Leerdoelen:
- De student heeft theoretische kennis over basale gesprekstechnieken.
- De student heeft zicht op de verschillen in het voeren van gesprekken met volwassenen en kinderen.
- De student is in staat de (basale) gesprekstechnieken flexibel aan te passen aan de gesprekspartner.
- De student heeft theoretische kennis over diverse gespreksmethodieken.
- De student is in staat om op basis van literatuuronderzoek tot een passende ontwikkelingsanamnese te komen.
- De student kan kritisch reflecteren op zijn/haar eigen handelen.
- De student kan door persoonlijke leerdoelen op en bij te stellen, vorm geven aan zijn/haar eigen leerproces.
Relatie tussen toetsen en leerdoelen
De opdrachten sluiten nauw aan bij de leerdoelen. Studenten schrijven een paper over de normale ontwikkeling van kinderen en hoe dit uitgevraagd kan worden in een ontwikkelingsanamnese.Daarnaast worden studenten beoordeeld op hun reflectievaardigheden en gespreksvaardigheden in gesprekken met kinderen en volwassenen. Het is daarom nodig dat studenten zelf een kind (leeftijd tussen 8 en 12 jaar, basisschool) en een ouder bereid vinden om mee te werken aan deze opdracht. Meer informatie hierover wordt bij aanvang van de cursus gecommuniceerd. Studenten die niet de cursus Klinische vaardigheden 1 hebben gevolgd, worden dringend geadviseerd om ruim voorafgaand aan de cursus contact op te nemen met de coördinator over hoe ze zich kunnen voorbereiden op de start van de cursus.
|
 |
|
|
De cursus Klinische Vaardigheden II (KVII) richt zich op het ontwikkelen van professionele communicatievaardigheden die nodig zijn in de beroepspraktijk en wetenschappelijk onderzoek.
Aan het eind van de cursus beschikken studenten over (basale) gespreksvaardigheden en (basale) reflectievaardigheden. Ze oefenen zowel het voeren van gesprekken met ouders, kinderen en professionals als het kritisch reflecteren op hun eigen handelen en vormgeven van hun leerproces.
In de werkgroep oefenen studenten met communicatievaardigheden die nodig zijn in verschillende werkterreinen waarbinnen orthopedagogen werkzaam kunnen zijn (onder meer de klinische praktijk, het wetenschappelijk onderzoek en beleid). Studenten worden zich bewust van de verschillende doelen van een gesprek en de invloed hiervan op de gehanteerde technieken. Er wordt aan de hand van casuïstiek gewerkt en veel geoefend binnen, maar vooral ook buiten de werkcolleges. Tijdens de cursus is er speciale aandacht voor de gespreksvoering met kinderen.
Deze cursus past onder andere binnen de leerlijn klinische vaardigheden. De werkcolleges bestaan uit maximaal 20 studenten.
Extra opmerking met betrekking tot de literatuur:
Het boek Psychologische gespreksvoering. Een basis voor hulpverlening. heeft een online leeromgeving waar in de cursus gebruik van wordt gemaakt. Voor studenten die het boek tweedehands willen aanschaffen is het dus noodzakelijk dat, wanneer de eerdere gebruiker al een account geactiveerd heeft met deze code, zij hier toegang toe krijgen (wachtwoord uitwisselen). De docent kan vervolgens eerder gemaakte opgaven wissen, zodat de leeromgeving opnieuw gebruikt kan worden.
|
|
|