SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: B-B3AQEC05
B-B3AQEC05
Aquatische ecologie
Cursus informatie
CursuscodeB-B3AQEC05
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen

Leerdoelen
  • Vergaring van kennis van, en inzicht in aquatische ecologie als wetenschappelijk werkveld
  • Concepten vertalen naar gerichte onderzoeksvragen en experimenten
  • Primaire wetenschappelijke artikelen analyseren op vraagstelling, methode en breder ecologisch concept
  • Zelf bedenken van wetenschappelijke vraagstellingen, hypotheses en gerichte experimenten met methodiek tot beantwoording van deze vragen
 
Verwerking en analyse van wetenschappelijke literatuur met het oog op concepten, vraagstelling en proefopzet. Oefenen met het schrijven en bediscussiëren van wetenschappelijke proef- en projectopzetten. Mondelinge presentatievaardigheden.
Inhoud
Let op: De cursus wordt gegeven op het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Droevendaalsesteeg 10, 6708PB Wageningen.

Studiepad 
De cursus is voor studenten met een ecologische, wetenschappelijke interesse en past binnen het studiepad Ecologie & Natuurbeheer
 
InhoudIn deze cursus staat de werking van aquatische ecosystemen in al zijn facetten centraal. Deze zoetwatersystemen herbergen een veelvoud aan soorten die allen hun eigen plaats in de voedselketen innemen. Het voorkomen en functioneren van soorten in het aquatische ecosysteem en de diensten die deze soorten leveren vormen een rode draad door de cursus.
De eerste 5-6 weken van de cursus wordt iedere week aan de hand van een overkoepelend concept gekeken naar een specifiek project of experiment wat valt binnen de werkzaamheden en onderzoekslijnen van de afdeling. Studenten dienen een actieve houding te tonen in zowel opzet als uitvoering van de practica. Dit praktische deel moet gezien worden als een kijkje in de keuken van het ecologische onderzoek waarbij een verscheidenheid aan technieken en theorieën de revue zullen passeren. Vervolgens wordt ook een wetenschappelijk artikel geanalyseerd en gepresenteerd waarbij het destilleren van de vraagstelling en het toetsen van de opzet aan deze vraag centraal staat. Tijdens de laatste weken van de cursus wordt in groepsverband geschreven aan een project en proefopzet binnen één van de eerder behandelde onderzoeksthema’s. Het idee is dat studenten zelf een vraagstelling, hypotheses en studieopzet verzinnen en deze in de vorm van een onderzoeksvoorstel opschrijven. Vervolgens wordt deze opzet gepresenteerd met behulp van een poster.

Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges, zelfstudie, presentaties, onderzoeksproject.

Toetsing
Actieve deelname aan alle onderdelen is verplicht. Dat betekent verplichte aanwezigheid bij colleges en werkcolleges, practica en discussies. Verder zijn er een aantal onderdelen die met een cijfer worden beoordeeld:
  • Beoordeling praktisch werk en inzet (20%)
  • Presentatie over artikel (20%)
  • Schriftelijk onderzoeksvoorstel (25%)
  • Poster onderzoeksvoorstel (25%)
  • Posterpitch (10%)
Voor elk van de onderdelen moet minimaal een 5,5 behaald worden.
 
 
SluitenHelpPrint
Switch to English