SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: B-B1MAWE13
B-B1MAWE13
Mariene wetenschappen I
Cursus informatie
CursuscodeB-B1MAWE13
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
In deze multidisciplinaire introductiecursus maak je kennis met biologie in de oceaan. De biologie wordt in context van het abiotische milieu gebracht waarbij ook basale chemie en natuurkunde wordt geïntegreerd en op biologische en langere tijdschalen wordt nagedacht. Je leert zo de biologische processen en mariene ecosystemen als bepalend deel van het oceaansysteem in brede zin te bepalen. Na afloop kun/heb je:
  • een basisinzicht van het leven in de oceaan, met name plankton, algen en dieren, alsmede ecosystemen.
  • basale kennis van nutrientenkringlopen in de oceaan
  • inzicht in de interactie tussen fysische, chemische en biologische processen in de oceanen, en de ecologische gevolgen van antropogene invloeden,
  • kennis van ‘marine resources’ en duurzaamheidsvraagstukken daaromtrent
  • inzicht in de werking van de oceaan als systeem
Vaardigheden
  • Selecteren en verwerken eenvoudige media, literatuur en internetbronnen,
  • systematische benadering problemen; kritisch denken, mondelinge rapportage (Engels/Nederlands); wetenschappelijke discussie,
  • professionele posterpresentatie (engels),
  • kennis(vorming) complexe mariene (eco)systemen.
 
Inhoud
Ingangseisen
VWO met profiel Natuur en Gezondheid met natuurkunde of Natuur en Techniek met biologie. De cursus is niet toegankelijk voor studenten die Mariene Wetenschappen cursussen op niveau 2 of 3 succesvol hebben afgerond.
 
Studieadviespad
De cursus is van belang voor studenten die de volgende studieadviespaden volgen: “Mariene Wetenschappen”, “Organismen, ecosystemen en biodiversiteit”, “Ecologie”, “Aarde, Leven en Klimaat”, “Evolutie”.

Inhoud
Het hoofdthema in deze bij uitstek multidisciplinaire cursus is een introductie in de biologie van de oceaan in relatie tot het abiotische milieu. Welke zaken bepalen nu eigenlijk wat waar in de oceaan leeft? En wat leeft er dan precies? Wie zijn primaire producenten en hoe zit een marien voedselweb in elkaar? Het grote verschil tussen land en zee is dat de zee een veel grotere drie dimensionaal karakter heeft dan het land, door zijn grote diepte. Verder spelen ook langere tijdschalen een belangrijke rol voor de biologie, zoals oceaancirculatie.
Deze cursus heeft dus als doel, naast de biologie, het leren zien van (basale) verbanden tussen fysische, chemische en biologische processen, in het verleden (paleo) en heden, die mariene ecosystemen in brede zin bepalen en of bepaald hebben. Ook besteed je aandacht aan verwachtingen voor de nabije toekomst.
In de eerste weken volg je inleidende colleges over wat een oceaan eigenlijk is, waar ze uit bestaat en hoe ze eruit ziet in drie dimensies. Dan volgt de grootste component, de biologie, inclusief evolutie, productie, pelagische en benthische ecosystemen, zoologie, en nutrientenkringlopen. Andere componenten zijn atmosfeer- en oceaan circulatie en processen op langere tijdschalen die de biologie bepalen. Practica gaan in op belangrijke groepen fyto-, en zoöplankton en benthische groepen, naast werkcolleges/practica oceanografie, en inleidende colleges. De colleges gaan ook in op actuele thema’s zoals opwarming van de Aarde, globale biodiversiteits-veranderingen, effecten van vervuiling, en de typische Wadden- en Noordzee ecosystemen, mede aan de hand van (redelijk eenvoudige) literatuur en discussies, en de dagelijkse ‘news of the day’ discussies. Presentaties voor en door studenten vormen hier een onderdeel van.
In de cursus ligt de nadruk op het herkennen van processen, patronen en verbanden (bijvoorbeeld pelagic-benthic coupling) in het mariene domein. Je besteedt aandacht aan actuele vraagstellingen, en hoe onderzoek in de praktijk wordt verricht. In de laatste week maak je een poster en houd je een presentatie (Engels), die deels is voorbereid in de voorafgaande weken, aan de hand van zelfgekozen, of voorgestelde probleemstellingen.
 
Onderwijsvormen
Hoorcolleges, practica, discussie, presentatie(s), poster
 
Toetsing
De cursus is voldoende afgerond als je een voldoende hebt behaald voor de onderdelen:
  1. Tentamen 1
  2. Poster
  3. Tentamen 2
Voor alle onderdelen moet tenminste een 5.5 worden gehaald. Het eindcijfer wordt bepaald in de verhouding 1 : ¾ : 1. De practica worden niet beoordeeld met een cijfer maar actieve deelname aan alle hoor- en werkcolleges is verplicht. Alle werkcolleges moeten zijn afgetekend om het eindcijfer te krijgen.
 
SluitenHelpPrint
Switch to English