N.B.: Als ingangseis voor het Bacheloronderzoek geldt dat MTS 1 en 2 en één van de MTS3-cursussen voltooid moeten zijn. Het verdient aanbeveling ook de twee in het kader van het studiepad voorgeschreven of aanbevolen trainingen met voldoende resultaat te hebben voltooid, zeker als je van plan bent de betreffende methodologie in je bacheloronderzoek toe te passen. In dat geval worden de betreffende (voor)kennis en vaardigheden bekend verondersteld.
N.B.: Het Bacheloronderzoek is in principe ingeroosterd in het tweede semester. Studenten die daar een goede reden voor hebben (en aan de ingangseisen voldoen), bijvoorbeeld omdat zij voor hun studie in het tweede semester onderwijs willen volgen in het buitenland, kunnen zich ook inschrijven voor een Bacheloronderzoek in het eerste semester (let op: verschillende inschrijfcodes voor elk semester!). Men moet er dan wel rekening mee houden dat het aanbod van thema's in het eerste semester echter zeer klein is.
N.B.: In plaats van het uitvoeren van een bacheloronderzoek op het gebied van de eigen opleiding is er voor studenten ook de mogelijkheid tot het (individueel of in groepsverband) uitvoeren van een bacheloronderzoek op het gebied van de Methoden en Statistiek. Coördinator hierbij is Mirjam Moerbeek (tel.nr. 030-2531450;
m.moerbeek@uu.nl).
De algemene inhoudelijke noemers voor het bacheloronderzoek binnen Klinische Psychologie zijn 'ingrijpende levensgebeurtenissen' en 'experimentele psychopathologie'. Studenten kunnen gedeeltelijk participeren in lopende onderzoeksprojecten, gedeeltelijk worden door de medewerkers kleinere nieuwe onderzoeksprojecten aangeboden.
Ingrijpende levensgebeurtenissen
Onder de noemer ingrijpende levensgebeurtenissen valt een breed scala van onderwerpen waar medewerkers van de disciplinegroep zich mee bezighouden. Hierbij valt te denken aan verliesverwerking, ernstige relatieproblemen, ernstige psychopathologie, geweldsmisdrijven, vluchtelingenproblematiek, ernstige seksuele problemen en vermissing. In een aantal gevallen worden deze onderwerpen ook in een intercultureel perspectief bestudeerd. Theorievorming en empirisch onderzoek beslaan het terrein van de fenomenologie (de verschijningsvormen en beloop in de tijd), verklaringsmodellen, determinanten en gevolgen, alsook behandelingsimplicaties. Daarnaast wordt veelal expliciet aandacht besteed aan de maatschappelijke krachten (politiek, beeldvorming etc.) die hun invloed hebben op de onderwerpen. Het spreekt voor zich dat studenten in het kader van het bacheloronderzoek geen contacten kunnen leggen met 'slachtoffers' van voornoemde ingrijpende gebeurtenissen. Daarvoor zijn de problematiek en de risico's veelal te groot. Dat neemt niet weg dat het onderzoek expliciet wel ingezet zal worden ten dienste van de getroffenen.
Experimentele psychopathologie
In het vakgebied van de experimentele psychopathologie wordt getracht te ontrafelen welke psychologische processen verantwoordelijk zijn voor het ontstaan en het voortbestaan van angst-gerelateerde pathologie. Verder wordt er onderzoek gedaan naar de werkingsmechanismen van verschillende therapieën. Afhankelijk van de vraagstelling gaat het daarbij om laboratoriumonderzoek, veelal met gezonde proefpersonen, of om patiëntgebonden onderzoek. Onderwerpen waarmee de medewerkers van KP zich in dit kader bezighouden zijn onder meer excessief emotioneel geheugen, 'mental imagery' en de onderliggende mechanismen van exposure en EMDR therapie.
Een lijst van onderzoeksprojecten waarvoor de student zich kan aanmelden komt kort voor aanvang van het bacheloronderzoek op Blackboard te staan.
Proefpersoonuren
Elke bachelorstudent moet zelf tenminste 12 uur hebben gefungeerd als proefpersoon in psychologisch onderzoek. Maximaal 6 proefpersoonuren mogen worden verzameld door deelname aan online studies. Formeel is de proefpersoonregeling ondergebracht bij het bacheloronderzoek: de student heeft pas aan de eisen van het bacheloronderzoek voldaan wanneer hij/zij 12 uur proefpersoon is geweest. De proefpersoonuren kunnen tijdens het bacheloronderzoek worden verzameld maar ook al daarvoor wanneer hij/zij als proefpersoon aan psychologische onderzoeken heeft deelgenomen. Zie ook de algemene beschrijving van het bacheloronderzoek.