SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: B-B2DIFY17
B-B2DIFY17
Dierfysiologie
Cursus informatie
CursuscodeB-B2DIFY17
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Leerdoelen
Het doel van deze cursus is het functioneren (fysiologie) van het ademhalingsstelsel, circulatiestelsel, spijsverteringsstelsel en excretiestelsel te begrijpen. En in dit functioneren begrip te krijgen van de onderlinge samenhang van de verschillende orgaansystemen.
Na afloop van deze cursus:
  • begrijp je de functies van het ademhalingsstelsel, circulatiestelsel, spijsverteringsstelsel en excretiestelsel en de fysiologische mechanismen hierachter.
  • begrijp je de regulatiemechanismen van deze orgaanstelsels en de rol die zij spelen bij de homeostase van het interne milieu.
  • kun je vanuit evolutionair perspectief de vorm en functie van deze orgaanstelsels aan elkaar relateren en deze vergelijken bij de verschillende diersoorten of diersoorten die in extreme leefomstandigheden leven.
  • begrijp je de onderlinge samenhang van het functioneren van deze orgaanstelsels en kun je de relatie tot elkaar en invloed op elkaar uitleggen.
Vaardigheden
Je oefent in deze cursus de volgende vaardigheden:
  • relevante informatie verzamelen via boeken, artikelen en internet en analyseren.
  • mondeling en schriftelijk (in het Nederlands) presenteren
  • constructieve feedback geven op presentaties van medestudenten
  • in een groep samenwerken om een opdracht uit te werken en te presenteren
  • kritisch en probleemoplossend denken
  • systeem overschrijdend denken
Inhoud
Ingangseisen
Cursussen Biologie van dieren (B-B1DIER05), Evolutie & Biodiversiteit (B-B1EVBI13) en Moleculaire Biologie (B-B1MB05) of vergelijkbare kennis.
 
Studiepad
Deze cursus is een kerncursus in het studiepad Ontwikkelingsbiologie (OB) en verder van voor studenten in de studiepaden Biogeïnspireerde technologie (BIT), Educatie Communicatie & Management (ECM), Evolutiebiologie (EB), en Toxicologie (TOX).

Inhoud
De cursus dierfysiologie gaat over het functioneren van dierlijke organismen. Deze functie (fysiologie) is niet los te zien van de vorm (morfologie) van het dier. In deze cursus wordt ingegaan op de evolutionaire variatie in vorm en functie binnen het dierenrijk. Als leidraad wordt gebruik gemaakt van een humaan fysiologieboek (Human Physiology – An Integrated Approach 7th edition). Gedurende de cursus wordt nader toegelicht wat de overeenkomsten, maar ook verschillen zijn binnen de rest van het dierenrijk. Met extra aandacht voor aanpassingen van diersoorten die in extreme omstandigheden leven.
In deze cursus zal nader ingegaan worden op het ademhalingsstelsel, circulatiestelsel, spijsverteringsstelsel en excretiestelsel. Binnen het ademhalingsstelsel wordt de ventilatie, gasuitwisseling, gastransport en de regulatie van de ademhaling verder uitgewerkt. Er wordt naar de elektrische activiteit van het hart gekeken, maar ook worden de mechanische eigenschappen van het hart als pomp nader beschouwd. Het presteren van het hart wordt nauw gereguleerd door het autonoom zenuwstelsel. Daarnaast komt de perifere doorbloeding in het vaatbed en de bloeddrukregulatie aan bod. Er wordt aandacht besteed aan de verschillende onderdelen van het spijsverteringsstelsel, de functie hiervan en de regulatie. Enzymatische vertering wordt vergeleken met fermentatie. Tenslotte wordt aandacht besteed aan het excretiestelsel, de nierfunctie en de rol van de nieren in de water- en elektrolytenbalans en de zuur-base-balans. In de cursus is een kort intermezzo over spierfysiologie opgenomen, dit ter aanvulling van het functioneren van de hartspier en het glad spierweefsel aanwezig in het spijsverteringsstelsel en ademhalingsstelsel.
 
Werkvormen
Interactieve colleges, responsiecolleges, werkcolleges, computer ondersteund onderwijs, minisymposia.
 
Toetsing
Het eindcijfer van de cursus wordt pas vastgesteld, nadat aan alle verplichtingen is voldaan.
Tijdens de cursus zijn 2 deeltentamens ingeroosterd. De gezamenlijke weegfactor van deze twee deeltentamens is 80%. Voor ieder deeltentamen moet het tentamencijfer minimaal 5,0 (onafgerond) zijn en tevens dient het gemiddelde van beide tentamencijfers minimaal een 5,5 (onafgerond) te zijn. Indien beide deeltentamens met een cijfer lager dan een 5,0 (onafgerond) zijn afgesloten, geldt niet het rekenkundig gemiddelde van de deelcijfers, maar wordt de eindbeoordeling ONV en kom je niet in aanmerking voor de aanvullende toets.
Tijdens de cursus zijn 2 minisymposia ingeroosterd. Actieve deelname aan de minisymposia is verplicht en voor de minisymposia geldt dan ook een aanwezigheidsplicht. Voor beide minisymposia moet minimaal een 5,5 (onafgerond) worden behaald, om de cursus met een voldoende eindcijfer te kunnen afsluiten. Tijdens deze minisymposia wordt, aan de hand van een opdracht, literatuur mondeling en schriftelijk gepresenteerd. De docent beoordeelt deze presentatie en vermenigvuldigt het cijfer met het aantal groepsleden. De groepsleden verdelen de punten onder elkaar en communiceren dit naar de coördinator. De gezamenlijke weegfactor van deze twee minisymposia is 20%.
Eventuele veranderingen in de definitieve berekening van het eindcijfer, zal bij aanvang van de cursus gecommuniceerd worden.
SluitenHelpPrint
Switch to English