Na het behalen van de cursus heeft de student:
- verdiepende kennis van theoretische perspectieven op de relatie tussen films en hun context
- geoefend met het ontwerpen en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek
- filmanalysevaardigheden versterkt
- vaardigheden in het zoeken van wetenschappelijke literatuur versterkt
- zijn/haar vaardigheid in het kritisch lezen van wetenschappelijke teksten verder versterkt
- repertoirekennis op filmgebied versterkt
|
|
Al zo lang het medium bestaat is de relatie tussen specifieke films en hun context (b.v. industrie, oeuvre, samenleving) een onderwerp dat zowel binnen als buiten de wetenschap voortdurend aan de orde wordt gesteld. Is film een spiegel van de maatschappij? Veramerikaniseren wij door het zien van Hollywood-films? Hoe beïnvloedt het werk van één filmmaker dat van andere? Op de vraag hoe we zulke tekst-context relaties het best kunnen conceptualiseren en analyseren, zijn in de loop der tijd uiteenlopende antwoorden gegeven. Vaak zijn die antwoorden verbonden met specifieke theoretische kaders zoals ontwikkeld door toonaangevende filmwetenschappers. In de cursus laten we een aantal ervan de revue passeren (o.a. Siegfried Kracauer, Janet Staiger, Thomas Elsaesser). Daarop aansluitend doe je als student zelf onderzoek naar de relatie tussen tekstuele en contextuele aspecten van één specifieke film. Je maakt eerst een uitgebreide thematische analyse en een deconstructie van die film. Vervolgens zoom je aan de hand van inzichten uit relevante secundaire literatuur in op een tekst-context problematiek die is verbonden met jouw film.
Deze cursus is het 3e vak in het verdiepingspakket Film- en mediacultuur.
Voor studenten LAS en TCS die deze cursus volgen als deel van het kernpakket van hun hoofdrichting geldt een verplichte voorbereiding. Informatie: https://tcs.sites.uu.nl/
|
 |
|