SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 200300858
200300858
Sociale problemen
Cursus informatie
Cursuscode200300858
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
 
  • Het verkrijgen van kennis en inzicht in een drietal sociale problemen in Nederland, wat betreft: de huidige stand van zaken,  de ontwikkelingen, de verklaringen ervoor  en de mogelijkheden om via beleid invloed uit te oefenen
  • Zelfstandig informatie over sociale problemen kunnen verzamelen, verwerken en presenteren       
  • Op basis van cijfers en ander wetenschappelijk materiaal leren reflecteren op de standpunten van politieke partijen en opiniemakers.
  • Verkenning van samenlevingsproblemen in Nederland als bron voor sociologische vragen.
  • Het in teamverband leren samenwerken en gezamenlijk tot een eindresultaat komen.
Inhoud
Met welke sociale problemen wordt Nederland momenteel geconfronteerd en hoe gaan we met deze problemen om? Sociale problemen komen vaak voort uit ongelijke verdelingen, niet elke ongelijke verdeling geeft echter aanleiding tot een sociaal probleem. Een sociaal probleem komt soms ook voort uit conflicten en belangentegenstellingen die tussen sociale groepen bestaan: aan sociale problemen herkent men de structuur van de samenleving.

Zo komen er in deze cursus diverse sociale problemen aan de orde, zoals sociale (on)zekerheid, arbeid en werkloosheid, zorg, onderwijs en multiculturaliteit en jeugdcriminaliteit, die op een vergelijkbare wijze zullen worden benaderd. Om de doelen te bereiken wordt  er gebruik gemaakt van de werkvormen: hoorcolleges, werkgroep, practica en projectgroepen. Uiteindelijk passen studenten hun kennis toe op een Utrechtse stadsmonitor, waarbij sociale problemen van de stad Utrecht nader worden geanalyseerd en geïllustreerd.

In de hoorcolleges wordt de achtergrond van de diverse sociale problemen behandeld: de omvang en de aard van het probleem, de bestaande theorieën en verklaringen, en voorkomende oplossingen in beleid.

In werkgroepen ligt de nadruk op het nader analyseren van  bepaalde maatschappelijke problemen. Studenten  werken zich  in het probleem in m.b.v. literatuur, theorie, media, internet, deskundigen, observatie, etc. Via opdrachten schrijven zij delen van de monitor.
 
Tijdens twee practica leert de student de weg naar de verschillende bronnen van wetenschappelijk materiaal te vinden en de (elektronische) zoeksystemen te hanteren en leert de student de bronnen op waarde te schatten.
 
In de projectgroepen zullen studenten hun kennis verder in de praktijk brengen door gezamenlijk, in teams, bij te dragen aan de Utrechtse stadsmonitor. Op basis van hun bijdrage aan de monitor zullen de studenten onder meer met hun team een ingezonden brief schrijven aan dagblad. Verder geven ze de monitor vorm, en gaan ze na hoe sociale problemen zich tot het Utrechts beleid verhouden. Tot slot bereiden ze een grootschalig symposium voor waar ze de monitor presenteren.
 
Eindtermen
Deze cursus draagt bij aan het behalen van de volgende eindtermen:
 
Probleem/Theorie:  
  • De belangrijkste maatschappelijke problemen in de hedendaagse Nederlandse samenleving in internationaal vergelijkend en historisch perspectief; alsmede het verschil met sociologische vragen.
  • De hoofdproblemen/thema’s van de sociologie.
  • Maatschappelijke problemen analyseren en deze ‘omzetten‘ in sociologische problemen; en deze deelproblemen ordenen onder overkoepelende sociologische problemen.
  • Oordelen over de urgentie van maatschappelijk probleem; vaststellen of (o.a. in relatie met het maatschappelijk probleem) een sociologisch probleem goed is gesteld.
 
Academische vaardigheden:
  • Beschikken over algemene professionele en academische vaardigheden met betrekking tot de Nederlandse en de Engelse taal
  • Teksten lezen: begrip en interpretatie; hoofd- en bijzaken onderscheiden.
  • Kunnen mondeling presenteren, discussiëren, helder formuleren en adequaat rapporteren;
  • Hebben het vermogen zelfstandig te werken en zelfstandig hun werk te plannen.
  • Kunnen actief deelnemen aan groepsdiscussies, constructief commentaar geven en in kleine groepen samen werken;
  • Relevante informatie opzoeken en selecteren in de bibliotheek en op internet; ICT gebruiken.

Beleid:
  • Wijze waarop theoretische kennis kan worden gebruikt om beleidsinterventies voor te stellen en de wijze waarop gevoerd beleid kan worden verklaard en geëvalueerd.

Ethiek:
  • Kennis hebben van de inhoud van de gedragscode van de Nederlandse Sociologen Vereniging.
  • Kunnen reflecteren op ethische aspecten van sociologisch onderzoek en van hun handelen.
SluitenHelpPrint
Switch to English