Wie tegenwoordig als informaticus gaat werken, wordt haast onvermijdelijk met juridische vragen geconfronteerd. Automatiseringsprojekten worden vastgelegd in kontrakten, en als er iets misgaat, rijst de vraag wie aansprakelijk is. Het internet maakt nieuwe vormen van zakendoen (e-commerce) mogelijk, die om nieuwe vormen van juridische bescherming vragen. Ook maakt het internet grootschalige vormen van misbruik en criminaliteit mogelijk: denk aan het uitwisselen van software en digitale muziek, maar ook van kinderporno of racistisch materiaal. Tenslotte laten internetgebruikers vele digitale sporen na, wat vragen oproept omtrent de privacybeschermning.
Daarnaast wordt de ICT, met name kunstmatige intelligentie, steeds vaker en grootschaliger ingezet in het recht en het openbaar bestuur. Zo wordt het kontakt tussen burger en overheid steeds meer digitaal (e-democracy, e-government), en wordt ICT steeds vaker ingezet bij de ondersteuning van rechtspraak, wetsuitvoering en advocatuur, in de vorm van bijvoorbeeld databanken, kennissystemen, en 'big data' toepassingen zoals voorspelalgoritmes. Juridische geschillen over e-commerce kunnen tegenwoordig soms zelfs on-line uitgevochten worden. Tenslotte kan ICT zorgen voor technische bescherming van juridische rechten.
In het eerste (en grootste) deel van dit vak zullen juridische aspecten van informatica behandeld worden, zoals aansprakelijkheid bij automatiseringsprojekten en van internetprovider en aanbieders van social media, digitale kontrakten, intellectuele eigendom van software en digitale informatie, computercriminaliteit, en privacybescherming. Dit deel heeft tot doel om de student bewust te maken van de juridische kwesties waarmee een informaticus in de beroepspraktijk geconfronteerd kan worden. In het bijzonder leert de student om opgedane kennis over het recht toe te passen op casus uit de ICT-wereld en een eigen mening te vormen over juridische kwesties rond ICT.
In het tweede (kleinere) deel maakt de student kennis met de voornaamste informaticatoepassingen in het recht en het openbaar bestuur, met de nadruk op toepassingen van kunstmatige intelligentie. Doel van dit deel is om kennis en inzicht te verwerven in hoe ICT ingezet kan worden bij het ondersteunen van rechtspraak en het bevorderen van democratie en goed bestuur.
Werkvorm
Op de hoorcolleges zal de docent een overzicht van de stof geven, en op enkele onderwerpen dieper ingaan. Aanwezigheid bij het hoorcollege is niet verplicht, maar afwezigheid is op eigen risico, aangezien de op het hoorcollege behandelde stof tot de verplichte tentamenstof behoort.
Op de wekelijkse werkcolleges wordt een door de studenten in tweetallen voorbereide huiswerkopdracht besproken. Aanwezigheid bij minstens 5 van de 7 werkcolleges is verplicht.
Literatuur
- S.L. Gellaerts & C.M. Jobse: Inleiding ICT en Recht, zesde druk (2021). Deventer: Wolters Kluwer. ISBN: 9789013161335. Het boek is te verkrijgen via Sticky.
- Literatuurbundel "Recht en Informatica", verkrijgbaar bij A-Eskwadraat.
- Verschillende online publicaties.
|