Deze cursus heeft tot doel studenten de kunsten uit het vroegmoderne Nederland te leren te bestuderen als bronnen van informatie over wat er in dat land speelde. Welke politieke, ideologische maar ook kunsttheoretische debatten werden in en via de kunsten gevoerd? Vertrekpunt is daarbij steeds de literatuur.
Vanuit die literatuur waaieren we uit naar de andere kunsten, waarbij we speciaal kijken naar de effecten van de competitie tussen de verschillende kunstvormen (literatuur, schilderkunst, muziek, architectuur). De competitie resulteerde in een bloei van creativiteit en kruisbestuiving tussen kunsten, en zette politieke en maatschappelijke discussies op scherp. Jacob van Campen bouwde bijvoorbeeld een nieuw Amsterdams stadhuis dat door Vondel in poƫzie zowel bezongen als verantwoord moest worden. Maar dat ook het Antwerpse stadhuis dat als model voor het Amsterdamse had gediend in de schaduw moest stellen.
Hoe pakte de literatuur dergelijke kwesties op om zo het land te vormen?
|
|
Na de inrichting van de Republiek in de late zestiende eeuw brak voor Nederland een periode van enorme economische en culturele welvaart aan. De Republiek kreeg een dominante positie op de wereldzeeƫn, kende een grote wetenschappelijke bloei en een inmense productie van literatuur en schilderkunst. Maar ook was er sprake van massale migratie, religieuze conflicten en oorlogen die de maatschappelijke orde bedreigden. In deze cursus verkennen we de bronnen die zicht geven op de cultuurhistorische aspecten van al die ontwikkelingen vanuit de vraag wat ze aan die ontwikkelingen bijdroegen: door erop te reflecteren, of door consumenten die boeken, schilderijen, muziekvoorstellingen, gebouwen ed. bekostigden tot aktie aan te zetten. Hoe werd het nog jonge Nederland zo in en door de kunsten gevormd?
De cursus leert de studenten verschillende vormen van kunst lezen en analyseren als representaties van politieke, maatschappelijke en kunsttheoretische processen.
|
|