SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: GNBA200706
GNBA200706
Klinisch lijnonderwijs 2
Cursus informatie
CursuscodeGNBA200706
Studiepunten (EC)1,5
Inhoud
Doelstelling en inhoud
Het systematisch ontrafelen van een klinisch probleem is voor een arts essentieel. Deze vaardigheid wordt geoefend in het Klinisch Lijn Onderwijs (KLO), dat bestaat uit kleinschalige KLO werkgroepen en de Klinisch Lijn Colleges. Het klinisch probleem begint met een klacht van een patiënt. Volgens een vast stramien wordt vanuit de klacht gezocht naar een diagnose, en vervolgens naar een verder plan voor aanvullend onderzoek en/of behandeling. Om tot een diagnose en een plan te komen moet de student biomedische, klinische en epidemiologische kennis, dat is geleerd in eerdere blokken, kunnen integreren. Om die reden is het KLO niet inhoudelijk gekoppeld aan het lopende blok. In de bijeenkomsten leert de student de stappen in het klinisch denkproces systematisch te doorlopen en de gemaakte keuzes te beargumenteren. Daarnaast stimuleert het werken in groepen, zoals binnen het KLO van meet af aan wordt gedaan, niet alleen het leerproces van de student, maar ook het met collega's beargumenteren van stappen in het geneeskundig proces.

Werkvormen en weekstramien
Er vinden verspreid over het jaar negen KLO bijeenkomsten van 2 uur plaats. Het is kleinschalig onderwijs in groepen van 12-14 studenten, waarbij bij in elke sessie 3 studenten uit de groep optreden als referent en de leiding over de bijeenkomst hebben. De groepen worden voorts begeleid door een semi-arts als consulent. Daarnaast worden er gedurende het jaar zestien tot twintig patiëntgebonden colleges, Klinisch Lijn Colleges, gegeven van 45 minuten, steeds in blokken van 2. Tijdens de keuzeruimte aan het einde van het jaar wordt geen Klinisch Lijn Onderwijs geroosterd.

Plaats in het curriculum
KLO jaar 2 maakt deel uit van het KLO in de eerste twee jaar van het curriculum en wordt gegeven in jaar 2. Het betreft een cursus van 1,5 ECTS.

Literatuur
Het Klinisch lijnonderwijs is gebaseerd op de volgende bronnen:
  • De Jongh TOH, De Vries H, Grundmeijer HGLM en Knottnerus BJ. Diagnostiek van alledaagse klachten. Bohn, Stafleu Van Loghum, Houten, 4de druk, 2016
  • NHG standaarden van de betreffende onderwerpen
  • Zie ook: Standaardboekenlijst
 
De overige literatuur waarop KLO is gebaseerd, is afkomstig uit de voorafgaande blokken (inclusief de voor die blokken opgegeven boeken). Voor aanvullende literatuur wordt per sessie verwezen naar Blackboard of Internet.
 
Toetsing
Het eindoordeel wordt gebaseerd op drie elementen:

 
  1. De actieve deelname van de student bij alle bijeenkomsten.
  2. Het vervullen van een referentfunctie door de student.
  3. Een afsluitende elektronische toets, verspreid over twee momenten (december en april). Onderwerpen van de KLO bijeenkomsten en de Klinisch Lijn Colleges vormen onderdeel van de examenstof. Verdere bijzonderheden worden tijdig bekend gemaakt.

     
Coördinator/examinator: W.E.S. van den Broek, W.E.S.vandenBroek@umcutrecht.nl;
 
Klinisch coördinator: W.M.U. van Grevenstein, W.M.U.vanGrevenstein@umcutrecht.nl   
 
Praktische coördinatie is in handen van een basisarts met studenten-onderwijskwalificatie (wisselend ingevuld).

Contactpersoon:
Inhoudelijke vragen via KLO-jaar2@umcutrecht.nl
Administratie onderwijszaken via de mail OZ-GNKKLO@umcutrecht.nl
SluitenHelpPrint
Switch to English