|
Bekleedt de mens een bijzondere positie in de natuur? En zo ja, op grond waarvan? Of zijn mensen net als alle andere soorten een klein deeltje van het universum? Welke consequenties heeft dit – voor de moraal, de metafysica, voor ons zelfbeeld, voor onze omgang met andere soorten en met de natuur? Zulke vragen hebben vanaf het begin een rol gespeeld in de filosofie. Deze cursus biedt een oriëntatie in de geschiedenis van het filosofisch reflecteren op de mens. We zullen ons met name (maar niet exclusief) richten op een viertal cruciale tijdperken. (1) De oudheid, met thema’s als de status van de ziel en de verhouding van rede en emotie. (2) De renaissance, met thema’s als humanisme, antropocentrisme en menselijke waardigheid, waarbij ook de vraag wordt gesteld of en in welke mate hier een ‘modern’ mensbeeld wordt ontwikkeld. (3) Het zeventiende eeuw en het late humanisme, met thema’s als de wetenschappelijke revolutie, het mechanicisme en de ontdekking van het lichaam. (4) De verlichting, met thema’s als de rol van de rede en teleologie. In de loop van de cursus komen veel uiteenlopende denkers en stromingen aan bod, onder meer Aristoteles, de Stoa, Augustinus, Petrarca, Pico, Bacon, Descartes, Spinoza, Kant, Herder.
|
 |
|