SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 200300022
200300022
Practicum data-analyse
Cursus informatie
Cursuscode200300022
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Aan het eind van de cursus is de student in staat om:

1. inhoudelijke hypothesen te vertalen in statistische hypothesen.
2. de resultaten van statistische toetsen terug te koppelen in termen van de inhoudelijke hypothesen
3. schriftelijk te rapporteren over resultaten van onderzoeksbevindingen op basis van statistische analyses
4. de in de cursus opgedane kennis van regressie analyse toe te toepassen op sociologische problemen
5. de in de cursus opgedane kennis en ervaring met het gebruik van SPSS voor data manipulatie en statistische analyses toe te passen op een behoorlijk niveau.
Inhoud
De cursus vertegenwoordigt de “O” uit de cyclus Problemen –Theorie – Onderzoek - Beleid waaruit elk studiejaar in de sociologieopleiding in Utrecht is opgebouwd. Het biedt onderwijs in statistiek en data-analyse in een gecontextualiseerde vorm: studenten verwerven inzicht in statistiek en leren data te analyseren, gestructureerd door verwachtingen (“hypothesen") die geformuleerd zijn op basis van algemene sociologische kennis/theorieën. In concreto: men leert hypothesen te toetsen aan de hand van zelf uit te voeren statistische analyses van bestaande onderzoeksgegevens. Hiertoe verwerft men gedurende de cursus een scala aan praktische vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van en rapporteren over data analyse (i.e., SPSS-vaardigheden). Het accent ligt op het schatten van coëfficiënten van statistische modellen die een duidelijke link hebben met theorieën en modellen en met het toetsen van hypothesen omtrent deze coëfficiënten, niet met (het afleiden van) dergelijke verwachtingen op zichzelf. Dit laatste is een belangrijke taak voor de theorievakken in de opleiding. Qua statistiek komen de volgende onderwerpen aan de orde: schatting en toetsing, de bestudering van samenhang, enkelvoudige en multiple regressie, regressie met dummy-variabelen, interacties en enkele bijzondere vormen van regressie.

Werkvorm
Per onderwerp zijn er 3 bijeenkomsten, een hoorcollege, een werkcollege en een computerpracticum. Voorafgaande aan het werkcollege en het computer practicum maak je de verplichte SPSS “sample sessions", uitgebreide voorbeelden in SPSS waar stukjes (regressie-)analyse worden voorgedaan; studenten worden geacht deze sessies door te werken en vragen te beantwoorden. Ook de literatuur (boek van Agresti & Finlay) wordt aan de hand van opdrachten verwerkt. Tijdens de computer-practica werken studenten aan opdrachten waarin ze de geleerde stof op nieuwe onderzoeksproblemen toepassen. Voorafgaand aan de practica worden hoor/werkcolleges gehouden waarin de stof wordt besproken (hoorcollege) en feedback wordt gegeven op de sample-sessions (werkcollege).
 
Eindtermen
Deze cursus draagt bij aan het behalen van de volgende eindtermen van de Bachelor Sociologie:
 
Probleem/Theorie:  
1e           Hypothesen afleiden uit bestaande sociologische theorieën die een antwoord bieden op de geformuleerde vragen of nieuwe theorieën bedenken die een antwoord kunnen bieden.
1g           Bepalen hoe sterk een voorgestelde oplossing/theorie in het licht van logische consistentie en/of empirische bevindingen.
 
Onderzoek:
2b           Theorieën in passende onderzoeksopzet toetsen en adequate analysetechnieken kiezen en toepassen; conclusies trekken.
2c            Oordelen over sterkte van het verrichte empirisch onderzoek.
 
Academische vaardigheden:
4a           Beschikken over algemene professionele en academische vaardigheden met betrekking tot de Nederlandse en de Engelse taal
4c           Kunnen in woord op het niveau van een beginnend academisch professional rapporteren zodanig dat een algemeen publiek het belang begrijpt van hetgeen wordt geschreven
4d           Kunnen mondeling presenteren, discussiëren, helder formuleren en adequaat rapporteren;
4e           Hebben het vermogen zelfstandig te werken en zelfstandig hun werk te plannen.
 
Ethiek:
5a          Kennis hebben van de inhoud van de gedragscode van de Nederlandse Sociologen Vereniging.
5b          De inhoud van deze gedragscode kunnen toepassen in concrete onderzoekssituaties.
 
Arbeidsmarktoriëntatie:
1. Inzicht krijgen in de eigen talenten en interesses met betrekking tot de verdere loopbaan. Dit komt aan bod door: met name tijdens practica te ervaren of men affiniteit heeft met/plezier heeft in wetenschappelijk onderzoek doen.
2. Inzicht krijgen in wat de mogelijkheden na de studie sociologie zijn (wat zijn masters en/of banen die aansluiten bij de bachelor sociologie). Dit komt aan bod door: in een van de bijeenkomsten te wijzen op het bestaan van de REMA’s mochten studenten ervaren dat onderzoek doen hen ligt.
SluitenHelpPrint
Switch to English