Eindtermen: na afloop van de cursus heeft de student zich onderstaande eindtermen eigengemaakt:
- Kennis van een relevante historische casus op het gebied van het thema van verdieping
- Kennis van en inzicht in de historische context van het thema van verdieping
- Kennis van theorieën over het thema van de cursus
- Kennis van methoden die relevant zijn voor de bestudering van de geschiedenis van het thema van de cursus
- Kennis van de stand van wetenschap: het historiografisch debat
- Uitbreiding van de vaardigheid om zelfstandig onderzoek te doen naar een historisch vraagstuk op basis van een zelf ontwikkelde probleemstelling, met behulp van historische bronnen
- Vaardigheid in het toepassen van theorieën op historisch materiaal
- Vaardigheid in data-analyse en het gebruik van de bijbehorende instrumenten in historische context
- Vaardigheid om volgens academische normen te werken, o.a. wat betreft denken, handelen en communiceren en wat betreft gedragsnormen (‘eerlijke wetenschap’)
Leerdoelen en vaardigheden: na afloop van de cursus heeft de student geleerd om:
- Relevante wetenschappelijke artikelen en historische bronnen te kunnen vinden en beoordelen
- Zelfstandig, binnen het kader van het cursusthema, een eigen onderzoeksonderwerp te bepalen
- Zelfstandig een duidelijke vraagstelling te formuleren
- Zelfstandig onderzoek te doen, gebaseerd op, onder andere, primaire bronnen en dat is ingebed in de historiografie
- Zelfstandig onderzoek te operationaliseren
- Primaire bronnen en literatuur binnen het kader van de onderzoeksvraag kritisch te analyseren
- Wetenschappelijk verantwoorde conclusies trekken en gefundeerde standpunten formuleren op basis van secundaire en primaire literatuur
- De resultaten van dat onderzoek schriftelijk en op academisch niveau te presenteren
- De uitkomst van het onderzoek aan de ‘stand der wetenschap’ te toetsen
- Peer review over deelteksten van onderzoekswerkstukken te geven en te ontvangen
|
 |
|
Dit is cursus 4 van Verdiepingspakket 5: Europa: integratie en desintegratie (Nederlandse track Internationale betrekkingen).
Let op: de hoorcolleges worden in het Engels verzorgd.
Na de verdeeldheid van Europa voor 1945 valt de hoge mate van internationale organisatie sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog op. De Koude Oorlog werd een tijdperk van multilaterale samenwerking op politiek, militair en diplomatiek terrein. Aanvankelijk ontstonden er aan weerszijden van het IJzeren Gordijn parallelle bondgenootschappen die gedomineerd leken te worden door de betreffende supermogendheid, zoals de NAVO en het Warschaupact. Weldra verschoven de relaties binnen de blokken en bovendien ontstond er ook een multilaterale structuur die de blokken oversteeg, namelijk de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE). In deze cursus wordt de geschiedenis van het multilateralisme gedurende de Koude Oorlog uitgebreid geanalyseerd. Daarnaast worden vraagtekens gezet bij het gebruikelijke beeld van de VS en de Sovjet-Unie als supermachten die unilateraal hun stempel op de Koude Oorlog drukten, maar wordt er juist ook gekeken naar de rol van kleinere lidstaten en naar vraagstukken die het IJzeren Gordijn ontstegen. Vanuit het overkoepelende perspectief van het multilateralisme analyseren de studenten in eigen onderzoeksprojecten specifieke cases, zoals bijvoorbeeld de opstelling van diverse lidstaten binnen het Warschaupact, de NAVO of de CVSE. Zij moeten zich in hun papers baseren op eigen bronnenonderzoek en dat gebruiken om tot een zelfstandige analyse te komen.
Voor studenten LAS en TCS die deze cursus volgen als deel van het kernpakket van hun hoofdrichting geldt een verplichte voorbereiding. Informatie: https://tcs.sites.uu.nl/
|
|
|