Zonder kennis van oud-schrift is het vrijwel onmogelijk om archiefbronnen uit de periode vóór 1750 te kunnen lezen. De afwijkende lettervormen en het gebruik van veel en vreemde afkortingen maken oude handschriften moeilijk toegankelijk. Een verkeerde lezing van een woord of zin kan grote gevolgen hebben voor de juiste interpretatie van het gebruikte bronnenmateriaal.
 
In deze cursus paleografie leer je dergelijke bronnen, afkomstig uit diverse Nederlandse archieven, met een oplopende moeilijkheidsgraad uit de periode 1510-1760 te lezen. Wekelijks bestudeer je meerdere teksten ter voorbereiding op het college.
 
Ook de kennis van chronologie is nodig bij het goed interpreteren van 16e- en 17e eeuwse bronnen. Daarom bestudeer je tijdens deze cursus ook de Juliaanse, Gregoriaanse en revolutiekalender en oefen je met het omrekenen van data.
 
Algemene kennis over archieven en de Archiefwet en uitleg hoe te zoeken in een archief komen aan bod bij het vak archiefkunde. Er wordt tijdens de cursus een bezoek gebracht aan een archiefbewaarplaats, waarbij allerlei originele archiefstukken getoond zullen worden.
Nota Bene: deze cursus telt slechts één bijeenkomst per week maar duurt wel twee blokken.

Arbeidsmarktoriëntatie
In deze cursus raak je vertrouwd met het doen van archiefonderzoek en het gebruik van bronmateriaal uit de 16^e en 17^e eeuw. Twee archiefopdrachten geven je de kans praktijkervaring op te doen in een archiefomgeving.