SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: WISB141
WISB141
Inleiding Meetkunde
Cursus informatie
CursuscodeWISB141
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Zie onder vakinhoud.
Inhoud
Aan de ene kant is meetkunde een van de oudste takken van wetenschap, die reeds in de Griekse Oudheid werd beoefend. Dit leidde tot een van de hoogtepunten van de menselijke kennis: de Euclidische meetkunde.
 
Aan de andere kant is meetkunde een van de meest actieve onderzoeksgebieden binnen de moderne wiskunde. Zo speelt ze een belangrijke rol in A. Wiles' bewijs van de laatste stelling van Fermat. 
 
Meetkunde is eveneens de taal waarin theoretische natuurkunde zich veelal uitdrukt. Zo is algemene relativiteitstheorie een uitgesproken meetkundige theorie.
 
Het vak Inleiding Meetkunde is een eerste kennismaking met dit gebied. Inleiding Meetkunde is een keuzevak in de bachelor Wiskunde, en is aan te raden voor studenten die in de richting van algebra, meetkunde, topologie en analyse verder willen gaan. Zie voor meer informatie over de studiepaden de studentenwebsite.
 
Leerdoelen: 
Het vak inleiding meetkunde behandelt basisbegrippen uit:
  • Euclidische meetkunde (vanuit een modern perspectief),
  • niet-Euclidische meetkunde (bol- en hyperbolische meetkunde),
  • affiene meetkunde,
  • projectieve meetkunde. 
Historische aspecten en connecties met natuurkunde worden zijdelings belicht. We zullen ook zien hoe begrippen die je later in je studie in detail zult bestuderen, zoals ``groep'' (maat voor symmetrie) en ``topologie'' (rubbermeetkunde), op natuurlijke wijze uit meetkunde naar voren komen.
 
Onze aanpak is coördinaat-gebonden (versus synthetisch). De filosofische leidraad is Klein's Erlangen Program. Hoofdstukken 1-6 uit ``Geometry and topology'' van M. Reid en B. Szendrői vormen het basismateriaal van de cursus.
 
Onderwijsvormen:
Er is twee keer per week een hoorcollege van twee uur, en twee keer per week een werkcollege van twee uur.
 
Toetsing:
Schriftelijk tentamen (75%) en inleveropgaven (25%). Inleveropgaven komen bij het hertentamen te vervallen.
 
Bij het maken van inleveropgaven mogen studenten met elkaar overleggen, maar de uitwerking die de student inlevert moet door de student zelf geschreven en bedacht zijn. Overschrijven van (delen van) uitwerkingen of het door een andere student laten maken van uitwerkingen is plagiaat/fraude en zal gemeld worden bij de examencommissie.
 
Bij het vak worden ook facultatieve opgaven aangeboden voor extra diepgang.
 
Herkansing en inspanningsverplichting:
Studenten die een lager eindcijfer hebben dan een 4 mogen alleen meedoen aan het hertentamen als voldaan wordt aan de inspanningsverplichting. Dit betekent dat tenminste 50% van inleveropgaven gemaakt moeten zijn (er wordt geen minimumcijfer vereist, maar er moet wel een “serieuze” poging gedaan zijn).

Literatuur:
Er komt een dictaat, geschreven door Jetze Zoethout.
 
Taal van het vak:
Het vak wordt in het Nederlands gegeven.
SluitenHelpPrint
Switch to English