SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: B-B1DIER05
B-B1DIER05
Biologie van dieren
Cursus informatie
CursuscodeB-B1DIER05
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Na afloop van deze cursus kun je:
  • de karakteristieken beschrijven van de dierlijke basisweefsels,
  • de belangrijkste functies van de verschillende weefsels en orgaansystemen beschrijven,
  • de relatie uitleggen tussen de vorm en de functie van weefsels en orgaansystemen,
  • beschrijven hoe gedurende de evolutie orgaansystemen zich hebben ontwikkeld,
  • verklaren hoe het zenuwstelsel en het hormonale stelsel samenwerken bij het in stand houden van de homeostase van het interne milieu,
  • de rol van het gedrag bij het handhaven van de homeostase beschrijven,
  • de causale analyse van gedrag beschrijven.
 
Vaardigheden
Je oefent in de cursus de volgende vaardigheden:
  • relevante informatie verzamelen via internet, boeken en tijdschriften, selecteren en verwerken van literatuur,
  • uitvoeren van de onderzoekscyclus: een proef plannen, en een labjournaal bijhouden,
  • creatief en probleemoplossend werken en omgaan met complexe systemen,
  • mondeling en schriftelijk rapporteren in het Nederlands, een presentatie maken en geven en die van medestudenten beoordelen,
  • microscopiseren,
  • dissectie, een orgaan dan wel een dier ontleden aan de hand van een handleiding,
  • ethisch denken en handelen.
Inhoud
Inhoud
De cursus Biologie van dieren gaat verder waar de biologielessen van de middelbare school ophielden. Je gaat, in detail, het functioneren van processen in het lichaam van een dier bestuderen. Met de kennis over die processen leer je vervolgens allerlei verstoringen van de homeostase te verklaren.
Zo bestudeer je de levensverrichtingen (functionele fysiologie) en de daarbij horende structuren van dieren, de vertebraten (gewervelde dieren) in het bijzonder. Tevens leer je de relatie tussen vorm en functie van dierlijke cellen, organen en orgaansystemen verklaren. Daarbij krijgen vooral bouw en functioneren van organen en orgaan­stelsels veel aandacht: .de opbouw van verschillende weefseltypes, het zenuwstelsel, het spierstelsel, het spijs­verteringsstelsel, de energie­huishouding, het immuunsysteem, de gas­wis­seling, de excretie en osmoregulatie, de homeostase van het interne milieu en de regulatie via het neurale en het hormonale systeem komen aan de orde.
Een belangrijk aandachtsgebied in de cursus is het gedrag van organismen. De causale analyse van gedrag begint met informatie die wordt waargenomen door zintui­gen, de stimuli. Die stimuli zullen, na verwerking door het zenuwstelsel, resulteren in gedrag dat aanpassing van het individu aan de buitenwereld mogelijk maakt. Je zult leren dat communicatie en leerprocessen daarin een belangrijke rol spelen. Daarnaast draagt gedrag bij aan de homeostase van het interne milieu en leer je meer over de gevolgen van een langdurig bedreigde homeostase.

Onderwijsvormen
Tijdens de cursus volg je hoor- en werkcolleges, practica (microscopie en dissectie) en COO’s. Daarnaast werk je in groepen aan opdrachten waarover je aan medestudenten presentaties geeft.
Biologie van Dieren is een pittige cursus die echter goed te doen is als je de behandelde stof bijhoudt tijdens de zelfstudietijd en tijdig begint met het bestuderen van de tentamenstof. Door het maken van de zelftesten en de oefententamens kun je controleren of je de stof voldoende beheerst.
 
Blackboard
De cursus wordt ondersteund door Blackboard waar je de college-handouts, de opdrachten, de roosters, de beoordelingsformulieren, de zelftesten, een biomedisch woordenboek en interessante links vindt. Via Blackboard kun je met medestudenten discussiëren over de opdrachten en de inhoud van de cursus.
 
Toetsing
De cursus Biologie van Dieren heeft twee deeltoetsen. Voor ieder deeltentamen moet het tentamencijfer minimaal een 5,0 (onafgerond) zijn en tevens dient het gemiddelde van beide tentamencijfers minimaal een 5,5 (onafgerond) zijn. Een lager cijfer voor het ene deeltentamen mag dus worden gecompenseerd met een hoger cijfer voor het andere deeltentamen, mits voor elk deeltentamen minimaal een 5,0 is behaald. Indien beide deeltoetsen met een cijfer lager dan een 5,0 (onafgerond) zijn afgesloten, geldt niet het rekenkundig gemiddelde van de deelcijfers, maar wordt de eindbeoordeling ONV en kom je niet in aanmerking voor de aanvullende toets.
Actieve deelname aan practica, werkcolleges en presentatieopdrachten is verplicht. Het eindcijfer van de cursus wordt pas vastgesteld nadat aan alle practicum- en presentatie­ver­plichtingen is voldaan. Dit houdt in dat voor alle presentaties én het verslag (die ieder met gehele cijfers tussen een 4 en 9 beoordeeld kunnen worden) een 6,0 of hoger moet worden behaald, en voor de MasteringBiology activiteiten minimaal een 6,0 (onafgerond) moet worden behaald, om de cursus met een voldoende eindcijfer te kunnen afsluiten. Het cijfer voor de drie presentaties en het verslag (in de onderlinge verhouding 2:2:2:3) telt voor 20% van het eindcijfer mee. Als je onverhoopt een practicum of een presentatie hebt gemist, krijg je aan het eind van iedere deel­tentamen­periode de gelegen­heid om slechts één gemist onderdeel per deel­tentamen­periode alsnog in te halen.
Het eindcijfer voor de cursus bestaat dus uit:   
                                                               20%  presentaties en verslag
                                                               40%  deeltentamen 1
                                                                40%  deeltentamen 2
Een eventuele verandering van de definitieve berekening van het eindcijfer zal bij het begin van de cursus worden gecommuniceerd.
 

 
SluitenHelpPrint
Switch to English