SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 201500017
201500017
Culturele Antropologie 4: geschiedenis en theorie van de Antropologie
Cursus informatie
Cursuscode201500017
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
  • De student verwerft kennis van de verschillende theoretische stromingen in de antropologie, kan die plaatsen in de tijd en weet op hoofdlijnen wat de uitgangspunten ervan zijn alsmede de sterke en zwakke punten.
  • De student krijgt inzicht in de discussie over status, doel en functie van de antropologische theorievorming en veldwerk. Dit wordt bestudeerd aan de hand van de vraag of antropologie een wetenschap is of zou moeten zijn – de stelling die verdedigd wordt door Radcliff-Brown – dan wel een art  – de stelling die vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw verdedigd wordt en die is uitgemond in de z.g. narratieve opvatting van antropologie.
Inhoud
Let op: de hoorcolleges zijn in het Engels.

Centraal in deze cursus staat de vraag: wat is het doel van een antropologische theorie en waartoe dient in dat verband veldwerk? Of, om die laatste vraag anders te formuleren ‘Op welke theoretische vraag is de methode van veldwerk het antwoord’? Centraal staat in de cursus het artikel van Ingold ‘Anthropology is not Ethnography’.
Er worden twee etnografieën bestudeerd. We starten met The Nuer van Evans-Pritchard. The Nuer  dient als voorbeeld van een etnografie die geschreven is vanuit de opvatting dat antropologie een echte wetenschap is en in staat is onderliggende verborgen causale mechanismen bloot te leggen. Deze tekst wordt bestudeerd, in samenhang met essays van Radcliff-Brown die programmatisch expliciteert wat nu precies het doel van een (structureel functionalistische) antropologie is.
De tweede etnografie die bestudeerd wordt, is Unraveled van Krausse. Unraveled laat inhoudelijk zien hoe modernisering het gewone leven van thuiswerkers in het Toscane van net na de Eerste Wereldoorlog langzaam uiteen doet vallen. Krausse maakt bij haar betoog gebruik van allerlei technieken en opvattingen die hun oorsprong vinden in het  postmodernisme en culmineert in het narrativisme als wetenschapsopvatting. De ironie van de geschiedenis wil dat het juist Evans-Pritchard  zelf is geweest die begin jaren zestig in een serie van invloedrijke essays zijn twijfel heeft geformuleerd over de uitgangspunten van zijn vroegere werk. Als alternatief voor het strikt wetenschappelijk karakter van de antropologie stelde hij vast dat het vak veel meer een art is, en het eigenlijke doel ideografisch is, in plaats van nomothetisch. Dus ook op inhoudelijk wetenschappelijk niveau is er sprake van de ontrafeling van een opvatting.
Het werk van Geertz en de later postmodernisten dient als uitwerking van precies dit voorstel gezien te worden en resulteert in de narratieve opvatting van antropologie. 
De verschillende antropologische stromingen worden behandeld aan de hand van Barret Anthropology: A Student’s Guide to Theory and Method aangevuld op die stromingen/personen die hij niet behandelt (bijv Marx, Durkheim, Weber). 
 
 
 
 
 
SluitenHelpPrint
Switch to English