•        De student heeft theoretische kennis over communicatievaardigheden
•        De student heeft zicht op de verschillen in het voeren van gesprekken met volwassenen (ouders, professionele opvoeders, beleidsmakers) en kinderen.
•        De student is in staat de communicatievaardigheden af te stemmen op het doel van het gesprek (bijvoorbeeld probleemverhelderingsgesprek of een intake, slechtnieuwsgesprek) en aan de gesprekspartner (collega, cliënt).
•        De student is in staat om op basis van literatuuronderzoek tot een passende ontwikkelingsanamnese te komen.
•        De student kan kritisch reflecteren op zijn/haar eigen handelen.
•        De student kan door persoonlijke leerdoelen op en bij te stellen, vorm geven aan zijn/haar eigen leerproces.

Relatie tussen toetsen en leerdoelen

De opdrachten sluiten nauw aan bij de leerdoelen van de cursus en bieden studenten voldoende ruimte om te werken aan hun eigen leerdoelen. Studenten schrijven een paper over een aspect van de normale ontwikkeling van kinderen en hoe dit uitgevraagd kan worden in een ontwikkelingsanamnese waarbij er zorgen zijn over dit ontwikkelingsdomein. Studenten worden tevens beoordeeld op hun reflectievaardigheden en gespreksvaardigheden in gesprekken met kinderen en opvoeders (ouders, docenten, pedagogisch medewerkers).  
Om deel te kunnen nemen aan de cursus is het nodig dat studenten zelf een kind (leeftijd tussen 8 en 15 jaar) en een ouder bereid vinden om mee te werken aan deze opdracht. Tevens dienen studenten te beschikken over opname apparatuur zodat zij (korte) fragmenten kunnen tonen aan medestudenten en de docent. Tenslotte dienen studenten te beschikken over een device waarop zij gebruik kunnen maken van TrainTool en Communicate. Informatie hierover wordt aan het begin van de cursus verstrekt 

De cursus Communicatievaardigheden richt zich op het ontwikkelen van professionele communicatievaardigheden die nodig zijn in de beroepspraktijk en wetenschappelijk onderzoek. 
Aan het eind van de cursus beschikken studenten over (basale) communicatievaardigheden en (basale) reflectievaardigheden, zijn zij in staat anderen op adequate wijze van feedback te voorzien en kunnen zij kritisch reflecteren op hun eigen handelen en zodoende hun leerproces vormgeven. 
In de werkgroep oefenen studenten met communicatievaardigheden die nodig zijn in verschillende werkterreinen waarbinnen orthopedagogen werkzaam kunnen zijn (onder meer de hulpverlening, het wetenschappelijk onderzoek en beleid). Studenten worden zich bewust van de verschillende doelen van een gesprek en de invloed hiervan op de gehanteerde technieken. Er wordt aan de hand van casuïstiek gewerkt en veel geoefend binnen, maar vooral ook buiten de werkcolleges. Tijdens de cursus is er speciale aandacht voor de gespreksvoering met kinderen.

Deze cursus past onder andere binnen de leerlijn klinische vaardigheden. De werkcolleges bestaan uit maximaal 20 studenten.

Extra opmerking met betrekking tot de literatuur:
Het boek Psychologische gespreksvoering. Een basis voor hulpverlening. heeft een online leeromgeving waar in de cursus gebruik van wordt gemaakt. Voor studenten die het boek tweedehands willen aanschaffen is het dus noodzakelijk dat, wanneer de eerdere gebruiker al een account geactiveerd heeft met deze code, zij hier toegang toe krijgen (wachtwoord uitwisselen). De docent kan vervolgens eerder gemaakte opgaven wissen, zodat de leeromgeving opnieuw gebruikt kan worden.