SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 201500036
201500036
Ontwikkelingspsychopathologie: verdieping diagnostiek en behandeling
Cursus informatie
Cursuscode201500036
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Na afloop van de cursus heeft de student nieuwe kennis opgedaan en vaardigheden geleerd. Dit blijkt uit de volgende doelen:
  1. De student is in staat wetenschappelijke literatuur kritisch te beschouwen en toe te passen op complexe opvoedingssituaties.
  2. De student heeft zijn/haar vaardigheden uitgebreid en verdiept, aangaande het verwerven, interpreteren en integreren van informatie bij ouders en kinderen. De student kan bijvoorbeeld beter afstemmen op de hulpvrager door ondermeer  te variëren in  taalgebruik en non-verbale reacties en bewust passende gesprekstechnieken in te zetten. Ook is de student bijvoorbeeld beter in staat de betekenisverlening van gezinsleden samen te exploreren.
  3. De student kan kritisch reflecteren op haar eigen rol als professional tijdens het toepassen van beroepsvaardigheden en is in staat leerdoelen voor de toekomst te formuleren op basis van deze reflectie.

Relatie tussen de toetsen en leerdoelen
De tentamenstof en de opdrachten sluiten nauw aan bij de leerdoelen. Zo zullen studenten beoordeeld worden op (het toepassen van) kennis en vaardigheden. Dit wordt gedaan a) in een overall toets; een takehome-deel (casus) waarin studenten zich voorbereiden op de toets en de feitelijke toets met casus in de vorm van een open boek tentamen b) door een onderzoek bij een kinderen.
Inhoud
In de verdiepende cursus ‘Ontwikkelingspsychopathologie: Verdieping diagnostiek en behandeling’ leer je vaardigheden die van toepassing zijn in de professionele beroepspraktijk. De cursus vormt daarmee een goede voorbereiding op een vervolgopleiding, zoals de master CCFES, en biedt een duidelijke meerwaarde in combinatie met de Bachelorstage in blok 2. In de cursus staat het leren analyseren en interpreteren van uiteenlopende problemen centraal. Er wordt hierbij telkens gekeken vanuit een ontwikkelings- en systeemperspectief. Studenten leren vaardigheden om problemen van kinderen uit te vragen bij het kind of de jongere zelf, in gesprek te gaan met kinderen en te overleggen met andere professionals (zoals leraren en beroepsopvoeders). Hoewel de titel van de cursus doet vermoeden dat het alleen over problematische ontwikkeling gaat, zullen juist ook de protectieve factoren en aangrijpingspunten voor handelen telkens aan de orde komen.
 
In de hoorcolleges worden een aantal thema’s besproken die in de rest van de Bachelor opleiding doorgaans onderbelicht zijn gebleven. Te denken valt aan hoorcolleges over het “Foetale Alcohol Syndroom” (FAS), “De (normale) seksuele ontwikkeling en seksueel trauma”, “De diagnostiek en behandeling van internaliserende problemen volgens multidisciplinaire richtlijnen” en “Het positief beïnvloeden van gedragsproblemen in gezinnen met meerdere kwetsbaarheden”. De hoorcollege docenten werken vrijwel allemaal ook in de praktijk en zullen in hun hoorcolleges daarom regelmatig gebruik maken van actuele voorbeelden van vragen en problemen waar zij dagelijks mee te maken hebben.
 
In de werkcolleges wordt bovenstaande hoorcollegestof verwerkt in oefeningen. Alle werkcollege docenten zijn - tevens werkzaam in de klinische beroepspraktijk. Als student maak je in deze cursus kennis met uiteenlopende in de praktijk veelgebruikte technieken. Je leert bijvoorbeeld hoe je een semigestructureerd interview kunt afnemen, hoe je doorvraagt over hoe iemand een moeilijke situatie beleeft en hoe je informatie uit verschillende bronnen kunt integreren.
 
Na de cursus ben je in staat om diverse technieken toe te passen, zoals het gezamenlijk uitwerken van een genogram, het voeren van verdiepende gesprekjes over de beleving door middel van tekeningen, en vragenlijsten. In de werkcolleges wordt hiervoor gebruik gemaakt van onder meer videomateriaal, rollenspellen, en demonstraties door de docent. Tijdens de werkcolleges is er bovendien nadrukkelijk aandacht voor de reflectie op je eigen functioneren in je rol als professional. Er wordt aangesloten bij vaardigheden en kennis die je eerder hebt kunnen opdoen bij cursussen uit het Bachelorprogramma van de Opleiding Pedagogische Wetenschappen, zoals de BA-2 cursussen EBD, KSOO, Diagnostiek, Behandeling, Professionele Vaardigheden I en II. Kennis en vaardigheden die je leert zijn toepasbaar voor toekomstige ‘scientist practitioners’ die meer generalistisch willen werken (denk aan bijvoorbeeld ‘buurtteams’, ‘orthopedagogen op scholen’ of bij huisartspraktijken) of juist degenen die nader kennis willen maken met de meer specialistische hulp en zorg (Geestelijke GezondheidsZorg of gespecialiseerde behandelcentra). Tot slot leer je hoe je andere professionals (bijvoorbeeld leraren of beroepsopvoeders) kunt aansturen en begeleiden. De hoorcolleges worden zo mogelijk op donderdagmiddag gepland (15-17.00 of soms 15.00-19.00). Je kunt hierdoor op de dagen dat je hoorcollege hebt ook op donderdagochtend stagelopen. Vanzelfsprekend is de cursus ook aantrekkelijk voor studenten die geen Bachelorstage lopen.
SluitenHelpPrint
Switch to English