraagverheldering, diagnostiek en beleid.
  • In een consult de relatie met een patiënt  op professionele wijze vormgeven, zodat er vertrouwen ontstaat en weerstand gehanteerd kunnen worden.
  • Blijk geven van inlevingsvermogen en respect voor opvattingen en emoties van patiënten.
  • Komen tot een gelijkwaardige arts-patiëntrelatie, waarbij de arts met behoud van eigen verantwoordelijkheid de patiënt invloed geeft op overleg en besluitvorming.
 
Werkvormen
CS-onderwijs
Het CS-onderwijs telt 19 bijeenkomsten. Tijdens de bijeenkomsten wordt zoveel mogelijk tijd besteed aan het praktisch oefenen. Theorie wordt voorbereid door middel van E-modules. De vaardigheden worden aangeleerd met medestudenten als proefpersoon en met speciale oefenmodellen (fantomen). Er wordt van uit gegaan dat elke student zich beschikbaar stelt als proefpersoon. Studenten zullen zich als proefpersoon gedeeltelijk dienen te ontkleden. Ter voorbereiding op zowel de Entreetoets Studentenpolikliniek (SP) als de Eindtoets CSCE worden proeftoetsen georganiseerd.
De meeste bijeenkomsten hebben een duur van drie uur. De groepen bestaan wisselend uit 10 of 20 studenten. De docent is een arts/docent van het Klinisch Vaardigheidsonderwijs.
 
Er bestaat voor studenten, gedurende het studiejaar, gelegenheid om zelfstandig vaardigheden te oefenen (docent onafhankelijk trainen, DOT) in hiertoe ingerichte onderwijsruimtes op de afdeling KVO. Hiervoor dient digitaal te worden ingeschreven via Blackboard.
 
Daarnaast bestaat er een keer per maand een CS-inschrijfspreekuur waarbij inhoudelijke vragen van een student besproken kunnen worden met een KVO-docent. Een student kan zich hiervoor inschrijven aan de balie van het KVO (derde verdieping van het Hijmans van den Berghgebouw). Ook is het mogelijk om inhoudelijke vragen te stellen aan medestudenten en aan KVO-docenten via het digitale discussieforum van Blackboard.
 
CE onderwijs
Het CE onderwijs telt tien bijeenkomsten van drie uur. Thema's binnen de cursus zijn o.a.: het tonen van respect en het scheppen van vertrouwen, het stellen van vragen, het vaardig luisteren en begrijpen, het onderkennen van non-verbale communicatie en interactiepatronen, het verhelderen van de klacht en hulpvraag, het exploreren en hanteren van emoties en het voeren van uitslaggesprekken (o.a. slecht nieuws en gedragsverandering).
De vaardigheden worden aangeleerd door middel van  rollenspelen in subgroepen en plenair met medestudenten en simulatiepatiënten en opnames in een spreekkamer. De docent is een gedragswetenschapper. De groepen bestaan uit 10 personen. Ter voorbereiding op de Eindtoets CSCE wordt een proeftoets georganiseerd.
 
Daarnaast wordt er één keer per maand  een CE-inschrijfspreekuur aangeboden, waarin inhoudelijke vragen van een student besproken kunnen worden met een KVO-docent. Een student kan zich hiervoor inschrijven aan de balie van het KVO (derde verdieping van het Heijmans van den Berghgebouw).
 
CSCE Integratielessen
In december (na de entreetoets en aan het begin van de studentenpoli) vindt er een tweetal integratielessen (CSCE) plaats, waarin de CS- en CE-vaardigheden worden geïntegreerd tot een geheel (diagnostisch) arts-patiënt contact. In deze bijeenkomsten wordt in oefensituaties met elkaar en/of met simulatiepatiënten het gehele medisch consult geoefend. Dit betreft zowel het anamnese gesprek als het lichamelijk onderzoek met samenvatten, diagnose en klinisch redeneren. Bij deze lessen zijn een arts-docent en een gedragswetenschapper aanwezig. 
 
Plaats in het curriculum
Het CSCE-onderwijs wordt gegeven vanaf week 1 (kalenderweek 36) in jaar 1 en maakt onderdeel uit van de Lijn Klinisch handelen.
 
Literatuur
Voor het CS-onderwijs is het Lijnboek met checklisten, voorbeeld verslagen en E-modules beschikbaar op Blackboard. Het CS- vaardigheidsonderwijs is inhoudelijk gebaseerd op:
  • De Jongh TOH, Buis J (red.). Fysische diagnostiek. 2015, Bohn, Stafleu van Loghum  ISBN 978 90 313 5226 5. Met filmpjes (verplicht boek)
  • De Jongh TOH, Buis J, Daelmans HEM, Dekker MJ, De Loor JD. Praktische vaardigheden 2012; Stafleu van Loghum  ISBN 9789031388974. Met filmpjes (aanbevolen boek)
  • Daarnaast vindt u in het Lijnboek andere aanbevolen bronnen per les.
 
Voor het CE-onderwijs is het Lijnboek beschikbaar op Blackboard. Het CE-onderwijs is inhoudelijk gebaseerd op:
Silverman J, Kurtz S en Draper J. Vaardig communiceren in de gezondheidszorg: een evidence-based benadering. Lemma, 2014 ISBN 978‐94‐6236‐359
 
Toetsing CSCE
Om te kunnen deelnemen aan de CS en CE (deel)toetsen moet aan de aanwezigheids- en studieverplichtingen voldaan zijn tot aan het moment van toetsing.
Toetsing vindt op twee momenten in het jaar plaats: de Entreetoets voor de studentenpolikliniek (SP) (1e deel CSCE) en de Eindtoets CSCE (2e deel CSCE). De toetsing is praktisch: studenten demonstreren de aangeleerde vaardigheden en worden geobserveerd en beoordeeld door docenten. Gedetailleerde informatie over opzet, inhoud (met toetsinstructie) en organisatie van de vaardigheidstoetsen is beschikbaar via Blackboard.   
 
Contactpersonen:
Drs. Linda van de Bunt Docent CS/Medisch Technische Vaardigheden afdeling Klinisch Vaardigheidsonderwijs, mail: l.vandebunt@umcutrecht.nl; Drs. Maaike Kok, Coördinator en docent CE/ Communicatie & Attitude afdeling Klinisch Vaardigheids Onderwijs, mail: M.Kok-5@umcutrecht.nl
 
SluitenHelpPrint
Switch to English