SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 200300088
200300088
Gedrag en gedragsproblemen in school
Cursus informatie
Cursuscode200300088
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Kennis
1. in eigen woorden de huidige funderende theorieën en modellen over (de normale variatie in) gedrag en gedragsproblemen van kinderen in de schoolcontext beschrijven;
2. problematische leerkracht-leerlinginteracties en leerling-leerlinginteracties analyseren;
3. de wisselwerking uitleggen tussen leren en emotie;
4. de overeenkomsten en verschillen aangeven tussen soorten preventie en interventies bij gedragsproblemen op school;
5. je gefundeerde mening vormen en presenteren binnen een discussie over een actueel thema gerelateerd aan leren en gedrag van leerlingen op school;

Vaardigheden
6. (elementen) van de bij het eerste doel aangegeven theorieën en modellen herkennen en toepassen in een onderwijsleersituatie, zowel bij een analyse van de situatie als bij een interventie daarin;
7. observatietechnieken, interviews en vragenlijsten inzetten (d.w.z. selecteren, afnemen, scoren en interpreteren) bij het analyseren van een (problematische) onderwijsleersituatie, evenals een heldere rapportage hiervan;
8. bij het analyseren van en adviseren bij probleemgedrag van leerlingen rekening houden met kenmerken van het kind, de context en de interactie hiertussen;
9. je eigen vaardigheden beoordelen en leerdoelen voor de toekomst formuleren wat betreft het op een academisch gefundeerde wijze handelen binnen de schoolcontext.

Relatie tussen de toetsen en leerdoelen
De kennis en vaardigheden worden door middel van het aanbod van de hoorcolleges en werkgroepen, als ook zelfstudie ) bijgebracht. Het schriftelijk tentamen gaat na in hoeverre kennis over de huidige funderende theorieën en modellen (leerdoel 1) en kennis over de wisselwerking tussen leren en emotie (leerdoel 3) aanwezig is. Ook toetst het tentamen de mate waarin de student in staat is om overeenkomsten en verschillen tussen interventies aan te geven (leerdoel 4) en een gefundeerde mening te vormen (leerdoel 5).De observatie opdracht toetst of de student in staat is problematische leerkracht-leerlinginteracties en leerling-leerlinginteracties te analyseren (leerdoel 2), en over voldoende vaardigheden beschikt om elementen van de bij het eerste doel aangegeven theorieën en modellen te herkennen en toe te passen in een onderwijsleersituatie (leerdoel 6). Ook toetst de observatie opdracht in hoeverre de student in staat is om toetsmiddelen in te zetten bij het analyseren van een (problematische) onderwijsleersituatie, evenals een heldere rapportage hiervan (leerdoel 7), om tot een analyse en advies van/over het probleemgedrag te komen (leerdoel 8). Tot slot wordt met de observatie opdracht nagegaan in hoeverre de student in staat is te reflecteren op zijn/haar eigen vaardigheden (leerdoel 9).
Inhoud
De cursus Gedrag en gedragsproblemen in school is een verdiepende cursus binnen het werkveld van het onderwijs. De cursus bouwt voort op de orthopedagogische vakken binnen de bacheloropleiding Pedagogiek en biedt een oriëntatie op het werkveld van de leerlingenzorg waar je binnen de masteropleiding Orthopedagogiek accenten op kunt leggen. De focus in de cursus ligt op de integratie van theorieën en empirische kennis over het ontstaan en verminderen van probleemgedrag van kinderen enerzijds, en de praktische toepassing in de klas en op school anderzijds. Dit betekent dat zowel theoretische verdieping als praktische vaardigheden centraal staan. De theoretische verdieping vindt plaats in de hoorcolleges en bijbehorende literatuur en is gebaseerd op drie thema's. Het eerste thema gaat over interacties op school, waarbij word ingegaan op leerkracht-leerlinginteracties en leerling-leerlinginteracties, waaronder pesten. In het tweede thema wordt de interactie tussen leren en emotie besproken op basis van verschillende theoretische invalshoeken. Het derde thema gaat over de preventie van gedragsproblemen. De theoretische basis wordt besproken, evenals verschillende sociaal-emotionele leerprogramma's en de implementatie en effectiviteit hiervan. De praktische toepassing van de stof vindt plaats doordat je binnen een concrete onderwijsleersituatie een analyse gaat maken van de factoren die het (probleem)gedrag van een geselecteerde leerling beïnvloeden. Ook ga je een theoretisch onderbouwd voorstel maken van specifieke interventies in deze onderwijsleersituatie. Er wordt in de cursus expliciet aandacht besteed aan het vertalen van theoretische en empirische kennis naar bruikbare toepassingen in de praktijk.
SluitenHelpPrint
Switch to English