SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 200700035
200700035
Individualisering en publieke dienstverlening
Cursus informatie
Cursuscode200700035
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Aan het einde van de cursus hebben studenten (of zijn in staat ...)
  1. Kennis van en inzicht in het concept en het verschijnsel 'individualisering', zoals het door sociale wetenschappers en in het publieke debat wordt gehanteerd.
  2. Kennis van en inzicht in een aantal belangrijke ontwikkelingen en debatten met betrekking tot actuele ontwikkelingen in het sociaal beleid, in Nederland en in internationaal vergelijkend perspectief, alsmede de debatten die hierover acadamisch en niet-academisch gevoerd worden.
  3. Kennis van en inzicht in de wijze waarop het concept individualisering en de achterliggende ideeën en ontwikkelingen in beleid zijn vertaald, zowel door de overheid als door andere instituties.
  4. Kennis van en inzicht in de consequenties hiervan voor de individuele burger en voor de samenleving als geheel.
  5. Zijn in staat verschillende theoretische en empirische benaderingen van dit verschijnsel te herkennen, onderscheiden en toe te passen.
  6. Zijn in staat op academisch niveau te participeren in het maatschappelijk debat over deze kwesties.
Het tentamen betreft de volledige stof van de cursus: collegeteksten, literatuur en tijdens de werkcolleges gehouden presentaties en aanvullende illustraties. De hiervoor vermelde doelen met betrekking tot kennis, inzicht en toepassing van de stof worden hierin getoetst. Met de opdrachten die de studenten tijdens de cursus maken wordt vooral de kennis van en het inzicht in de actuele ontwikkelingen en de mogelijkheid tot het aannemen van een professionele houding in het debat getoetst.
Inhoud
Individualisering is een complex verschijnsel: enerzijds verwijst het naar een van de belangrijkste maatschappelijke veranderingsprocessen van de laatste eeuw(en). Individuele keuzemogelijkheden (partnerkeuze, loopbaan, levensstijl etc.) zijn toegenomen waardoor mogelijkheden voor emancipatie en autonomie zijn vergroot. Anderzijds wordt het verschijnsel individualisering ook vaak gebruikt als de verklaring voor grote en kleine maatschappelijke verschijnselen in diezelfde moderne samenleving, zoals veranderingen in het gezinsleven of toenemende mondigheid van burgers. En ten slotte is individualisering niet alleen maar een veranderingsproces, maar ook uitgangspunt voor beleid: in een geïndividualiseerde samenleving worden burgers als autonoom individu aangesproken en behandeld, zoals te zien is in de sociale zekerheid en de uitvoering van de maatschappelijke zorg.

In deze cursus gaan we allereerst in op de vele betekenissen die het begrip individualisering heeft gekregen in de sociaalwetenschappelijke literatuur; als vorm van de-institutionalisering, privatisering of fragmentering. Aan de hand van theorievorming en empirische studies van hedendaagse sociale wetenschappers als Putnam, Beck en Beck Gernsheim, Giddens en Bauman bespreken we de aard en de achtergronden van het proces van individualisering en stellen de vraag welke gevolgen dit heeft voor de sociale samenhang en burgerschap. Vervolgens gaan we in op de consequenties voor de burger. Individualisering hangt samen met identiteitsconstructie en -beleving; wat betekent het voor het individu als identiteit gebaseerd is op een `keuze menu' van identificaties met betekenisgevende levensstijlen op zulke cruciale domeinen als het werk, familierelaties, vrije tijdsbesteding, religie en culturele voorkeuren? En in welke mate maken we daarin werkelijk keuzes of kiezen we toch over het algemeen hetzelfde (kuddegedrag) en waarom doen we dat?

Tenslotte bestuderen we hoe individualisering mede vorm krijgt in het sociaal beleid van Nederland. Individualisering is een beleidsadagium geworden waardoor van burgers verwacht wordt dat ze zelfredzaam zijn en verantwoorde keuzes kunnen maken over belangrijke beslissingen met betrekking tot werk, onderwijs, (gezondheids)zorg en gezinsleven en daar private oplossingen voor vinden. Beleid dat uitgaat van individualisering veronderstelt een mondige geïnformeerde burger maar wat betekent dat voor `de achterblijvers', degenen die nog waarde hechten aan traditionele kaders (oude en nieuwe Nederlanders) of die niet geëquipeerd zijn om hun levensloop, hun werkomgeving of hun sociale omgeving naar hun hand te zetten?

Academische vaardigheden
  • In staat zijn mondeling en schriftelijk een vanuit de theorie beredeneerd standpunt in te nemen over aspecten van en standpunten over individualisering en publieke dienstverlening.
SluitenHelpPrint
Switch to English