Na het behalen van de cursus heeft de student:
1. Verdiept inzicht in het type afweging dat binnen culturele instellingen wordt gemaakt
2. Kennis gemaakt met verschillende vormen van discoursanalyse die gangbaar zijn binnen dit domein
3. Verdiepte kennis over de Nederlandse en Europese culturele infrastructuur
Na het behalen van de cursus kan de student:
1. Een beperkte discoursanalyse uitvoeren
2. Op een toegankelijke en verantwoorde wijze mondeling rapporteren over de resultaten van een kleinschalig onderzoek
|
|
De kunst- en cultuursector kent tal van spanningen binnen en tussen organisaties, oa. gebaseerd op uiteenlopende ideologische visies op kunst en op verschillende economische en artistieke belangen. In deze cursus wordt hier op twee niveaus op ingegaan: op sectoraal en op institutioneel niveau. Zo is er bijvoorbeeld aandacht voor verschillen tussen grote en kleine instellingen, tussen meer traditionele culturele instituties en grassroot organisaties en zzp’ers, tussen interdisciplinaire meerdaagse festivals en kleine podia gericht op een niche. Duidelijk wordt dat op het niveau van de sector (waaronder naast de podiumkunsten ook de media worden geschaard) een complex spel van belangen speelt. Maar ook binnen de muren van instellingen zijn er tal van spanningen en tegengestelde belangen te vinden, bijvoorbeeld tussen artistieke en zakelijke belangen, tussen verschillende generaties medewerkers, tussen smaken van programmeurs, en tussen professionele medewerkers en amateurs. Het doel van de cursus is dat de student aan het einde een goed beeld heeft van de dynamiek van de cultuursector, en vooral van het type keuzeprocessen dat daarbinnen op het niveau van de concrete kunst- en cultuurpraktijk plaatsvindt.
In deze cursus wordt enkel gewerkt met werkcolleges. In de eerste weken ligt daarin het accent wat meer op methode en algemenere theorievorming op het terrein van discours- en sectoranalyse. Vervolgens wordt aan de hand van artikelen en gesprekken met het veld (excursies en gastsprekers) ingegaan op actuele kwesties. Aan de hand van een concrete casus onderzoekt de student vervolgens zelf een van de sectoren.
|
|
|