Deze cursus richt zich op mensen met een verstandelijke beperking en het werkveld van de verstandelijk gehandicaptenzorg. Door het volgen van deze cursus doen studenten verdiepende kennis op over o.a. deze beperking, bijkomende (gedrags)problemen, risico- en protectieve factoren, diagnostiek en behandeling en over verschillende (ethische) kwesties die binnen dit werkveld spelen. Daarbij wordt nadrukkelijk stilgestaan bij de rol van de orthopedagoog. Na het volgen van de cursus kunnen studenten inzichten verkregen uit wetenschappelijk onderzoek vertalen naar klinisch handelen in de ‘alledaagse praktijk’ van dit werkveld. Deze cursus levert verder een bijdrage aan de ontwikkeling van academische vaardigheden die voor alle (ortho)pedagogen van belang zijn: het ontwikkelen van een kritisch-reflectieve houding, het identificeren en analyseren van relevante wetenschappelijke artikelen en het verbeteren van de (academische) schrijfvaardigheid.
Relatie tussen de toetsen en leerdoelen
Het schriftelijk tentamen toetst enerzijds de mate waarin de studenten zich de verdiepende kennis hebben eigen gemaakt (kennisvragen). Anderzijds zijn er ook vragen opgenomen die een praktijkcasus schetsen of een ethische kwestie. Van de student wordt verwacht dat hij/zij de verplichte literatuur van de cursus en dat wat in de colleges is besproken kan gebruiken om een onderbouwd advies of onderbouwde reactie kan geven op de casus of ethische kwestie. Door het schrijven van de individuele paper ontwikkelen de studenten de academische vaardigheden zoals genoemd bij het doel van deze cursus.
|
 |
|
In deze cursus maken studenten (nader) kennis met de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Er wordt verdiepende wetenschappelijke literatuur aangereikt over uiteenlopende actuele thema’s die spelen in deze zorgsector. In deze cursus wordt onder andere aandacht besteed aan: paradigma’s en andere (recente) ontwikkelingen in deze sector zoals inclusie en maatschappelijke participatie, ethische onderwerpen zoals vrijheidsbeperking, seksualiteit en ouderschap van mensen met een verstandelijke beperking, maar ook aan diagnostiek en behandeling van probleemgedrag bij specifieke doelgroepen binnen de populatie mensen met een verstandelijke beperking (zoals licht verstandelijke beperking, ernstig meervoudige beperking en autisme). Ook wordt stilgestaan bij de rol die de verschillende contexten, waaronder het gezin, de woonomgeving, inclusief zorgorganisaties, en het beleid spelen in het vormgeven en invullen van de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Tijdens de colleges wordt met elkaar nagegaan hoe de kennis en inzichten die verkregen zijn uit de wetenschappelijke literatuur vertaald kunnen worden naar concreet handelen in de alledaagse (zorg)praktijk vanuit het perspectief van de orthopedagoog. Dit wordt onder andere gedaan aan de hand van discussies over vertoonde videofragmenten of over aangedragen stellingen. Daarbij wordt een actieve rol en inbreng van de studenten verwacht. Daarnaast schrijven de studenten een paper over een onderwerp naar keuze dat zich afspeelt binnen de zorgverlening aan mensen met een (verstandelijke) beperking dat niet, of beperkt, aan bod komt tijdens de hoorcolleges en in de te bestuderen literatuur. Hierdoor krijgt de student de gelegenheid om zich verder te verdiepen in een aspect van de (verstandelijk) gehandicaptenzorg. Aanbeveling: in verband met zowel inhoudelijke als organisatorische redenen wordt aanbevolen om deze cursus in het derde Bachelorjaar te volgen.
|
|
|