Zodra het er in communicatieprocessen echt toe doet, dan komt er tekst bij kijken. Een veilige instructie bij je geneesmiddel? Dat gaat via een bijsluitertekst waarvan wettelijk is vastgelegd dat de tekst leesbaar moet zijn. Een nieuwe hypotheek bij je huis? Ondenkbaar dat dit zonder teksten geregeld zou kunnen worden. De regeringsverklaring van het nieuwe kabinet? Er wordt een tekst verspreid waar vele uren over onderhandeld is.
Bij al die teksten speelt begrijpelijkheid een belangrijke rol. Consumentenorganisaties eisen tegenwoordig dat handleidingen en bijsluiters begrijpelijk zijn. In consumententests speelt de duidelijkheid van de handleiding tegenwoordig een belangrijke rol. Voor sommige teksten is zelfs wettelijk vastgelegd dat ze begrijpelijk moeten zijn, zoals medische bijsluiters en pensioenoverzichten.
Geen wonder dat organisaties normen voor tekstkwaliteit willen vastleggen. Maar wat weten we over begrijpelijkheid? Hoe stel je vast of een tekst begrijpelijk is? Kijk je dan naar een reeks kenmerken van de tekst? Of moet je naar de lezer kijken en nagaan wat die van de tekst begrepen heeft? Over die vragen gaat deze cursus. We concentreren ons op monologische teksten, schriftelijk of digitaal, waarbij beeldelementen wel degelijk van belang zijn. Daarom besteden we ook aandacht aan Gestaltprincipes, die verklaren hoe we informatie visueel verwerken.

Voor studenten LAS en TCS die deze cursus  volgen als deel van het kernpakket van hun hoofdrichting geldt een verplichte voorbereiding. Informatie: https://tcs.sites.uu.nl/
 
 Deze cursus is het 1^e vak in Verdiepingspakket ‘Communicatie, organisatie en interactie’