SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: RGMUSBR012
RGMUSBR012
Omgevingsrecht
Cursus informatie
CursuscodeRGMUSBR012
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Na afloop van de cursus:
  • heeft de student kennis van en inzicht in het systeem van omgevingsrecht en de positionering van dat rechtsgebied ten opzichte van andere rechtsgebieden;
  • is de student in staat om zelfstandig de kernleerstukken van het omgevingsrecht te analyseren en toe te passen in complexe praktijksituaties;
  • is de student in staat om zelfstandig rechtsontwikkelingen in het omgevingsrecht op te merken en te beschrijven, analyseren en verklaren;
  • kan de student de opgedane kennis schriftelijk en mondeling presenteren;
  • heeft de student geoefend met samenwerken.
Inhoud
Het specialisatietraject Recht voor een duurzame leefomgeving introduceert de student in het recht dat beoogt de transitie naar een duurzame samenleving te faciliteren. Tegelijkertijd stelt deze specialisatie studenten in staat het Nederlandse omgevingsrecht zelfstandig op een casus toe te passen. In de komende decennia moet de maatschappij een transitie maken naar een koolstofarme, circulaire economie met duurzaam waterbeheer en behoud en verbetering van de biodiversiteit. Het recht speelt een belangrijke, maar ook beperkte rol in dit transitieproces. De specialisatie laat zien wat de internationaalrechtelijke kaders zijn en hoe het EU en het nationale recht (kunnen) worden ingezet om de afgesproken doelstellingen te verwezenlijken. Het Nederlandse omgevingsrecht speelt daarbij een belangrijke rol. Het omgevingsrecht heeft betrekking op de ordening van ruimtelijk relevante ontwikkelingen, de bescherming van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de regulering van activiteiten die daarop een nadelige invloed kunnen hebben. 
Het specialisatietraject Recht voor een duurzame leefomgeving bestaat uit  twee vakken (Duurzaamheid en Recht alsmede Omgevingsrecht. Het specialisatietraject bouwt voort op de major vakken en strekt ook tot verdieping van het begrip van het staats- en bestuursrecht. 

In dit vak staat de systematiek en de inhoud van het nationale omgevingsrecht centraal. Het nationale omgevingsrecht biedt de overheid het juridisch instrumentarium om invulling te geven aan de zorg die haar in art. 21 Grondwet is opgedragen: de zorg voor de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu met het oog op een duurzame ontwikkeling. Belangrijk daarbij is het bereiken van een evenwicht tussen het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. Wat dat evenwicht voor een gebied in concreto is of moet zijn is veelal een politieke en/of beleidsmatige keuze die op verschillende overheidsniveaus (internationaal, Europees, nationaal) kunnen worden gemaakt. Die keuzes leiden uiteindelijk tot juridisch bindende regels, waarbij uitsluitend op grond van het nationale recht door gemeente-, waterschaps- en provinciebesturen en het Rijk juridische bindende regels en besluiten voor burgers en bedrijven worden vastgesteld.

Het nationale omgevingsrecht is dan ook een onmisbare schakel in het bereiken van de internationale en Europese duurzaamheids- en milieudoelstellingen, waarvan er enkele in het vak Duurzaamheid & Recht aan de orde zijn geweest. De vele verplichtingen die voortvloeien uit het internationale en Europese recht zullen uiteindelijk moeten worden omgezet in het nationale omgevingsrecht en op grond van dat nationale recht moeten worden gehandhaafd. Daarnaast zijn er ook terreinen van het omgevingsrecht die niet voortvloeien uit het Internationale en Europese recht, maar daardoor wel indirect door kunnen worden beïnvloed, zoals de ruimtelijke ordening.

Het omgevingsrecht biedt niet alleen voor een belangrijk deel de instrumenten om de noodzakelijke transities te bewerkstelligen, het maakt ook zelf een ingrijpende transitie door. Met de Omgevingswet, die volgens de planning in 2021 in werking zal treden, wordt het stelsel van het omgevingsrecht namelijk fundamenteel herzien. De huidige lappendeken aan wettelijke regelingen voor specifieke deelterreinen van het omgevingsrecht, zoals de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Waterwet, , de Erfgoedwet enz. worden samengevoegd geïntegreerd en geharmoniseerd. Deze wet geeft een goed inzicht in de structuur van het omgevingsrecht, zodat dit vak daarbij in grote lijnen aansluit. Ook de Omgevingswet komt in dit vak aan de orde.

Welke verantwoordelijkheden dragen de verschillende overheden voor de zorg voor de fysieke leefomgeving en hoe worden die zorgtaken verder ingevuld? Welke juridische instrumenten hebben deze overheden tot hun beschikking om die verantwoordelijkheden waar te maken en op welke wijze kunnen die instrumenten het beste worden ingezet om de doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken? Bij instrumenten kan worden gedacht aan plannen en programma’s, waarin overheden hun doelstellingen voor de fysieke leefomgeving stellen en beschrijven op welke wijze die doelstellingen willen bereiken, instructie(regels) voor Rijk en provincie om dat omgevingsbeleid dwingend door te laten werken naar andere overheden, regulering van activiteiten in de fysieke leefomgeving, zoals het stellen van algemeen verbindende voorschriften of het verlenen van vergunningen, projectbesluitvorming voor de uitvoering van projecten van algemeen belang, zoals voor de aanleg en wijziging van wegen en dijken. Het gebruik van deze juridische instrumenten door de overheid kan ingrijpende gevolgen hebben voor de burgers en bedrijven, zodat er in dit vak vanzelfsprekend ook aandacht is voor rechtsbescherming daartegen.

Vanzelfsprekend ontwikkelt het omgevingsrecht zich tegen de achtergrond van het algemeen bestuursrecht en het positieve staatsrecht en heeft het daar ook sterke relaties mee, waarbij in dit vak de onderwerpen ‘bestuursrechtelijke rechtsbescherming’ en ‘decentralisatie’ nadrukkelijker worden belicht.

De werk- en toetsvorm van dit vak sluiten aan bij de inhoud. De studenten krijgen in het begin van de cursus een complexe praktijkcasus (met mogelijk fictieve elementen), bijvoorbeeld het realiseren van een olieterminal in de haven van Rotterdam of een gebiedsontwikkeling in verband met de wateropgaven van de Waal voorgelegd en worden gevraagd daarvoor (in groepen van max. 3 studenten) een juridisch advies te schrijven. De voortgang van dit advies wordt in de werkgroepen en op evaluatiemomenten besproken.
 

Plaats van de cursus in het curriculum:
  • Verplichte cursus in de specialisatie 'Recht voor een duurzame leefomgeving'
SluitenHelpPrint
Switch to English